Zondag 15 januari, Lam Gods
2A Lam Gods, 15.1.23 in TB
Jes. 49, 3.5-6; 1 Kor. 1, 1-3; Joh. 1, 29-34
Wie is Jezus voor ons? Welke rol speelt Hij in ons leven? Johannes de Doper wijst ons in het evangelie de weg. “Hij is het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt”. We kennen het antwoord van kindsbeen af, maar wat betekent het? Kunnen we dit beeld nog verstaan?
De zonde van de wereld, dat verwijst naar de menselijke situatie waarin wij allen verkeren. Je wilt wel je best doen om een goed mens te zijn, maar het lukt ons vaak niet. Je voelt je onmachtig. De apostel Paulus zei het al: ik doe niet wat ik wil. Mensen zijn vaak een wolf voor elkaar. Ze willen macht over elkaar hebben. Ze stelen van elkaar. Ze spreken slecht over anderen.
En dan is er dat joodse beeld van het lam dat eens per jaar (op de Grote Verzoendag, yom kippur) de zonden van het volk op zich nam en de woestijn in werd gestuurd. Aldus werd het volk gereinigd. Dit beeld past Johannes de Doper toe op Jezus. Hij wijst hem aan als de mens die zich zal laten breken om de mensen te bevrijden van hun schuld. Als een offerlam zal Hij zich weerloos naar de slachtbank laten leiden en zo anderen verlossen. God overwint het kwaad in de wereld door een lam, een halfnaakte mens die aan het kruis hangt te sterven.
Hoe moeten we ons dat voorstellen? Wel, Hij liet in heel zijn leven zien dat je de normale gang van zaken ook kunt omdraaien. Ik las ergens (TB): In plaats van over elkaar te heersen kun je elkaar ook dienen. In plaats van nemen en stelen kun je ook leren delen. In plaats van haat en nijd zaaien kun je ook vergeving en verzoening schenken. In plaats van te misbruiken kun je elkaar ook met respect en tederheid tegemoet treden. In plaats van wolven te zijn kun je ook als een lam tussen wolven leven. De vraag is of we dit aandurven.
Jezus zal later zijn leerlingen als lammeren tussen de wolven zenden. Zo zendt Hij ook ons. Hij zegt: wie het waagt als een weerloos en geweldloos lam te leven kan ook in de wolven heel wat goede krachten naar boven halen. In aanloop naar de communie-uitreiking zegt de priester of diaken: zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Hij draagt ons leed, ons kwaad, onze onmacht ten goede. Johannes zag op hem de Geest Gods rusten. Het is die Geest die levend maakt, die ons nieuw in het leven zet.
Johannes spreekt ook over de Zoon van God. Hij gaat daarvoor terug naar beelden die we tegenkomen bij de profeet Jesaja. Zoon van God betekende voor hem dienaar of knecht van God, belast met de opdracht het volk van de ondergang te redden. De dienaar van God die zich altijd laat raken door het leed van de mensen om hem heen, die door medelijden wordt bewogen, die het geknakte riet niet breekt en de kwijnende vlaspit van de hoop niet dooft, maar mensen opnieuw in het leven zet. Die gerechtigheid brengt waar mensen in onrecht moeten leven. Maar de machtigen moeten hem niet, ze willen hem uit de weg ruimen. Hij zal zich niet verzetten, zijn mond niet open doen. Tegenover macht en agressie zal Hij onmacht en vergeving plaatsen. Als een lam zal hij zich naar de slachtbank laten leiden, zegt Jesaja. En aldus zal Hij, op mysterieuze wijze, redding en verlossing brengen.
We kunnen ook denken aan het Exodus-verhaal. Het geslachte paaslam is het symbool dat de redding uit slavenland Egypte bewerkt. Ook in het boek Openbaring wordt verhaald over de grote strijd tussen goed en kwaad. We horen hoe er een lam zal komen, een gehoornde ram die als overwinnaar namens God zal zegevieren. Uiteindelijk zal het kwaad worden overwonnen. Zo wordt Jezus, de dienaar Gods ook tot licht voor de heidenen.
De geest van God rustte op hem, zegt Johannes. In alles wat Hij deed om mensen beter te maken, werd iets zichtbaar van die ongrijpbare God. Dat maakte hem tot die speciale mens, tot zoon van God. Na Jezus’ dood gingen de leerlingen een verband zien tussen het lam dat bij een zoenoffer gedood werd en Jezus, door wiens dood de mens weer met God verzoend is. Zo werd de dienaar Gods van Jesaja tot Lam Gods (Adelbert).
Als volgelingen van Jezus worden wij uitgedaagd om in elkaar het goede, de goede Geest, te herkennen. Als je die Geest ziet rusten op een mens, herken je iets van de Geest van Jezus. Zien en leven met de onschuld van een lam. Dan pas worden we werkelijk mens zoals God ons bedoeld heeft. Niet meer levend voor ons eigen ik, maar ten dienste van elkaar.
Te communie gaan is instemmen met dat programma voor de toekomst, tekenen voor een betere wereld. Het heilig brood wordt gebroken zoals Christus zijn leven gaf voor het heil van de wereld. De cirkel van het kwaad wordt doorbroken door de ontwapenende goedheid van het lam. Daarin mogen wij hem navolgen. Het is de enige weg om onze wereld leefbaar te houden. Als we zo door het leven gaan, zal de geest Gods, de geest van Jezus, ook op ons rusten.
PLK