Zondag 13 oktober 2024, Ware rijkdom
28B Ware rijkdom 13.10.24 in OU
Wijsheid 7, 7-11; Heb. 4, 12-13; Marcus 10, 17-30
Er komt een man bij Jezus, die vraagt wat hij moet doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven. Wij zouden misschien zeggen het ware leven, het leven zoals het door God bedoeld is, het leven in het rijk van God. En Jezus eerste reactie is een verwijzing naar de Tora: houd je aan de tien geboden van Mozes. Maar dan wordt het spannend en blijkt dat de man meer bedoelt dan alleen: hoe wordt ik een goed mens? Aan de tien geboden heeft hij zich gehouden van jongs af aan. Maar hij heeft een vermoeden dat er meer mogelijk is. Hij kent een dieper verlangen, voorbij de geboden.
Jezus herkent dit verlangen en voelt een diepe verbondenheid met hem. Hij kijkt hem liefdevol aan. Het gesprek gaat verder op een ander niveau. Als je werkelijk zoekt naar de diepte van het leven, naar de hoogste wijsheid en het grootste geluk, dan moet je alles loslaten wat je bindt aan minder belangrijke zaken. Zekerheden waaraan je je vastklampt zoals geld, status, macht. Want dat zijn allemaal schijnzekerheden, afgodjes, verslavingen die je van het ware leven afhouden. Het ware leven dat geleefd wordt vanuit vertrouwen op God en dat gericht is op de ander.
Als je mij echt wilt volgen, verkoop dan je bezit en geef het aan de armen. Dan kunnen we echt praten. De man schrikt. Deze eis gaat wel ver. Moet hij al zijn zekerheden in het leven opgeven? De leerlingen schrikken ook. Stelt hun leermeester zulke strenge eisen? Wie kan daar nog aan beantwoorden? Is Jezus nog wel realistisch? Het is ook onze vraag.
Jezus scherpt nog aan. Wat is het toch moeilijk voor mensen met geld om het koninkrijk van God binnen te gaan. Een kameel komt gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God. Nu haken we helemaal af. Hoe moeten we dat nu lezen? Sommige bijbeluitleggers zeggen: met een ‘kameel’ wordt bedoeld een dik kameelharen touw. Het blijft natuurlijk moeilijk. Een andere uitleg zegt: het gaat niet om een stopnaald. Waarschijnlijk gaat het om een boogvormige lage doorgang in een nauw straatje van Jeruzalem. Het werd in de volksmond ‘het oog van de naald’ genoemd. Een beladen kameel kon er niet onderdoor. Je moest de pakken eerst afladen. Dan ging het wel (Moens). Een interessante uitleg. Zoals je de kameel eerst moest afladen, zo moet je om het Rijk Gods binnen te gaan je eerst ontdoen van overbodige bagage, geld en goed.
De man vraagt Jezus de weg naar eeuwig leven, een leven waar je warm van wordt, een leven waarin je je ware bestemming vindt. Wij mensen, we slepen soms heel wat mee in ons leven wat ons ware geluk in de weg kan staan. We kunnen soms jarenlang op het verkeerde paard wedden. Het is zo menselijk om alles een beetje onder controle te willen houden. En dan is een beetje geld toch wel handig. En wie wil er nu niet wat erkenning en status in het leven? Wie is er niet gevoelig voor het idee dat je iets te zeggen hebt over je omgeving? Het streven naar macht ligt al gauw op de loer. Maar gevoeligheid voor de erkenning door anderen kan je erg afhankelijk maken. En verkeerd gebruik van macht kan tot eenzaamheid leiden. En als we goed kijken: hoe maakbaar is het leven nu eigenlijk, als het aankomt op belangrijke zaken zoals liefde en gezondheid?
Precies dat is het punt waar Jezus op doelt. Laat al het overbodige los, maak je niet zoveel zorgen, laat je rugzak met voorzieningen thuis, neem niets mee voor onderweg en vertrouw op Gods voorzienigheid. Want al die bagage staat het ware leven alleen maar in de weg. En dan gaat het niet alleen om materiële rijkdom. Het kan ook gaan om een te groot ego en de angst om dat te verliezen. Zou het niet heerlijk zijn als we onze bekommernis om rijkdom of reputatie wat zouden durven te laten varen! Wie zich realiseert door God geliefd te zijn, hoeft zich minder zorgen te maken over wat de mensen wel van hem of haar zullen vinden.
Dat geeft ruimte en vrijheid om je leven echt te richten op de ander. Want in die verbondenheid met elkaar openbaart zich het ware leven. Zolang we ons ik centraal stellen en denken niemand nodig te hebben, zullen we leven in eenzaamheid. Al in het eerste Bijbelboek (Genesis) leren we dat de mens zichzelf niet genoeg is. Om echt mens te worden moeten we onze zelf-genoeg-zaamheid loslaten.
De wijsheid die we vandaag meekrijgen luidt: er is iets dat ons diepgaand gelukkig kan maken en toch niet te koop is. In vergelijking hiermee verliest elke materiële rijkdom zijn glans. De vraag aan ons is: durven wij die wijsheid van Jezus in ons hart te sluiten? Durven we ons leven in het teken van de liefde voor elkaar te zetten? In het teken van toewijding en overgave? Dat noemt Jezus ware rijkdom, hemelse rijkdom, eeuwig leven.
PLK