20 november 2022, Christus Koning
Christus Koning, 20 november 2022
2 Samuël 5, 1-3; Kol. 1, 12-20; Lucas 23, 35-43
Een koning in Israel. Het was altijd een wat beladen onderwerp. Koningen brengen vaak twee gezichten mee. Enerzijds bieden ze bescherming, anderzijds is er vaak sprake van machtsmisbruik. Profeten hebben de vraag van Israël om ook een eigen koning te hebben soms tegengehouden. Maar uiteindelijk zwicht Samuel en zalft eerst Saul en later David tot koning. En in latere geslachten is David, ondanks alle menselijke tekorten die hij ook had, gezien als de goede koning. Een koning die, namens God, oog had voor gerechtigheid en de zwakken ondersteunde.
Dit beeld van een goede koning, die als een Messias regeert namens God, komt op geheel eigen wijze terug in de geschriften van de profeet Jesaja. Hij komt niet om te heersen, maar om te dienen. Hij krijgt een heel eigen gestalte. Jesaja laat God zeggen: Zie hier mijn dienstknecht, een man van smarten, zonder gestalte en luister, die als een lam ter slachtbank geleid wordt.
En nu hangt Jezus hier aan het kruis. Hij is de koning der joden, schreef Pilatus boven zijn hoofd. Hij heeft zich niet verzet tegen zijn tegenstanders, die het niet konden verdragen dat Hij hen kritiseerde. In zijn solidariteit met hen die door de tempeldienaren werden uitgesloten, werd Hij gevaarlijk. Hij kwam consequent op voor de kleine mens die tot slachtoffer werd gemaakt van Gods wet.
“Als Gij de koning der Joden zijt, red dan Uzelf”, wordt er geroepen. De dienstknecht van God wordt uitgedaagd zichzelf te redden. Maar daarvoor is Hij niet in de wereld gekomen. Zijn missie is juist om geen macht te gebruiken ten bate van zichzelf en in die weerloosheid werd Hij tot redder van anderen.
Net als de mensen toen, zijn ook wij vaak geneigd bij het woord God te denken aan macht. Waarom laat God zoveel pijn en onrechtvaardigheid toe, zeggen we dan. Als God bestaat, laat Hij dan ingrijpen. Maar Jezus zag dat anders. Voor hem spreken de woorden God en macht elkaar tegen.
De eerste christenen gingen Jezus zien als een Messias-koning die zijn macht gebruikte ten dienste van de rechtelozen. Zij gingen verstaan dat alleen een mens die ten dode toe slachtoffer was geworden van machtsmisbruik en rechtsverkrachting, anderen uit lijden kan verlossen (AldelbertAbdij). In zijn lijden op het kruis wordt Jezus een symbool van hoop voor allen die moeten lijden.
Door een consequente keuze voor het goede kan een mens de pijn van een ander verlichten en menselijke waarden overeind houden. Ook in onze tijd kennen we voorbeelden van zulke mensen. Denk maar eens aan Nelson Mandela, aan Titus Brandsma of Maximiliaan Kolbe. De laatste was een Poolse priester die in de tweede wereldoorlog terecht kwam in Auswitch. In deze hel op aarde, waar alle menselijke waarden waren verdwenen, weigerde pater Kolbe zijn beulen te haten. Hij was een bron van troost voor zijn medegevangenen. Op een dag was er een gevangene ontsnapt en volgde er straf voor alle gevangenen. Ze moesten een hele dag rechtop in de zon staan. Tenslotte werden er door de SS tien willekeurige slachtoffers uitgekozen om levend te worden begraven in een ondergrondse bunker. Onder deze tien bevond zich een man die bedroefd was, omdat hij meende dat zijn vrouw en kinderen op hem wachtten. Op dat moment heeft pater Kolbe zich vrijwillig aangeboden om zijn plaats in te nemen.
In mensen als pater Kolbe zien we iets van de betekenis van Christus opnieuw duidelijk worden. Jezus is steeds gehoorzaam gebleven aan wat Hij zag als de wil van de Vader. Hij heeft altijd geweigerd om op zichzelf gericht te leven, Hij leefde voor anderen. Hij werd onze redder omdat Hij heeft laten zien dat het leven niet zinloos is, als je er zo in staat.
Hoe staan wij onder het kruis? Herkennen we ons in het volk dat op enige afstand staat toe te kijken? Nieuwsgierig misschien of altijd wel in voor een verzetje? Lachen we Hem uit, zoals de overheidsdienaren en de soldaten: laat Hij nu maar bewijzen dat Hij de Messias van God is. Als Hij nu van het kruis komt, zullen we hem geloven. Ook een van de twee misdadigers aan zijn zijde hoonde hem op deze wijze, misschien in de hoop zelf nog gered te worden. De andere begreep beter hoe hij ervoor stond. “Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt”. Hij kreeg als antwoord misschien wel de meest hoopgevende woorden uit het hele evangelie: “Vandaag nog zul je met mij zijn in het paradijs”.
Van zulke woorden mogen wij leven, ook vandaag, wanneer het donker wordt. Amen.
PLK