29 september 2013, 26e zondag door het jaar. De kloof in ons

26e zondag door het jaar: De kloof in ons.

Inleiding

Van harte welkom in deze viering.

Gerechtigheid is een kernwoord in de bijbel.

Zorgen dat iemand tot zijn recht komt. Dat betekent dat we naar elkaar kijken of beter nog: naar elkaar omzien. Waar mensen niet naar elkaar omzien ligt het onrecht op de loer.

Wanneer het gaat over ‘arm’ en ‘rijk’ – ook en juist - in materiële zin,

dan kan er een kloof groeien doordat mensen elkaar niet meer zien staan.

Rijken hebbend dan geen idee wat armen overkomt.

Zo’n kloof ontwricht de samenleving. In zo’n ontwrichte samenleving kan het Rijk van God niet groeien.

Hoe rijk of arm zijn wij? Hoe dichten wij de kloof? Bidden we ontferming.

Overweging

            Vorige week hoorden we Jezus zeggen: Een mens kan niet God dienen en de Mammon. De Mammon is het opeenhopen van geld. Mensen kunnen aan geld verslaafd raken. Alle menselijke relaties worden dan teruggebracht tot de gedachte: verdien ik er iets aan? Word ik er beter van?

            God dienen is de andere kant uit denken. Gods Naam is: “Ik zal er zijn”. God dienen betekent Hem eren door er voor anderen te willen zijn. Wie ben ik voor de ander? Hoe kan ik bijdragen aan andermans geluk? Jezus maakt die tegenstelling heel concreet in de parabel van de rijke man en de arme Lazarus.

            Die rijke man - en zijn vijf broers - worden getekend met de woorden van de profeet Amos. Zorgeloos. Zelfverzekerd. Lekker eten en drinken. Amusement. Deze rijke mensen bekommeren zich niet om de gewone man. Om het volk in de straten. Om de mensen die ten onder dreigen te gaan aan armoede en honger. Zo’n rijke man viert uitbundig feest terwijl de arme Lazarus voor zijn deur ligt. De afstand van tafel naar voordeur is maar een paar meter. Tegelijk is die afstand ook een onmetelijke diepe kloof.

            Het gebeurde onlangs in een gegoede wijk in Amstelveen. Een man belt aan bij een mooi huis en vraagt om een boterham. Hij is een zwerver, ziet er vies uit en stinkt. De bewoner doet open, kijkt de zwerver aan en zegt: “ga maar even op de bank daar in de tuin zitten”. Hij komt terug met een stuk brood en zegt: “eet dat maar op”. De zwerver zegt: “zullen we eerst bidden en dan delen?” De bewoner roept uit: “man, dat brood is beschimmeld. Dat eet ik niet”. De zwerver vraagt: “Waarom geeft u het dan aan mij?” Is er een diepere kloof denkbaar?

            Wat u natuurlijk opvalt, is dat de rijke geen naam heeft en de arme wel.

Over Lazarus wordt nu nog gezongen. Bij heel veel uitvaarten kiest de familie als slotzang het aloude In Paradisum. “Naar het paradijs mogen de engelen je begeleiden. En met Lazarus, de arme zwerver, zul je in rust en vrede zijn voor altijd”.

De rijke wordt na zijn eervolle begrafenis vergeten. We kennen het: wie rijk is, heeft vrienden zolang hij rijk is en feesten geeft. Wie niet meer geeft, wordt gauw vergeten.

Waarom wordt Lazarus tot op de dag van vandaag niet vergeten? Zijn naam betekent: God is mijn helper. Iedereen beseft dat hij voor zijn uiteindelijke rust en vrede Gods hulp nodig heeft. Alleen maar uiteindelijk – aan het einde van je leven?

            Nu kan het erop lijken dat dit verhaal gaat over wat ons te wachten staat na onze dood. Na de dood wordt de wereld omgekeerd: de rijken hebben hun loon al ontvangen en de armen worden getroost en in zorgzaamheid geborgen.

Dan kunnen er vragen opkomen als:   

-       Hoe kan de rijke weten dat Lazarus voor zijn deur ligt?

-       Is rijk zijn dan hetzelfde als slecht mens zijn?

-       Zijn alle armen dan vanzelfsprekend goede mensen?

-       Is het niet ontzettend oneerlijk om de rijke geen kans op herstel te bieden?

-       Wat heeft de rijke nou voor verkeerds gedaan dat hij zo gestraft wordt?

-       Waarom is dekloof tussen onderwereld en hemel zo onoverbrugbaar?

-       De rijke heeft oog voor zijn vijf broers. Moet dat goede in hem dan niet beloond worden?

Al die vragen leiden ons af waar het Jezus om gaat. Jezus vertelt een beeldend verhaal over “houdingen” die wij als toehoorders kunnen hebben: De ene houding: Leef ik zelfverzekerd, zorgeloos en voor de lol? Leef ik van dag tot dag en reikt mijn blik niet verder dan het eten en drinken dat op tafel staat? Kijk ik alleen maar naar mijzelf en mijn rijke broers en vrienden?

De andere houding: Heb ik in mijn leven plek voor anderen? Zie ik de arme en kwetsbare mens? Mag die een naam hebben voor mij zoals die bij God een naam heeft, en dan Lazarus heet? Heb ik een visie op de samenleving waarin waarden als gerechtigheid, barmhartigheid en solidariteit een rol spelen?

