10 augustus 2014, 19e zondag door het jaar. Thema: Durf te vertrouwen.

Inleiding

Van harte welkom in deze viering.

We ontmoeten vandaag twee Bijbelse figuren die ons van God kunnen vertellen:

De grote profeet Elia en de Petrus, de eerste van de apostelen.

Zij zijn verkondigers van Gods Aanwezigheid in onze wereld.

Beiden worden beproefd in hun geloof.

De vurige profeet Elia wordt moedeloos en Petrus de rots van de kerk wankelmoedig.

Beiden ervaren dat God toch meer en anders is dan zij dachten.

God komt ons op vele en vaal onverwachte wijzen tegemoet.

Van ons wordt gevraagd ons ogen en oren open te houden.

Er is meer van God te zien dan wij denken.

 

 

Openingsgebed

Heer, leer ons op u te vertrouwen

dat wij altijd ons oog op u gericht houden.

Neem ons bij de hand zodat wij met uw kracht stormen tegenwind in ons leven kunnen door staan. Behoed ons voor het ondergaan.

Dit bidden wij U door Christus onze Heer.

 

 

Gebed over de gaven

Heer, u nodigt ons uit naar U toe te komen.

Wanneer wij op weg gaan komt U ons tegemoet met uw gaven van brood en wijn.

Mogen wij hierin de levenskracht van Christus ontmoeten die voor ons bron van eeuwig leven is. Dit bidden wij U door Christus onze Heer.

 

 

Slotgebed

Heer, leer ons de schijnzekerheden van het leven los te laten.

Dat wij ons geluk en ons heil niet zoeken

in wat vergankelijk is en ten onder kan gaan.

Geef dat wij de angst om zelfbehoud overwinnen

om ons toe te kunnen vertrouwen aan uw belofte

van een toekomst van rust en recht, van liefde en vrede.

Dit bidden wij U door Christus onze Heer

 

 

Overweging.

Mensen van de een en twintigste eeuw zijn hele rationele wezens geworden.

Alles moet logisch zijn en wetenschappelijk verantwoord.

“God heeft ons niet geschapen, want wij stammen van de apen af”, zei een jongetje opgetogen. Dat had hij gehoord van de meester en hij concludeerde verder:

“Als God niet bestaat, hoeven we ook niet meer naar de kerk toe”.

Beproefde wetenschap is helemaal waar. Toch zijn onze ervaringen vaak anders.

We weten allemaal dat de zon niet ondergaat. De zon staat voor eeuwig op haar vaste plek in het heelal. De aarde draait zich van de zon af en daardoor wordt het licht en donker om ons heen.

Een paar dagen geleden stond ik op de Normandische kust aan de Atlantische Oceaan en zag de weerspiegeling van het laatste zonlicht over het water en de zon als een vurige bol in zee zakken. En ik zei tegen Nico: “God, wat mooi is dat!”. Beiden waren we stil tot het laatste streepje licht verdween.Een zonsondergang zien is niets bijzonders, maar toch raakt het je dieper dan de wetenschap dat de aarde een stukje verder om haar as is gedraaid. Door een zonsondergang ga je niet in God geloven. Maar de schoonheid van de natuur kan je wel op het spoor van God zetten.

Het goddelijke, de schoonheid en de natuur zijn drie gegevens waardoor de mens tot in zijn ziel geraakt kan worden. Wetenschap kan je enthousiast maken en tot bewondering brengen, maar het raakt meer je verstand dan je hart. Alles terugbrengen tot wat wetenschappelijk verantwoord is, maakt ons tot beperkte mensen. Je kunt niet over water lopen. Dat is duidelijk. Kun je daarom niet het gevoel hebben dat je soms over water loopt en door stormen wordt overmand?

Waar wij God vermoeden in de natuur, daar sprak in vroegere eeuwen de natuur als vanzelf van God. Natuurverschijnselen waren openbaringen van God. In storm en wind, in aardbevingen, donder en bliksem ervoeren de mensen Gods Kracht en Gods Macht. Veelal ervoeren ze de elementen als straf van God vanwege hun tekorten en hun onvermogen. De natuur was het boek waarin zij Gods welwillendheid of toorn lazen. De natuur was geen onderwerp van onderzoek en studie. De natuur was Gods aanwezigheid waarin de mens zich geborgen wist of waarvoor hij vreesde.

Toch kan God ook verrassend nieuw en anders zijn. Over die nieuwheid van God gaan de lezingen van vandaag.

De vurige en van ijver van God vervulde profeet Elia is op de vlucht. Hij vreest   voor zijn leven. Maar meer nog: hij is wanhopig, twijfelt over zijn roeping, hij voelt zich mislukt en wil dan maar liever dood. In de woestijn slaapt hij onder een bremstruik en hoopt weg te glijden uit dit leven dat hem te zwaar geworden is. Een engel wekt hem, geeft hem water en brood en gebiedt hem naar de Horeb te gaan.

De Horeb is het gebergte waarin God tot Mozes gesproken heeft. Bij de Horen aangekomen zoekt hij een veilig onderkomen in een grot om er te overnachten.

Dan hoort hij een stem: “Ga naar buiten, Elia, en treed aan voor de Heer op de berg”.

Kom uit de veiligheid van de grot. Kom in beweging. Stel je bloot aan de Tegenwoordigheid van God.

