Zondag 5 mei 2024, 6e zondag van Pasen

6e zondag van Pasen, 5 mei 2024

Handelingen 10, 25-26.34-35.44-48; 1 Joh. 4, 7-10; Joh. 15, 9-17

Het is vandaag bevrijdingsdag. We herdenken de bevrijding van de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. Het is goed om die vrijheid te vieren. Vrijheid is een groot goed, ook al beseffen we dat misschien niet elke dag. Hoewel, de laatste tijd voelen we de dreiging weer toenemen door alle oorlogshandelingen in Oekraïne en Gaza. Terecht wordt er ook in ons land geprotesteerd als de vrijheid elders in de wereld wordt beknot en mensen daardoor in de verdrukking komen of erger.

Ook in de kerk gaat het in deze dagen over bevrijding. In de paastijd zingen we onze vreugde uit over de opstanding van Christus. Dat heeft alles te maken met vrij gemaakt zijn in de meest brede betekenis van het woord (Kurvers). In Jezus’ verrijzenis vieren we niet alleen een gebeurtenis die ooit, ruim tweeduizend jaar geleden heeft plaatsgevonden. In zijn verrijzenis vieren we de bevrijding van alles wat met ‘dood’ te maken heeft. We vieren dat er altijd nieuw leven mogelijk is, ook wanneer iemand in de fout gegaan is. Dat er altijd nieuwe toekomst voor ons opengaat, ook na ziekte en tegenslag, zelfs na onze lichamelijke dood.

Als wij tegenwoordig over vrijheid spreken, hebben we het meestal over autonomie. De gedachte dat we in het leven zoveel mogelijk zelf kunnen bepalen domineert ons huidige levensgevoel. We creëren als het ware ons eigen leven. We willen niet dat anderen aan deze vrijheid tornen. De keerzijde hiervan is dat veel mensen vinden dat zij aan niemand dank en verantwoording verschuldigd zijn, laat staan aan God. We ziens onszelf als wezens die zonder God kunnen leven.

Hoe spreekt de bijbel over bevrijding? Vorige week hoorden we Jezus tegen zijn leerlingen zeggen: ‘Los van Mij kunt ge niets’. Hij raadt ons aan als ranken verbonden te blijven met de wijnstok, de bron van liefde op aarde, die Hij zelf is. En als we goed nadenken moeten we ook wel toegeven dat we niet alles zelf kunnen. Als het erop aankomt zijn we heel kwetsbaar. Het belangrijkste in het leven hebben we ontvangen. We zijn zelf geen goden, maar schepsels. Juist in onze verbondenheid met de bron van liefde, ontstaat ware vrijheid. Jullie zijn als ranken, zegt Jezus. Jullie zijn niet bestemd om apart van elkaar te leven, jullie horen bij elkaar.

Vandaag voegt Jezus er in het evangelie er nog een belangrijke zin aan toe: ‘Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar ik jullie’. Uitgekozen worden in het leven, als basis van echte vrijheid. Jezus noemt ons zijn vrienden. Hij heeft ons ook een taak en zending gegeven, namelijk om vruchten voort te brengen die blijvend zijn. Zijn liefde mogen wij doorgeven. Als wij ons geliefd weten, kunnen we de ander centraal stellen in ons leven. In Jezus’ Naam mogen wij elkaar tot zegen zijn, heilzaam zijn in onze omgeving, elke dag weer. En we mogen erop vertrouwen dat Hij ons geen al te zware lasten oplegt. Wanneer we met Hem verbonden blijven, als een rank aan de wijnstok, zullen we het kunnen volbrengen.

Jezus geeft het grootste offer omwille van de liefde. Hij weet dat de liefde geduldig is en vol goedheid. Hij weet ook dat we alles wel kunnen bezitten, maar dat we zonder de liefde eigenlijk niets bezitten. We kunnen menen dat we wijs zijn en alles rationeel kunnen oplossen of verklaren, maar als we daarbij geen liefde hebben, dan stelt het allemaal niets voor. Onze geestkracht wordt juist door de liefde versterkt, wij worden bezield door de liefde. Dat houdt ons gaande, dat houdt ons in leven en dat geeft ons weer nieuwe moed.

Als we ons geraakt weten door Zijn liefde, kunnen we aan elkaar de hoop doorgeven dat het leven de moeite waard is. We mogen leven voor elkaar, bevrijd van allerlei vormen van angst en verslaving. Vanuit die vreugde mogen we moedig door het leven gaan, niet bang om te worden geraakt door de pijn van de ander. We zullen mild zijn voor elkaar, beseffend dat we allen kinderen van God zijn.

Zoiets zullen ook die eerste apostelen hebben ervaren. Ze moeten vol geweest zijn van de persoon van Jezus. Het gaf hen de moed en inspiratie om Hem te volgen tot hun laatste levensadem. Laten we proberen ons voor te stellen wat het ons doet, dat God ons zegt: JOU heb ik uitgekozen. Voor jou heb ik een persoonlijke opdracht op aarde. In jou mogen de mensen iets herkennen van Mijn gelaat.

In een egoïstische samenleving, waarin veel mensen vooral aan zichzelf en hun eigen geluk denken, is dat een bijzondere opdracht. Dat kunnen wij niet gemakkelijk uit onszelf. Alleen als we de vreugde van de liefde van God ervaren in ons hart, zullen we spontaan zijn liefde kunnen doorgeven aan elkaar. Ook aan buitenstaanders. Moge dat zo gaan in ons leven. Amen.

PLK