            De tegenstelling is niet rijk en arm. Deze tegenstelling waar Jezus het over heeft: ongenaakbaar en raakbaar. De rijke wordt niet verweten dat hij iets verkeerds gedaan heeft. De rijke wordt verweten dat hij niet iets goeds gedaan heeft. Hij heeft zich niet laten raken door de arme voor zijn deur. Hij heeft de zwerver misschien niet eens gezien! Naken is een oud woord voor naderen. Terwijl de arme verlangde naar een stuk brood kwam de rijke hem niet naderbij. Hij kwam niet van zijn tafel om naar de deur te gaan. Die kloof is de wezenlijke kloof.

            We kunnen de wereld niet indelen in armen en rijken en denken dat het over anderen dan onszelf gaat. Het verhaal legt ons de vraag voor: Ben jij een ongenaakbaar mens of durf je je te laten raken? Voel je die kloof in jezelf? Zie je hem in je eigen doen en laten? Ben je aanraakbaar door mensen die jou aan je jasje trekken en vragen: zie mij staan? Mag ik er zijn? Heb jij iets voor mij over?

            Die innerlijke kloof vraagt erom om overbrugd te worden als ik geen gapend gat wil in de samenleving vandaag. Gods droom is die van een geheelde wereld waarin tegenstellingen verzoend zijn en waarin mensen elkaar vinden om in harmonie en vrede te leven. In zo’n wereld kan het rijk Gods groeien.

            De parabel legt niet alleen de tegenstelling raakbaar en ongenaakbaar bloot, maar spoort ons aan om nu al de kloof te overbruggen. Om nu reeds andere mensen te worden. De rijke in de onderwereld is te laat voor zijn bekering.

Hoe kunnen wij zorgen dat wij niet te laat zijn? Jezus geeft ons een duidelijke aanwijzing: lees Wet en Profeten en leef vanuit de Schriften. Het meest centrale woord in de boeken van Mozes is: “bemin God en heb je naaste lief; hij is een mens als jij”. De profeten zoals Amos roepen op voortdurend op om de kloof tussen mensen te dichten. Zorg dat de andere mens tot zijn recht komt.! Laat je raken en wees niet ongenaakbaar hooghartig!

            In de samenleving van vandaag kom je beide houdingen tegen. De ongenaakbare houding van: ieder is zelf verantwoordelijk en moet zich zelf zien te redden. Voor wie echt niet kan is er een zo klein mogelijke overheid die met mondjesmaat brood en zorg uitdeelt. De participatiemaatschappij heet dat. Maar ook zie je hier en daar nog de raakbare houding van: wij allen vormen de samenleving en de overheid dient zich te laten leiden door wijsheid en barmhartigheid zodat ieder tot zijn recht komt. Een samenleving van gerechtigheid en vrede.

De tweedeling die in de samenleving dreigt te ontstaan tussen mensen die zichzelf kunnen redden en de mensen die een uitgestoken hand nodig hebben, vindt zijn oorsprong in de kloof die mensen in hun innerlijk voelen. “Ik op mijn uppie” of “een medemens en ik.”

            Uiteindelijk zijn we allemaal mensen die een uitgestoken hand nodig hebben om ons over de kloof die dood en leven scheidt, heen te tillen. Hoe rijk we ook zijn uiteindelijk zijn we allemaal zo arm als Lazarus. Laten we daarom nu maar vast de kloven tussen mensen gaan dichten voordat we het straks niet meer kunnen.

Pastor

Goede God, uw hart gaat uit naar iedere mens. Luister naar ons bidden.

Lector

Wij bidden om verkleining van de kloof tussen landen en volkeren.

Doe ons beseffen dat wij samen op de ene wereld wonen

die u aan ons hebt toevertrouwd.

Help ons de weg naar de vrede te vinden

en maak ons bereid onze welvaart met anderen te delen.        

S T I L T E Laat ons bidden.

Lector

Wij bidden om de verkleining van de kloof in onze samenleving.

Dat we oog blijven houden voor mensen voor wie deze samenleving te ingewikkeld is en die daarom niet mee kunnen komen.

Dat wij respect hebben voor de hoogbejaarden en chronisch zieken en voor hen even zorgzaam zijn als voor onszelf.

Geef ons een open oor en oog en een opmerkzaam hart.

S T I L T E Laat ons bidden.

Lector

Wij bidden om de verkleining in de kloof ons eigen hart.

Dat wij niet ongenaakbaar en hooghartig neerzien op mensen

die ons om hulp en aandacht vragen.

Dat wij ons laten raken door de nood van de ander

en ons laten bewegen tot belangeloze hulp.

S T I L T E Laat ons bidden.

Lector

Wij bidden voor onze gemeenschap: voor de zieken en bedroefden.

Dat onze aandacht genezend en troostend mag zijn.

Wij bidden om levensvreugde , vitaliteit en gezondheid voor jarigen in ons midden..

Voor het welzijn van de familieleden Rijk.

Voor Thomas van Zijl die vanmiddag gedoopt wordt. Dat hij mag uitgroeien tot een blije christen.

Voor de intenties in het intentieboek:

…… Schenk deze mensen, God, wat goed voor hen is. Verhoor onze gebeden op voorspraak van de H. Anna en de Zalige Titus Brandsma.

S T I L T E Laat ons bidden.

Pastor

 

Pastor

God, help ons te zien wat ons te doen staat om deze wereld een en heel te maken.

Door Christus onze Heer.