14 april 2014 Boeteviering voor Pasen
Boeteviering Pasen 2014
Als er iets van de kerk verwacht mag worden ,
dan is het toch wel barmhartigheid en hartelijk begrip.
Toch is de realiteit wel eens anders.
Slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk ontmoeten, naar zij zeggen,
een juridische benadering en een snel door verwijzen naar de compensatieregeling.
Daar is op zich niets mis mee. Liever hadden ze dat hun verhaal ècht gehoord was, hun vernedering gezien, hun beschaming over het gebeurde begrepen.
Een bemiddelingsgesprek tussen slachtoffer en dader of de overste van een dader onder leiding van een deskundige kan veel troostender en helender zijn.
Afgelopen week zijn wij geschokt door de verhalen over de vroegere bisschop van Roermond, monseigneur Gijsen Daar kunnen we niet veel meer mee. Je bent machteloos. Je kunt het alleen maar diep betreuren dat het gebeurd is. Het is te hopen dat de kerk leert om met zulke verdrietige en beschamende gegevens om te gaan.
Terecht mogen gekwetste mensen barmhartigheid van de kerk verwachten.
Als gelovige deelnemers aan het kerkelijke leven kunnen we nu maar beter stil zijn en zwijgen wanneer het gaat over seksualiteit.
Naast de slachtoffers heb je ook de publieke opinie.
Ook van mensen die op geen enkele wijze een band hebben of meer hebben, oordelen. Hun oordelen zijn vaak vernietigend en hard.
Wij mogen niemand een oordeel ontzeggen.
Wel mogen wij als mensen van de kerk aan de publieke opinie vragen om ook eens verder te kijken dan de misstappen van enkele priesters en religieuzen.
Er is meer te zien in de kerk dan alleen misbruik van de kerk.
De vele religieuzen en priesters die in die tijd werkzaam waren, mogen beoordeeld worden naar het goede dat zij gedaan hebben. Zij verdienen om barmhartigheid in een terugblik op de geschiedenis.
Vraagt niet ieder ‘zien’ om ogen met barmhartigheid ?
Daarover gaat het verhaal van de barmhartige Samaritaan.
De priester en de Leviet zagen het gewonde slachtoffer liggen.
Toch liepen ze met een boog om hem heen.
Toen de Samaritaan voorbij kwam zag hij wat de priester en de Leviet ook zagen.
Het verschil tussen hen is hun onverschilligheid en zijn bewogenheid.
Wie onverschillig is laat zich niet raken. Wie geraakt wordt in zijn hart komt in beweging. Die beweging is naar de ander toe.
Als wij in ons zelf kijken zien we geen slechte mensen. We hebben allemaal onze zwakheden en onvolkomenheden. Niemand van ons is helemaal zonder fouten. Ook wanneer het om seksualiteit gaat zullen we niet allemaal helemaal volmaakt zijn.
In zekere zin hebben we allemaal het recht om ons ergens over te schamen.
Onze ‘geheime zonden’ bekennen we alleen maar voor God.
Het ergste kwaad in de wereld geschiedt overigens niet door boze daden.
Het ergste kwaad is het verzuim om het goede te doen.
Aan de wortel van verzuim ligt de onverschilligheid waardoor we niet meer in beweging komen. Er is een woord ontstaan dat goed weergeeft wat de priester en de Leviet doen: weg kijken. Die wegkijk houding: is die ons vreemd?
Helaas, denk ik dat “ neen” het juiste antwoord is. Het vervelende is zelfs dat we onszelf daarom verontschuldigen. “Had ik iets kunnen doen? Neen, natuurlijk had ik niets kunnen doen! Dan is het ook niet erg dat ik niets gedaan hebt! “
Ook al hadden die priester en de Leviet geen ezel om de gewonde op te zetten, ook al hadden ze geen geld om de herbergier te kunnen betalen, ze hadden minstens naar de gewonde toe kunnen gaan. Dat het achteraf beter is dat de Samaritaan langs kwam, doet niet ter zake. De naaste is niet de meest voortreffelijke helper. De naaste is de mens die zich laat raken, in de beweging komt en naar de ander toe gaat. De naaste is een mens met barmhartig ogen. Ogen die koud en onverschillig en berekenend kijken, voegen geen warmte toe.
In onze samenleving gebeuren veel goede dingen tussen mensen onderling. Er zijn ontzettend veel mensen die iets voor anderen over hebben. Buren zijn zorgzaam voor elkaar. In onze parochiegemeenschap zijn veel mensen met barmhartige ogen.
Als kerk - en met onze gemeenschap veel andere parochies - zijn wij een voorbeeld voor de samenleving.
Waar de burgerlijke overheden met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning met scherpte kanten heeft, daar brengen kerkmensen olie en wijn om de wonden te genezen. Het zou goed zijn voor de publieke opinie om ook hier eens naar te kijken.
Van die publieke opinie maken ook wij kerkmensen deel uit.
Wij kunnen die beïnvloeden op twee manieren:
Door stelling te nemen tegen maatregelen die onbehoorlijk en onrechtvaardig zijn omdat ze mensen beschadigen. Het is aan ons christen om de bedreigde humaniteit hoog te houden. In gesprekken met anderen kunnen we tonen niet onverschillig te zijn met wat er gebeurt met kwetsbare groepen in de samenleving.
De andere manier is natuurlijk om in beweging te komen en daden van barmhartigheid te stellen.
Vaak denken wij dat wij niet veel kunnen. Misschien niet met veel concrete daden. Maar wel kunnen we allemaal mee helpen een sfeer te scheppen in de publieke opinie. Een sfeer waarin de feiten niet ontkend worden, maar waar ook gekeken wordt met barmhartigheid en vergevingsgezindheid.
Wie van ons heeft immers geen vergeving nodig voor fouten en tekorten waarover je je schaamt.