17 augustus ,20e zondag door het jaar. Thema: Gods liefde gaat uit naar alle mensen.

Twintigste zondag door het jaar 2014

 

 

Inleiding

“Mijn huis zal genoemd worden: een huis van gebed voor alle volken”.

Deze profetische woorden zijn geen loos idee van mensen.

Het is een belofte de God laat uitspreken door de profeet Jesaja.

God biedt ruimte aan vreemdelingen, aan niet- joden, aan alle mensen

die Hem oprecht willen dienen en die zoeken zijn wil te doen.

Voor God is niet het criterium uit welk volk je afkomstig bent of welk geloof je belijdt.

Je hoort bij God thuis wanneer je in gerechtigheid leeft en streeft naar vrede met alle mensen. Zijn wij even ruim denkend als God? Meestal niet.

Willen we God en elkaar om vergeving vragen.

 

Openingsgebed

Goede God, U wilt de God zijn voor alle mensen die oprecht een beroep op u doen.

U hoort het geroep van de mens in nood.

Wij vragen U : leer ons de noden van de mensen verstaan;

leer ons ingaan op hun vragen en hun pijn,

opdat wij door onze daden van liefde en dienstbaarheid

van U getuigen als de God voor al uw mensenkinderen.

Niemand valt buiten uw liefde; mogen wij niemand van uw liefde uitsluiten.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer . Amen.

 

 

Gebed over de gaven

Goede God, breng ons door deze maaltijd samen tot één gemeenschap

die U van harte is toegewijd.

Mogen wij in Brood en Wijn de kracht ontvangen

om in dienstbare liefde iedere mens tegemoet te treden.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer . Amen.

 

 

Slotgebed

Goede God,

Mogen wij mensen zo bewogen voor elkaar zijn

dat we opkomen voor het geluk en welzijn van allen.

Leer ons de vreemdeling zien als iemand die ons leven verijken kan;

als iemand die ons bewuster christelijk doet leven.

Breng ons tot bekering en verruim onze blik door de kracht van uw liefde.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer . Amen.

 

 

Overweging

Wij zijn gewend over Jezus uitsluitend in positieve termen te spreken.

Hij wordt door medelijden met mensen bewogen. Hij ziet om naar de minste mens. Hij heeft oog voor vrouwen. Hij vergeeft zondaars. Geestelijk gewonde mensen geneest hij. Hij verricht de messiaanse werken: doven horen, blinden zien, lammen lopen. Hij is welwillend en vriendelijk voor iedereen… behalve vandaag voor de Kananese vrouw. Deze vrouw uit het gebied van Tyrus en Sidon is niet-joods.

Ze behoort niet tot het uitverkoren volk, tot de kinderen van Israel.

Wie had kunnen bedenken dat Jezus iemand die om hulp roept zo schofferend en beledigend tegemoet zou treden! In dit verhaal gaat onze sympathie en bewondering uit naar de Kananese vrouw en onze verontwaardiging en afkeer naar Jezus. Jezus is geen lieverdje. Hij mag best streng zijn. Maar niet onbeschoft.

Waarom zou Mattëus dat verhaal nou vertellen? Had Jezus niet een mooi wonder kunnen verrichten om lang over na te praten? Had Mattëus dat verhaal niet stiekem weg kunnen laten? Als hij dat gedaan had, dan had Mattëus een kenmerk van Jezus overgeslagen dat heel belangrijks is. Namelijk: dat Jezus zich kan laten gezeggen ; dat iemand – een vrouw nog wel – hem op andere gedachten kan brengen ; dat een heidense vrouw Jezus’ joodse ogen kan openen. Zij laat Jezus zien dat een mens in nood – haar dochter - een groter gezag heeft dan welke afkomst of welke godsdienst dan ook. Het gelaat van de ander die om hulp roept is de meest gezaghebbende stem.

Er zijn vier stappen nodig om Jezus die ruimdenkendheid van hart te geven.

Jezus moet vier keer nadenken om te beseffen dat Gods werkzame liefde ook voor deze vrouw en haar zieke dochter bestemd is. Drie keer beledigt Jezus haar;

de vierde keer kan hij er niet om heen. Hij moet haar prijzen om haar gelovig en vasthoudend vertrouwen. Wij zien dat Jezus zich bekeert en een beter besef krijgt van zijn zending. Dankzij deze heidense vrouw ! Wij kennen haar naam niet, weten niets meer van haar af dan dat ze een zieke dochter heeft , zij is verdwenen in de geschiedenis. Maar dit ene weten wij: zij wist het hart van Jezus ruimhartig te maken. Gods liefde zoals die verschijn in Jezus gaat uit naar alle mensen.

De vrouw roept : “Heb medelijden, Zoon van David.” Ze noemt hem bij zijn messiaanse Naam. Jezus, de beloofde Messias, negeert haar.

De leerlingen sturen haar weg en Jezus vindt dat goed.

“Ik ben alleen maar voor de verloren schapen van Israel”.

De vrouw geeft niet op en valt voor Jezus op de knieën.

Jezus zegt haar : “ Het brood voor de kinderen van Israel geef je toch niet aan de heidense honden”. “Hond” is tot op de dag vandaag een zeer beledigend scheldwoord in het Midden Oosten.

Omwille van haar zieke dochter slikt de vrouw deze vernedering.

Heel spits merkt ze op: “De honden eten toch de kruimels die van de tafel vallen”.

“Al vindt u mij een hond, ik vraag een kruimeltje van uw genezende kracht voor mijn zieke dochter.”

