Zondag 21 juli 2024, Rust wat uit
16B Rust wat uit, 21 juli 24
Jer. 23, 1-6; Ef. 2, 13-18; Marcus 6, 30-34
We zitten midden in de zomer. Veel mensen zijn met vakantie. En fijne onderbreking van de dagelijkse routine. Een kans ook om even te ontsnappen aan de stress in het werk. In het evangelie horen we Jezus zijn leerlingen ook aansporen een moment rust en stilte te zoeken, om wat tot bezinning te komen.
Nu zullen de meesten van u niet meer lijden onder de drukte van het werk. Toch kan het goed zijn deze periode van de zomer wat momenten van bezinning te zoeken. Ik las pas een mooi verhaal over een Afrikaanse missionaris. Die vertelde hoe hij eens, met een schok, ontdekt had dat hij nooit te oud was om te leren (Kurvers). Toen hij een keer met een zwarte chauffeur kilometerslang in een vrachtwagen over de stoffige wegen had gereden, riep de chauffeur opeens: “Stop!”. Ze stapten uit en de chauffeur ging zitten in de schaduw van een boom en zei: “Pater, onze ziel moet nu even de tijd krijgen om ons in te halen”. Mooier had de man het niet kunnen zeggen. Want hoe vaak gebeurt het niet dat onze ziel op ons achterop loopt. Het leven is immers vaak een kwestie van jagen en jachten, soms tot laat in de avond. Zelfs een rustig gesprek met onze meest dierbaren schiet er dan bij in.
En toch, rust zo nu en dan kunnen we niet missen. Rust om even toch bezinning te komen, rust om onze ziel de gelegenheid te geven even op adem te komen en ons lichaam weer ‘in te halen’. Daarover gaat het evangelie van vandaag. Jezus wordt geschetst als een ‘zielenherder’, iemand die de weg wijst naar rust voor de ziel. “Want zij waren als schapen zonder herder”.
Hoe deed Jezus dat? Waaruit bestond zijn onderricht? Enerzijds was Jezus trouw aan zijn Joodse geloof en traditie. Anderzijds leerde hij de mensen ook dat het in al die geschriften niet alleen ging om regels en voorschriften, maar vooral om de rijkdom die daaronder verborgen ligt. Hij leerde hen dat godsdienst pas waardevol wordt als die is ingedaald in het hart van de mens, daar waar de liefde woont.
In onze tijd is dat niet anders. Net als in de tijd van Jeremia lopen ook vandaag velen verloren rond. Zij worden verscheurd door onrust door alles wat er om hen heen gebeurt, oorlog tweedracht, onzekerheid. Zij ervaren geen zin meer in het leven. Ook wij worden uitgenodigd ons af en toe te bezinnen op ons leven en op de plaats die God en godsdienst daarin hebben. Ook voor ons geldt dat regels en voorschriften in ons geloof slechts hulpmiddelen zijn om ons bij de les te houden. Veel belangrijker is de enorme schat van wijsheid en rijkdom, die in de loop van de geschiedenis door Jezus en zijn volgelingen is opgebouwd en doorgegeven. Deze rijke traditie is voor ons als voedsel voor zoekende mensen.
Het is goed van tijd tot tijd biddend stil te staan bij de vraag: waar en hoe was God in mijn leven herkenbaar aanwezig? En welke gedachten uit de rijke traditie van ons geloof zijn voor mij kostbaarheden voor mijn ziel? Waar leef ik van? Als we dat doen, wordt vakantie meer dan ‘nu lekker even niksen’. Het is op adem komen bij God. Niet omdat we het verdiend hebben, maar omdat het nodig is. We kunnen niet op eigen kracht altijd maar dienstbaar zijn aan onze naasten. We kunnen dit alleen in kracht van Gods heilige Geest. Willen we vol vreugde en energie onze taak in deze wereld volbrengen, dan moeten we God de gelegenheid geven om ons te beademen met zijn Geest. Om zo opnieuw begeesterd te raken.
Iedere zondag mogen wij ons voeden met de woorden van God. Jezus zelf is onze gastheer. We mogen ons laten bemoedigen. Ook de zomerperiode kan ons wellicht inspireren, als we er voor open staan. De schoonheid van de natuur, de rijkdom van een goede ontmoeting. Laten we een moment van rust zoeken. Amen. PLK