Zondag 18 februari 2024, 1e zondag 40-dagentijd
1e zondag 40-dagentijd, jaar B, 18.2.2024
Genesis 9, 8-15; 1 Petrus 3, 18-22; Marcus 1, 12-15
We hoorden in de eerste lezing dat het kwaad in de wereld alles kan overspoelen. Dat was het geval in de tijd van Noach, en dat is nog steeds zo. Ook in onze dagen worden we dagelijks geconfronteerd met rampen en oorlogen, in het klein en in het groot. Mensen maken ruzie met elkaar, moorden elkaar uit. Maar ook in ons hart is vaak een strijd gaande tussen goede en kwade krachten. We willen soms het een, maar doen het ander, ten koste van onze medemensen.
Het goede nieuws van die lezing uit het boek Genesis is dat God ons een belofte doet, de belofte dat wij nooit meer door de kracht van het water zullen worden overweldigd. Nu hoor ik u zeggen: hoe zat het dan met die tsunamie, een aantal jaren geleden? Waarschijnlijk moeten we die belofte wat anders verstaan. Want rampen vinden nog altijd plaats en de strijd om goed en kwaad is nog altijd gaande, ook in ons hart. Toch durft de auteur van het boek Genesis te zeggen: onze God is een God van mededogen, Hij biedt ons steeds weer nieuwe kansen, we mogen telkens opnieuw beginnen. God weet dat er in ieder van ons een duiveltje woont, dat strijdt met al het goede dat er ook is. Zo zitten mensen nu eenmaal in elkaar; ons leven speelt zich af te midden van engelen en wilde dieren.
En zo was het ook bij Jezus, zegt Marcus in het evangelie. Ook Hij heeft als mens moeten strijden met de duivelse verleidingen in het leven: rijkdom, macht, heersen over anderen die jou dienen. In tegenstelling tot Lucas en Matteüs benoemt Marcus de verleidingen niet. Hij zegt eenvoudig: Jezus verbleef 40 dagen in de woestijn bij de wilde dieren. De woestijn, dat is de plaats waar mensen met zichzelf geconfronteerd worden, waar we moeten ontdekken waar het in het leven ten diepste om gaat.
Leven tussen engelen en wilde dieren. Wat betekent dat? Ik herinner mij een TV-documentaire van een tijdje terug, getiteld “De verleiding van het grote geld”. Een verhaal over het grote graaien in de vastgoedsector, maar ook een confrontatie met onszelf, als we er voor open willen staan. Want de wereld is niet eenvoudig in te delen in goede en slechte mensen. In ieder van ons groeit naast de gezonde tarwe ook het onkruid. En de gelegenheid maakt de dief, is een gezegde. In hoeverre is dat waar? En wanneer leidt een verleiding tot een verslaving?
Aanwezige ondernemers maakten in die documentaire duidelijk dat ze kicken op het grote geld, dat het hun een gevoel van power geeft, dat ze geen lulletje rozenwater willen zijn in de ogen van hun vrienden of concurrenten. Een psychiater legde uit dat onder elke verslaving een egoprobleem zit. Of iemand nu verslaafd is aan geld, aan seks of aan macht, er ligt altijd probleem met het eigen ik aan ten grondslag. Men heeft zichzelf niet geaccepteerd.
Ja, we zijn allen gevoelig voor verleidingen van aardig, interessant, belangrijk te worden gevonden. En wie gun je dat niet? Zo zijn wij geschapen. Maar het kan uit de hand lopen en dan wordt de verleiding een verslaving. De vraag is dus: hoeveel erkenning, status en liefde moeten wij ontvangen voordat we verzadigd zijn? Wie onverzadigbaar is, kan uitgroeien tot een junkie, een machtswellusteling of zelfs tot een Kaïn die zijn broeder doodt, omdat zijn offer geen erkenning vond bij God.
Jezus leert ons dat we, om echt te leven, ons leven moeten verliezen ter wille van de ander. Maar hoe kunnen we ons richten op de ander als we nog zoveel bevestiging nodig hebben voor onszelf? Slechts als wij durven geloven dat we al onvoorwaardelijk geliefd zijn bij God en dus niet langer afhankelijk van het applaus en de liefde van de mensen. Pas dan kan er een gezonde persoon groeien in wie de duivelse en hemelse krachten geïntegreerd zijn, een mens wiens identiteit (bij God) groot genoeg is om zich klein te kunnen maken naar de ander.
Leven tussen de wilde dieren. Hoe leren wij de negatieve tendensen op een goede wijze te integreren in ons leven? Hoe kunnen de engelen, dat zijn de zachte krachten, ons daarbij dienen? Door ons te richten op datgene wat er echt toe doet in ons leven en ons opnieuw te realiseren dat we al geliefd zijn. De jaarlijkse veertigdagentijd kan ons daarbij helpen. Wij worden opnieuw uitgedaagd ons te richten op de woestijn.
De Geest dreef Jezus naar de woestijn. Dezelfde Geest die Jezus kort tevoren – bij de doop – een groot visioen laat beleven, namelijk dat Hij een geliefde Zoon van God is, voert Hem nu naar de leegte van de woestijn. En pas nadat Jezus daar, 40 dagen lang, aan allerlei beproevingen is blootgesteld, begint hij met de verkondiging van de Blijde Boodschap. Blijkbaar moet een mens, ook Jezus, eerst beproefd en gelouterd worden en zijn ware identiteit vinden, voordat hij genezend rond kan gaan.
De woestijn is in de Bijbel niet alleen de dorre, onvruchtbare vlakte. Het is ook de plaats waar mensen met zichzelf geconfronteerd worden, waar mensen moeten ontdekken waar het in het leven ten diepste om gaat. In de woestijn kan je innerlijk sterker worden. Soms moet een mens door jaren van dorheid en onvrede, voordat er een nieuw inzicht doorbreekt, een nieuwe levensfase.
Dan moeten we leren oude zekerheden los te laten, de vleespotten van Egypte achter ons te laten. Leven in het vertrouwen te worden gedragen.
We zijn deze week begonnen aan de veertigdagentijd. We worden opnieuw opgeroepen – ook als kerk – de leegte, dorheid en schuld in ons leven en in onze gemeenschap onder ogen te zien. We worden uitgenodigd in de woestijn de weg te zoeken die het dichtst bij ons hart ligt, om achter te laten wat daar niet bij past. Laten we op weg gaan richting Pasen, Gods Geest gaat met ons mee. Amen.
PLK