Jezus kan niet tegen het vasthoudende vertrouwen van die vrouw op. Zij raakt Hem precies in hart: “Een hart vol liefde kan niet gesloten blijven voor een mens in nood. Jood of heiden maakt niets uit.” Jezus keert zich welwillend naar haar toe en bekeert zich tot ruimhartigheid. Hij gaat en grens over. Hij is er niet alleen voor het joodse volk; hij is er ook voor de volkeren, de heidenen.

Het joodse geloof en in navolging van Jezus ook het christelijke geloof hebben het geluk en het welzijn van àlle mensen voor ogen. Alle mensen zullen Gods redding zien. Jezus’ werkzaamheid strekt zich door de kerk en door handen van ons als kerkmensen uit naar heel de wereld. Ook naar mensen van een andere godsdienst of levensbeschouwing. De boodschap van het Rijk Gods, de nieuwe samenleving,

is bedoeld voor alle mensen. En àlle mensen, van welke godsdienst of volk ook die door goedheid, dienstbaarheid en rechtvaardigheid het Rijk van God een stukje naderbij brengen , mogen rekenen op Gods goedheid en barmhartigheid.

Op dit moment zijn er godsdienstige stromingen die een negatieve invloed in de wereld hebben. Sommige stromingen van de Islam zijn gewelddadig en willen mensen tot bekering dwingen. Ook het christendom heeft een periode van gedwongen bekeringen gekend. Ook vaak met geweld. In Irak worden christenen en yezidi’s zwaar vervolgd. Voor veel mensen is dat een aanleiding om heel de Islam en alle Moslims als gevaarlijk af te schilderen. Heel de Islam wordt primitief en gewelddadig genoemd. Kan dat?

Er zijn mensen die terecht roepen dat wij de slachtoffers van geweld moeten helpen. Sommigen zeggen daarbij: eerst ons zussen en broeders, de christenen. Laten de andere moslims maar de yezidi’s helpen. Zou Jezus dat ook zeggen na zijn aanvaring en ervaring met de Kananese vrouw?

Een journalist vroeg aan paus Benedictus: “Hoeveel wegen zijn er naar God?”

“Zoveel wegen als er mensen zijn”, zei de paus.

Maakt het niets uit of je jood, moslim, hindoe, boedhist of christen bent?

Alle godsdiensten hebben overeenkomsten en verschillen en zijn op hun manier een weg naar God. Vanuit onze menselijke kant bezien zijn niet alle godsdiensten voor ons een geschikte weg naar God. Van God uit bezien maakt het niet uit welke godsdienst je aanhangt. Hij kijkt anders.

Waar mensen in nood geholpen worden, daar is God nabij.

Waar mensen onrecht en kwaad bestrijden, daar ik God nabij.

Waar mensen tot hem bidden en om kracht vragen te doen wat goed en recht is,

wat tot vrede en geluk strekt, daar is God nabij.

Het joodse geloof en het christelijke geloof hebben een beeld van God die wereldwijd lief heeft en die met zijn liefde alle sectoren van de samenleving wil doordringen.

Die universele kant van ons geloof is een grote en kostbare kracht. Heel de wereld zal Gods redding zien en erin delen. Maar die kracht is ook onze opgave.

Wij moeten vanuit ons christelijk geloof goed zijn voor iedere mens:

voor de yezidi’s even gul en hulpvaardig als voor de christenen in Irak.

Voor de rooms katholieken even goed als voor de orthodoxen in Oekraine.

De Palestijnen mogen op ons meeleven rekenen terwijl we ook de Israeli’s begrijpen.

Dichterbij: we helpen toch ook buren en bekenden die niet katholiek zijn.

Er zijn godsdiensten die alleen maar de eigen zusters en broeders helpen.

Er zijn godsdiensten die beperkt zijn tot een eigen volk, een eigen land.

Het unieke van het christelijk geloof is dat het geen grenzen kent.

Iedere mens van goed wil is op weg naar God. Iedere mens die oprecht naar vrede streeft wordt zalig geprezen. Iedere mens in nood mag een beroep doen op iemand die in Jezus gelooft. Iedere mens die van binnen uit bidt heeft een plaats in het huis van gebed voor alle volken.

In dat huis zullen we eens Moslims, Hindoes, Yezidi’s en Christenen ontmoeten.

 

Voorbede

 

Pastor

Barmhartige God, uw liefde gaat uit naar alle mensen. U toont uw goedheid aan iedereen. Hoor ons bidden.

 

Lector

Voor mensen die gevangen zitten in angst voor andere mensen, voor vreemdelingen, voor mensen met een andere godsdienst en cultuur.

Maak hun ogen open en bevrijd hen uit hun benauwde kijk op hun medemensen..

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

Voor mensen die over het hoofd worden gezien en niet mee mogen tellen in onze samenleving omdat zijn zogenaamd niet…. ‘van ons ‘….zijn.

Maak hen moedig en geduldig in het zoeken naar een plaats in ons midden.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

Voor uw kerk in deze wereld. Dat haar zorgzame aandacht uit gaat naar mensen in nood. Naar de armen en ontheemden, naar de bedroefden en vereenzaamden.

Dat wij uw blijde boodschap brengen aan alle mensen die om Uw hulp vragen.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

Wij bidden voor onze geloofsgemeenschap van Titus Brandsma.

Voor de zieken in onze kringen. Om beterschap en goede moed.

Voor de kinderen en jongeren die weer naar school gaan.

Om enthousiasme en plezier in het leren.

Voor de aangevraagde intenties. ( voorlezen )

Schenk deze mensen wat goed voor hen is op voorspraak van de H.Anna en de Z. Titus Brandsma.

S T I L T E   Laat ons bidden.

 

 

Pastor

Barmhartige God, schenk ons het volhardende geloof van de buitenlandse vrouw.

Breng ons tot bekering en maak ons medewerkers aan het heil van deze wereld.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer. Amen.