16 maart 2014 : Tweede zondag van de Veertigdagentijd Thema: Omvorming
Inleidend woord.
Van harte welkom deze tweede zondag van de veertigdagentijd.
Vorige week hoorden we het verhaal van Jezus ‘ beproeving in de woestijn.
Vandaag het verhaal hoe Jezus hoog op de berg is en daar verheerlijkt wordt.
In Hem komt aan het licht hoe Hij is in Gods ogen en naar zijn diepste wezen.
Wanneer wij met Jezus meegaan en Hem navolgen in zijn doen en laten kunnen ook wij worden omgevormd. Dan komt aan het licht hoe wij christen zijn in de wereld van vandaag en dat wij meewerken van onze samenleving een stukje Rijk van God op aarde te maken. Omvorming tot mensen naar de gestalte van Jezus is de oproep die we horen.
Overweging
Bij Dirk van de Broek kwam ik Anton Wessels tegen. Hij is emeritus hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de Vrije Universiteit. Wij stonden vlak voor de fietsenrekken te praten totdat iemand zei: “He, mogen wij onze fiets ook even neerzetten”. Zo eindige ons gesprek. Anton de winkel in en ik met mijn boodschappen de fiets op. Uit het korte gesprek heb ik toch iets kenmerkends onthouden. Anton zei: Abraham was geen jood. Jezus was geen christen. Mohammed was geen Moslim. Maar alle drie hoorden ze een Stem die hen op een totaal nieuwe weg zette. Ze hoorden alle drie de Stem van God. Daardoor geroepen gingen zij een eigen en een nieuwe weg.
Is het dezelfde God die hen riep? Of zijn de God van Abraham, Jezus en Mohammed andere toch verschillenden goden? Is het dezelfde God en zijn het Godsbegrip en de taal om over God te spreken verschillend? In het Jodendom vraagt God om gerechtigheid. In het christendom verlangt God naar liefde van en onder de mensen.
In de Islam vraagt God om overgave en om vrede.
Er is één ding duidelijk: godsdiensten dienen elkaar te respecteren en met elkaar in gesprek te gaan. Iemand die de joods-christelijke traditie zegt hoog te houden kan de Islam geen achterlijke godsdienst noemen voor wier aanhangers er in ons land geen plaats is. Vrije meningsuiting vraagt om innerlijke beschaving die niet iedereen heeft.
Abram wordt terecht genoemd de vader van alle gelovigen: van joden, christenen en moslims. Hij haalde het grootste waagstuk uit van alle tijden. Hij liet alles achter zich en vertrok zonder enige zekerheid naar een nieuw land en een nieuwe samenleving. De Stem van de Heer roept: Trek weg uit uw land, uw stam, uw familie. Al het bekende, alles waarmee een mens vergroeid kan zijn, alles wat een mens heeft om zich thuis en verborgen te voelen, moet Abram los laten. Door weg te gaan en door het waagstuk te gaan leven van de Belofte van een Stem die je wel hoort maar niet ziet, die ongrijpbaar is en waaraan je twijfelen kunt - heb ik het wel goed gehoord? - daardoor wordt Abram de eerste individualist. Hij kiest voor een heel nieuw geloof in een nieuwe en ongekende God. Tegen alle zekerheden in kiest Abram voor een onzeker bestaan en gaat hij op weg.
Jezus, een joodse man, zoon van Abram. Ook Hij hoorde een stem.”Jij bent mijn geliefde zoon”. In de woestijn besloot Jezus de weg te gaan die zijn roeping Hem wees. De weg naar de zieken, naar de zondaars, de weg van verzoening en vergeving, de weg van lijden omwille van de liefde, de weg van leven door de dood heen, de weg naar het Koninkrijk. Hij koos die weg en wist van het risico van lijden en kruis. Jezus trekt weg uit het vertrouwde Galilea op weg naar Jeruzalem.
In Galilea had hij een huis – in Kafarnaum- , zijn moeder Maria leefde in Nazareth.
Hij had twaalf vertrouwde vrienden onder wie drie intieme. Hij had succes als leraar, als genezer, als iemand die grote menigten aan zich wist te binden. Hij laat dit alles los om op weg te gaan.
Onderweg komen zij bij een berg. Vanaf de weg bezien raakt de bergtop de hemel. Bergen zijn plaatsen van Godsontmoeting. Jezus en drie vrienden gaan de berg op, naar de top toe. Boven op de berg raakt Jezus helemaal van God vervuld. In Hem breekt door wie Hij in Gods ogen is en heel even mogen de leerlingen Hem zo zien. Een mens door wie goddelijk licht heen straalt, ongekende nieuwheid, ongekende schoonheid, ongekende nieuwe schepping, de nieuwheid van Pasen.
Ineens komen de hemelse figuren van Mozes en Elia bij Jezus staan. Mozes bevestigt Jezus als leraar en wetgever. Jouw Bergrede, Jezus, is Gods nieuwe wet en weg ten leven. Elia bevestigt Jezus als profeet. Als er iemand is die Gods woorden spreekt, Jezus, ben jij het wel. Jij bent Gods eigen Woord.