Ook voor vandaag geldt dit: wie God wil ontmoeten moet zijn bestaande zekerheid en veiligheid loslaten. Pas als je in beweging komt en uit zichzelf treedt, kan God naar je toekomen. Wie zich open stelt voor God kan Hem ontmoeten. Op de wijze die God kiest. Niet zoals wij denken. Niet in de storm, niet in de aardbeving, niet in het vuur. Maar in het suizen van een zachte bries, een ademtocht van Godswege die de stilte niet breekt. In die hoorbare stilte gaat God voorbij. Teder en vertederend. In die stilte wordt Elia herboren en krijgt hij nieuwe moed om zijn roeping te volgen en zijn zending voort te zetten.

Ook vandaag is ontmoeting met God mogelijk. Ook wij kunnen ons door God laten vinden. Als wij het lawaai om ons heen en het geroezemoes in ons hoofd tot bedaren kunnen brengen, kunnen ook wij tot heilzame stilte komen. Tijdens de vakantie waarin je niet wordt opgeslokt door het alsmaar voortdurende nieuws over rampen, oorlogen en onheil, kunnen we gevoeliger worden voor de stem die de stilte niet breekt en die ons uitnodigt om opnieuw “ ja” te zeggen tegen het leven.

Veel mensen doen onder de vakantie wat ze thuis ook kunnen doen: tijd uit trekken voor stilte, bezinnen op wat wezenlijk nodig is, luisteren naar wat de Geest je in geeft. Kortom: dagelijks tijd uit trekken voor gebed. Wanneer we ons in gebed dagelijks open stellen voor God, dan kunnen wij de drukte, de gehaastheid en de ingewikkeldheid van het leven beter aan. Je geest opruimen en leeg maken om open te worden voor God vraagt om voortdurende oefening. Sportlui hebben alles over voor een gezond en sterk lichaam. Dat vinden we normaal. Toch zou het goed zijn om ons ook te oefenen in geestelijke versterking en verdieping. Waarom is dat niet normaal?  

Natuurlijk lukt de eerste oefening niet. “Zal ik in storm en wind naar u toekomen?”,   vraagt Petrus aan Jezus. Hij ziet dat Jezus de machten van water en storm trotseert.

Jezus is geen spook. Jezus heerst over de elementen. In Jezus leeft Gods kracht.

“Zal ik ook over water lopen, Jezus?” “Kom”, zegt Jezus.

Petrus verlaat de veiligheid van de boot en stelt zich bloot aan water en wind.

Zodra hij merkt hoe stevig de storm is, wordt hij doodbang. “ Heer, red mij.”

Jezus steekt zijn hand uit en helpt hem in de boot. “Kleingelovige!”, zegt hij.

Hierin klinkt iets vertederends door. Geen verwijt. “Petrus, je hebt het geprobeerd.”

Ook vandaag is het nog waar. Om storm en golven te doorstaan moet je oefenen en de handen grijpen die je kunnen redden. Vertrouwen in het leven lukt alleen als je het vaker probeert. Je toevertrouwen aan een ander leer je door beproevingen heen. Langzamerhand zul je Gods reddende kracht ontdekken en ervaren.

Niermand van ons komt onbeschadigde en vrij van angst door het leven heen.

Ziekte, baanloosheid, verdriet, miskenning, vaak ook domme pech of stomme omgelukken doen ons verzuchten: “Ik wou dat ik niet meer hoef. Ik wil weg uit dit leven”.

Dan is er een ook voor ons wellicht engel die zegt: “ Hier heb je brood en drinken. Ga op weg om God nieuw te ontmoeten.”

Soms zijn we te zwaar belast en zinken we door de bodem van het leven heen.

“Heer, help me. Alleen kan ik het niet! ” Dan is er wellicht een reddende hand en een lieve stem: “Kleingelovige, als je mijn hand grijpt, dan red je het wel”.  

God komt ons op velerlei wijzen tegemoet. Heel vaak ook gewoon in mensen op wiens trouw je mag steunen. Je moet dan wel even stil worden om dat te horen en te zien. Amen.

 

Voorbede

Pastor : God, u kent onze nood. Hoor ons gebed. Steek uw reddende hand uit.

 

Lector:

Voor mensen die overspoeld worden door angst ,onzekerheid en verdriet.

Dat zij het geloof in het leven niet verliezen.

Help hen uw aanwezigheid te ervaren in goed mensen om hen heen.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector:

Voor mensen voor wie het leven te zwaar en te veeleisend is

zodat ze het dagelijks bestaan niet aan kunnen.

Wek in hen het vertrouwen dat er mensen zijn die hen helpend nabij willen zijn.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector:

Voor de kerk die de stem en de uitgestoken hand van Jezus wil zijn.

Dat zij woorden van bemoediging spreekt, tekens van liefde doet en verdieping geeft aan het leven van alledag.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector:

Voor de vervolgde christenen en andere religieuze minderheden in het Midden Oosten die verjaagd worden uit hun dorpen en steden en op de vlucht slaan.

Sta hen bij in hun pogingen om elders een nieuw leven op te bouwen.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

Voor onze geloofsgemeenschap.

Voor de zieken, de bedroefden en de vereenzaamden.

Dat wij onze handen naar hen uitstrekken.   S t i l te

Voor de intenties in het boek.

Om verhoring op voorspraak van de H. Anna en de Z. Titus Brandsma.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

Pastor

Wij brengen onze overledenen voor Uw Aanschijn en gedenken hen met liefde en eerbied: 

Mogen zij zich geborgen weten in uw liefde en voorgoed gelukkig zijn.

S T I L T E Laat ons bidden.

Pastor

Heer, onze God, wil onze gebeden verhoren. Spreek in ons leven en reik ons uw redende hand. Door Christus onze Heer.