Kerstmis 2023

Kerstmis 2023

Jesaja, 52, 7-10; Heb. 1, 1-6; Johannes 1, 1-18

Kerstmis. In de nachtmis hoorden we het klassieke kerstverhaal, met de herders en de engelen. Vandaag, op eerste kerstdag lezen we de proloog van het Johannesevangelie. Een dichterlijke tekst, waarin Johannes ons duidelijk wil maken wie Jezus ten diepste was.

Wat hebben deze woorden ons vandaag te zeggen? In Jezus is het woord van God mens geworden, zegt Johannes. Met andere woorden, in Hem is God ons mensen heel nabij gekomen. In Hem ook kunnen we zien wat God ons te vertellen heeft, welke bedoeling God met ons leven heeft. Johannes spreekt van licht, van wijsheid die doorbreekt in onze duisternis. Dit licht en deze wijsheid  zetten ons op het spoor naar het echte leven.

Maar de wereld, de duisternis verzet zich tegen het licht. Wijzelf zijn die duisternis. We zijn zo gewend aan onze eigen wereld, met zijn eigen wetten. Wij zijn gericht op moeten presteren en vechten, op prestige, status en rijkdom verwerven. Hoe zouden wij kunnen open staan voor het licht dat Jezus kwam brengen? Want wat is dat licht dat Hij komt brengen? Hij brengt ons een boodschap van liefde. Hij vraagt ons te aanvaarden dat we geliefde kinderen van God zijn en dat we elkaar als echte broers en zusters moeten behandelen.

Waarom is dat zo moeilijk te aanvaarden? Omdat wij niet zo goed als God zijn. In tegenstelling tot Jezus, zijn wij niet geneigd elkaar onvoorwaardelijk lief te hebben. Wij stellen voortdurend eisen aan elkaar om erbij te mogen horen. Daarbij kunnen we streng en onbarmhartig zijn. We laten groepen links liggen. Dat  we vinden normaal. Wie – in onze ogen – niet een zinvolle bijdrage levert aan de gemeenschap, moet het zelf maar uitzoeken. Maar zo handelde Jezus niet: Hij bracht juist de mensen die waren teruggedrongen naar de marge van de samenleving terug naar het midden: zieken, kreupelen, blinden, zondaars. Wat dood is bracht Hij tot leven. Nee, de boodschap van licht die Jezus kwam brengen is niet altijd gemakkelijk na te volgen.

Met Kerstmis, het feest van incarnatie, van Gods menswording op aarde, vragen we ons af: Hebben we in ons persoonlijk leven dat goddelijk licht, waarover Johannes spreekt, toegelaten? Zijn we nog getuigen van dat licht? In een wereld waarin God steeds meer wordt buitengesloten en teruggedrongen tot achter de voordeur, vergt het soms moed om openlijk te spreken over je geloof. “Als je Jezus ziet, zegt Johannes, weet je meteen hoe je zelf moet leven om anderen tot licht te zijn”. Zo wordt God mens in ieder mens die licht wordt voor een ander.

In deze kersttijd vieren we dat God zichtbaar geworden is in de persoon van Jezus van Nazareth. God heeft van zich laten horen, het Woord is vlees geworden. In Jezus kunnen we zien hoe een goed leven mogelijk is. Hij is een licht op ons pad. Wij mensen, we kunnen zo vast zitten in onszelf of in onze relaties. We kunnen niet voldoen aan verwachtingen die anderen van ons hebben. Wij die zijn opgesloten in duisternis en beklemming, of in angst voor oorlog, worden opgeroepen ons te openen. We worden aangemoedigd onze sombere en deprimerende gedachten los te laten en te vertrouwen op dat licht dat Jezus kwam brengen. Als we ons werkelijk geliefde kinderen van God weten, gaan we ons vanzelf voelen en gedragen als bevrijde mensen.

De profeet Jesaja kondigt ons in de eerste lezing goed nieuws aan. Als een vreugdebode meldt hij dat de Heer naar Sion, dat is Jeruzalem, zal terugkeren om zijn volk troost te brengen. Een beetje goed nieuws kunnen wij ook wel gebruiken. Oorlogsdreiging, voortdurend stijgende prijzen, schrikwekkende klimaatontwikkelingen, soms krijg je het gevoel dat het einde van de wereld nabij is. En onze eigen, westerse wereld lijkt zich meer en meer van God af te keren.

Maar misschien moeten wij vooral getuigen van het licht zijn in ons persoonlijk leven. Net als Jezus ervoor zorgen dat iedereen mag meedoen: zieken en gevangenen bezoeken, hongerigen voeden, dorstigen te drinken geven en bedrukten bevrijden. Getuigen van zijn licht betekent ook in het nieuwe jaar weer: net als Jezus je eigen kruis zo blijmoedig mogelijk opnemen. Wat moeilijk maar nodig en onvermijdelijk is aanvaarden, vertrouwend op Gods kracht.

Waar woont God? Zo vroeg onze emeritus-bisschop zich eens af. Zijn antwoord luidde: God woont in de ruimte die wij Hem geven. De vraag is dus welke ruimte wij God het komend jaar willen geven in ons hart en in ons leven. De Franse wijsgeer Pascal zei eens dat in ieder mensenhart een gat was uitgespaard waarin alleen God past. We voelen een vaag verlangen, maar weten niet precies hoe dit te vervullen. In onze wanhoop om dat gat te vullen proberen we van alles: we zoeken het verlangen te stillen via mensen en middelen. Maar uiteindelijk zullen we gaan beseffen dat alleen God zelf deze honger kan stillen.

Bij God mogen we telkens opnieuw beginnen, als blije en bevrijde mensen. Laten we zo samen het nieuwe jaar binnentreden, vertrouwend op Gods en elkaars nabijheid, ook en vooral wanneer het moeilijk wordt.

Ik wens u een zalig Kerstmis.   

PLK