27 november 2022, 1e zondag van de Advent

1e zondag van de Advent (jaar A) 2022

Jesaja 2, 1-5; Rom. 13, 11-14; Mat. 24, 37-44

We staan aan het begin van een nieuw kerkelijk jaar, en dus ook bij de opening van de Advent: een tijd van hoop, van uitkijken, verwachten, verlangen. Een tijd waarin we vaak zullen lezen uit de profeet Jesaja. Hij was bij uitstek de profeet van het visioen. Een profeet die zijn tijdgenoten hoop gaf. En ook ons. Jesaja schetst ons een visioen van een nieuwe toekomst. Een toekomst waarin alle duisternis het zal afleggen tegen het nieuwe licht. Ooit zullen mensen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot sikkels. Het Woord van God, dat gehoord werd in Israël, zal de harten van de mensen veroveren.

Wat is een mens zonder hoop of verwachting? Wie niets meer heeft om naar uit te zien, leeft niet echt. Advent is aandacht hebben voor wat er op ons afkomt. Je voorbereiden op de komst van Christus, de mens naar Gods bedoelingen, in je eigen leven en in het leven van anderen. De Heer kan elk ogenblik voor ons staan in de gestalte van een mens die een beroep op ons doet. Als Christus zo bij ons aanklopt, zullen we dan zien dat Hij het is? Jesaja droomt van een stad waar God onder de mensen zal komen en waar de mensen leven in vrede en gerechtigheid.

We worden opgeroepen tot waakzaamheid. We kijken uit naar Christus’ komst, naar het doorbreken van zijn rijk in deze wereld. Waakzaamheid is geloven, nooit wanhopen. Je voorbereiden op de komst van de mens naar Gods bedoeling. Die komst willen we niet missen door onachtzaamheid of onverschilligheid. Waakzaam moeten we zijn, want De Mensenzoon komt op een uur dat gij het niet verwacht. Als we niet opletten, glijden de dagen door onze vingers. Dat eten en drinken en trouwen in de dagen van Noach was op zich natuurlijk helemaal niet verkeerd. Wat er ontbrak was dat de mensen intussen niet door hadden wat er eigenlijk aan de hand was.

Christus zal ook komen op het einde der tijden. Wanneer is dat? De eerste leerlingen geloofden vast dat Christus spoedig terug zou komen. Mattheüs schreef enkele decennia later. Hij probeert de hoop wakker te houden. Eens, onverwacht zal de Heer komen. Praktisch gezien zijn we NU aan het eind der tijden. Het gaat erom hoe we nu leven. En Hij zal komen aan het eind van ons leven. Onverwacht. De vraag is dan: kan je terugkijken op een gelukt leven?  Heeft het zijn volle zin gekregen? Jezus zegt niets over het einde van de wereld. Hij zegt: kijk wat er in jouw leven moet eindigen om je te kunnen openen voor een nieuw begin. Hij doet een oproep tot leven.

De een wordt meegenomen door wat hij hoort, leest of ziet. Wordt er als het ware met de haren bijgesleept. Wordt meegenomen in de beweging van het koninkrijk. Hij laat zich raken. De ander blijft onachtzaam of onverschillig achter. De komst van de Mensenzoon is niet gefixeerd op een vast punt in de tijd. Reeds in het NU komt de Heer ons nabij. Overal waar liefde en waarheid een gezicht krijgt. Waar echte zorg voor elkaar heerst. Waken is niet alleen maar wachten en niets doen. Het is: je openen voor het licht, voor je bestemming. Kijk wat er in jouw leven moet eindigen, wil jij kunnen opengaan voor een nieuw begin.

Wil je bevrijd worden? Handel dan niet zoals de mensen rond Noach die niet doorhadden hoe reddend God in Noach bezig was. Wie focust op de reddende kracht van God, wordt opgenomen. Wie dat niet doet, wordt achtergelaten, die ziet geen uitkomst. Opgenomen, waarheen? Dat weten we niet, het is een avontuur, zoals het leven zelf. In de richting van geluk, richting Messias.

Je wordt opgenomen. Het gebeurt aan je. Je hebt het niet helemaal zelf in handen. Je moet er wel op bedacht zijn. God manifesteert zich op een ogenblijk dat alleen Hij kent. Zo kan de Mensenzoon in jou geboren worden en word je zelf een bevrijdend mens. Overal waar liefde en zorg voor elkaar een gezicht krijgen, krijgt Jezus gezicht.

Kerstmis, het feest van het nieuwe licht. Laten we ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht, zegt Paulus in zijn brief aan de Romeinen. Leef er niet zo maar op los, maar leef bedachtzaam opdat we de dingen niet missen die een vervulling van onze diepste verlangens brengen. God is ons nabij. Hij is niet ver voor wie hem zoekt, voor wie hem toelaat in zijn leven. Hij woont daar waar wij voor elkaar broers en zussen zijn. Laten wij ons openen voor het licht, voor onze ware bestemming. En bidden wij dat Christus ook dit jaar weer in ons geboren mag worden.

PLK