18 december 2022, 4e zondag vd Advent
4e zondag van Advent, 18.12.2022 A-jaar in OU
Jesaja 7, 10-14; Romeinen 1, 1-7; Mat. 1, 18-24
Een week voor Kerstmis horen wij het begin van het geboorteverhaal volgens Matteüs. In tegenstelling tot Lucas, in wiens evangelie Maria een centrale rol speelt, concentreert Matteüs zich op Jozef.
Jozef heeft een droom, een vreemde droom. Hij zit in een moeilijke situatie, Zijn verloofde is zwanger, maar niet van hem. Stelt u zich dat maar eens voor. Hoe zou u reageren? En dan komt in zijn droom een engel vertellen dat het kind werd verwekt door de heilige Geest. Vele mannen zouden in dat geval hun geliefde met het kind laten zitten.
Maar Jozef reageert anders. Hij neemt de droom serieus. Op wonderlijke wijze beseft hij dat God hier in het spel is. En hij besluit zich hiervoor open te stellen en hierin mee te gaan. Zoiets vergt moed, want het is toch in zekere zin een sprong in het duister. De engel begint niet voor niets met: wees niet bang. God toelaten in je leven is altijd een avontuur, dat angst kan oproepen.
Koning Achaz, over wie we hoorden in de eerste lezing, hield God liever buiten de deur. Hij gaf er de voorkeur aan te vertrouwen op eigen kracht. Als Jesaja hem uitnodigt aan God een teken te vragen, zegt hij heel schijnheilig: ik wil de Heer niet op de proef stellen. Maar inwendig denkt hij: ik kijk wel uit, dat risico loop ik liever niet. Je weet nooit wat je in je leven binnenhaalt, als je je laat leiden door een teken, een aanwijzing van God. Ik blijf liever baas in eigen huis. Achaz lijkt in die zin wel veel op de meeste mensen in onze tijd. We redden het zelf wel. We hebben God niet langer nodig.
Jozef was anders. Hij leefde intensief met het mysterie van God. Hij was een rechtschapen man, zegt Matteüs. Hoe kunnen we die droom van Jozef verstaan? Een droom waarin de engel aankondigt dat het kind zijn volk zal redden van de zonden? Om daarvan iets te begrijpen, moet je eerst weten hoe Jezus later geworden is. Het verhaal van de droom is immers geen ooggetuigenverslag, maar een gelovige duiding van de evangelist achteraf van wie Jezus ten diepste was. Matteüs wil ons duidelijk maken dat Jezus niet zomaar een kind van een menselijke vader, maar een zoon van God is.
Hij staat in een lange traditie. Grote mannen in de joodse geschiedenis, zoals Isaac, Jacob en Samuël, werden allen geboren uit oude of onvruchtbare vrouwen, Sara, Rebecca, Hanna. Menselijkerwijze was het niet mogelijk. Hier was meer in het spel. Mozes werd gered in een biezen mandje en later, met heel zijn volk, door de Rietzee, die hen een veilige doortocht bood. Slechts door Gods tussenkomst was leven mogelijk.
Matteüs wil ons zeggen: Zo was Jezus. Hij kwam van God. In zijn naam, Jezus, kwam God naar ons toe, om ons te bevrijden van alles wat ons beklemt, van alles wat ons het echte leven belet. In hem wilde God altijd met ons zijn, Immanuël.
Durven wij als Jozef te zijn? Durven wij werkelijk open te staan voor de vraag wat God met ons leven wil? Willen we Hem echt toelaten in ons leven? Mag Hij met Kerstmis opnieuw geboren worden in ons bestaan? Zeg maar niet te snel “ja”, want je antwoord heeft misschien grote gevolgen.
Maar toch, ook tegen ons zegt de engel: wees niet bang, durf je in geloof over te geven aan het mysterie van je leven, want God zelf zal je bijstaan. Jozef overwon zijn angst voor het onbekende door zijn liefde voor Maria. En later overwon Jezus zijn angst voor het kruis door zijn liefde voor de mensen. Liefde maakt mensen moedig.
Jezus kwam de mensen redden van hun zonden. De zonde, dat is het tegenovergestelde van de liefde. Het staat voor alles wat je afhoudt van God en je naaste. Achaz hield God op een veilige afstand en maakte daarmee Gods werk onmogelijk. Wij worden vandaag uitgenodigd het voorbeeld van de moedige Jozef te volgen en Gods liefde in ons leven toe te laten en door te geven.
Wij noemen onszelf, heel voorzichtig, volgelingen van Christus. Dat betekent dat we geroepen zijn, net als Hij, onze medemensen te zien en te benaderen als wie ze zijn in Gods ogen. Kostbaar en beeld van God zelf. Dat zal ons leven op zijn kop zetten. Juist de meest uitgestoten en verachte medemensen werden door Jezus liefdevol ontvangen en centraal gezet. Er is voor ons nog veel werk te doen.
Maar de eerste vraag luidt: Staan wij open voor de stem van God in ons leven? Laten we met open oren en een ontvankelijk hart op weg gaan naar het kerstfeest. Amen.
PLK