En Jezus weet: de weg naar Jeruzalem is de weg die ik gaan moet. Mozes en Elia spreken Hem moed in en bevestigen Hem: Jezus, je bent op de goede weg.
Petrus wil de schoonheid van het visioen vasthouden. Laten we drie tenten bouwen.
Door het vast te willen houden, verdwijnt het visioen.
Door de wolken heen klinkt de Stem van de onzienlijke God: “Dit is mijn Zoon. Kind naar mijn hart.Luistert naar Hem.” En Jezus zegt tegen de vrienden. “Wees niet bang”. Wees niet bang om op weg te gaan, ga met Mij mee, door lijden en dood heen richting Koninkrijk. Wees niet bang.”
Abram liet alles achter en leefde voortaan van de belofte.
Jezus liet alles achter en leefde vanuit de droom van het Koninkrijk.
Ons wordt beloofd dat die droom van het Rijk Gods waar zal worden.
Hier en nu in de samenleving van vandaag en eens in zijn voltooiing in eeuwigheid.
Durven wij alles los te laten om op weg te gaan naar een samenleving waarin gerechtigheid, liefde en vrede de grondwoorden zijn? Een samenleving waarin het Rijk van God soms even oplicht en zichtbaar wordt? Een samenleving waarin God ter sprake mag komen?
In de veertigdagentijd bezinnen wij ons op onze weg om christen te zijn. Wij maken de omvorming mee van een mens die vasthoudt aan zekerheden naar een mens die nieuw en open in het leven wil staan.
Niet: eigen volk eerst, maar: wij zijn zusters en broeders, kinderen van één Vader.
Niet: heb ik wel genoeg?, maar: komen anderen niet te kort? De armoede onder kinderen in Nederland neemt toe. Hoe kan dat?
Niet: bezuinigingen in de zorg voor kwetsbare mensen zoals zieken en hoogbejaarden, maar: wordt aan iedere mens in deze samenleving recht gedaan?
Niet: zo streng mogelijk straffen, maar: door vergeving en begeleiding een nieuw leven gunnen.
Niet: veroordelend en harteloos spreken over mensen met wie je moeite hebt, maar: door liefdevolle benadering de vrede onder mensen bewaren.
Niet: zelfverzekerd mij koesteren in mijn eigen gelijk, maar: met Jezus meegaan naar mensen die wachten op een goed woord, een troostend gebaar, een uitgestoken hand.
De weg van omvorming van “de oude ikke ikke mens” naar “de mens voor anderen” is een vaak moeilijke weg. Christen –zijn in de samenleving van vandaag is uitdagende opgave. Maar vaak gebeuren er onder en tussen de mensen toch vaak dingen die het Rijk van God doen oplichten. We ontmoeten waarachtige christenen die op Jezus gelijken. Wij zijn geroepen heerlijke en verheerlijkte mensen voor elkaar te zijn. Amen.
Voorbede
Pastor
God, doorbreek met Uw Stem onze stilte. Verlicht onze duisternis.
Wees ons nabij nu wij tot u bidden.
Lector
Wij bidden om moed om in ons leven nieuwe wegen in te slaan.
Om vertrouwde paden te verlaten.
Om ons te richten op een nieuwe maatschappij,
waarin het leven voor iedereen goed is,
waarin tegenstellingen overwonnen worden,
waarin voor iedereen toekomst is.
Dat wij de belofte van uw Koninkrijk voor ogen houden.
( s t i l te laat ons bidden)
Lector
Wij bidden om kracht voor hen die hun weg dit leven niet kunnen vinden
Voor mensen die ontmoedigd raken door tegenslag, ziekte en verdriet
die zij op hun levensweg ontmoeten.
Voor mensen die hun idealen niet kunnen waar maken en die geen toekomst voor
zichzelf zien.
Schenk hen kracht en moed om het donker te overwinnen;
Doe hen reeds een glimp zien van uw heerlijk licht.
( s t i l te laat ons bidden)
Lector
Wij bidden voor de bevolking de Filippijnen voor wie wij de Vastenactie voeren.
Door de grote orkaan en vloedgolven zijn hun steden en dorpen verwoest en is de samenleving ontwricht.
Ondanks tegenslag en veel verdriet blijven de Filippino’s welgemoed en herbouwen zij woningen, scholen en kinderhuizen voor de vele weeskinderen.
Zij rekenen op onze steun. Dat wij niet aan hun nood voorbij zien en ons verantwoordelijk weten voor hun toekomst. Leer ons gul te geven.
( s t i l te laat ons bidden)
Pastor
God laat ook ons even een glimp van uw Koninkrijk zien. Dan weten wij dat we op de
goede weg zijn.
Dan durven we het weer aan Jezus achter na te gaan.
Schenk ons eens de vreugde van het nieuwe leven in uw licht.
Door Christus onze Heer. Amen.
.