Zondag 15 maart, 5e zondag veertigdagentijd
5e zondag Veertigdagentijd- B, 15.3.24 in TB
Jeremia 31, 31-34; Heb. 5, 7-9; Johannes 12, 20-33
Hoe komt een mens tot bloei? Hoe leidt hij of zij een vruchtbaar leven? Door te leven voor de ander, zegt Jezus. En Hij vergelijkt ons met een graankorrel. Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Om echt te leven en vruchtbaar te zijn moeten wij niet bang zijn om ons te branden aan elkaar. Wie angstig en halsstarrig zijn eigen hachje probeert te redden, is al dood tijdens het leven. Alleen wie in groot godsvertrouwen zich durft te geven aan de ander, komt als mens tot volle bloei. Durven we dat?
We hoorden hoe enkele Grieken (bedoeld worden hellenistische, Grieks sprekende joden) bij gelegenheid van het paasfeest Jeruzalem bezochten. Ze hadden blijkbaar gehoord over Jezus, die kort tevoren triomfantelijk de stad was binnengetrokken op een ezel. Ze waren nieuwsgierig gemaakt en wilden hem wel eens spreken. Wat zou deze populaire rabbi te vertellen hebben? En het eerste wat ze van Jezus horen is: “Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt”. Dat klinkt nogal geheimzinnig. Wat zou Hij daarmee bedoelen? Wat nu volgt maakt het nog vreemder: Jezus zegt, dat wie Hem werkelijk wil zien en ontmoeten, zal moeten opzien naar het kruis. Sterker nog: wie Hem wil volgen zal ook zelf zijn kruis op zich moeten nemen. Want alleen wie zijn leven durft prijs te geven, zal het werkelijk winnen.
Het kruis is in onze kerk een belangrijk symbool. Was het oorspronkelijk een marteltuig, in het evangelie wordt het een weg naar verheerlijking. Jezus, die zijn hele leven in dienst stelde van de ander, gaat deze weg ten einde toe. Op het kruis wordt Hij door zijn Vader, op wie Hij bleef vertrouwen, verheerlijkt. In Jezus’ hele leven wordt de heerlijkheid van God openbaar. En nu bevestigt de Vader het leven van zijn Zoon. En vanaf dat kruis trekt Jezus allen tot zich, ook de Grieken en ons, in een Nieuw Verbond. God legt zijn richtingswijzers voor het goede leven in ons hart. Op dat beslissende moment, zijn uur, wordt Satan, de vorst van deze wereld, buiten geworpen en verslagen. Dat is het goede nieuws. Uiteindelijk zullen de goede krachten overwinnen.
Hoe leidt een mens een vruchtbaar leven? Jezus nodigt ons uit Hem te volgen. Dat kan alleen als ook wij bereid zijn ons leven te geven, in kleine of in grote dingen. Dat vraagt een consequente keuze. Ieder die besluit zijn leven in te zetten voor een groot ideaal en zijn roeping trouw probeert te blijven, kan op weerstanden en verzet rekenen vanuit de omgeving. Dat zal veelal lijden met zich meebrengen: verachting, smaad, kwaadsprekerij. Zeker in de huidige samenleving. Het vergt dan een groot vertrouwen, in God en in je droom, om vol te houden. Op jouw eigen manier moet je het aandurven je als zaad te laten vallen in de aarde.
Wat is voor ons de les van het kruis? Niet, hoop ik, dat we het lijden op zichzelf verheerlijken. Ook God doet dat niet. Maar misschien wel dat we ons realiseren dat het echte leven nooit lukt zonder pijn. We moeten ons niet laten verleiden om onszelf vroegtijdig te begraven in een poging om elke pijn en tegenslag te vermijden. Soms moeten we door de pijn heen om een nieuwe levensfase te bereiken. Wanneer we het leven krampachtig vasthouden, gebeurt er niets. Alleen uit open handen kan je goedheid zaaien.
Jezus heeft tot het einde vastgehouden aan het vertrouwen in zijn Vader, in de overtuiging dat Hij zijn leven wilde laten beheersen door liefde, niet door angst. Daarmee handelde Hij geheel in lijn met de grote profeten. Zo hoorden we in de eerste lezing van Jeremia die sprak over dat Nieuwe Verbond, niet gebeiteld in steen, maar gegrift in ieder mensenhart. Die belofte dat Hij onze God zal zijn, wat er ook gebeurt.
Opzien naar het kruis. De eerste christenen moeten zich hebben gerealiseerd dat het kruis de weg was naar de Verrijzenis. De weg ook naar de snelle groei van de jonge christengemeenschap. In tegenstelling tot de andere evangelisten spreekt Johannes niet over de doodstrijd van Jezus in de Hof van Olijven. Wel is er even sprake van twijfel. Maar doorslaggevend is het besef dat dit het beslissende moment is van zijn missie: tot dit uur ben Ik gekomen.
Vandaag worden wij uitgedaagd te kiezen. Durven wij ons te laten vallen als een graankorrel? En als we voor onvermijdelijk lijden staan, durven we dan te vertrouwen dat God ons zal bijstaan en hoe dan ook zal opvangen? Als je mij echt wil ontmoeten, zegt Jezus, kniel dan neer bij het kruis en vertrouw op jouw en mijn Vader, die trouw is aan zijn belofte. Durven we ons grote Ik een beetje los te laten, onze autonomie en zelfverzekerdheid waarachter we ons meestal verschuilen? Misschien geeft God ons dan een nieuwe adem, nieuwe grond onder de voeten.
Laten we verder op weg gaan naar Pasen. Die weg loopt via Goede Vrijdag, waarin we opnieuw zullen horen dat lijden soms een weg kan zijn tot heil. Amen.
PLK