2 oktober 2022 Geef ons meer geloof
27C Geef ons meer geloof, 2 oktober 2022
Habakuk 1,2-3; 2,2-4; 2 Tim. 1, 6-8.13-14; Lucas 17, 5-10
Een mens dreigt soms zijn geloof, zijn vertrouwen in God te verliezen. Zo’n iemand hoorden we in de eerste lezing. Hoe lang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij niet naar mij luistert? Waarom laat Gij mij onrecht lijden en ziet gij al die ellende zonder in te grijpen? We kennen die vragen maar al te goed. Waarom al die conflicten in de wereld? Waarom zoveel vluchtelingen? Er is zoveel onrecht. We willen het liefst dat God al de stommiteiten van mensen teniet doet.
Maar wat voor godsbeeld hebben we dan? Een god die naar onze pijpen danst? Die we aan een touwtje hebben? Bij wie we een boodschappenlijstje kunnen indienen? Zo werkt het blijkbaar niet. Maar hoe wel? De profeet Habakuk roept ons op geduldig en standvastig te zijn; het visioen van een betere wereld niet op te geven, ook al worden we soms op de proef gesteld. Het is zoals het was met Abraham: hij moest vele jaren vertrouwen op de belofte van een nageslacht. Hij behield zijn geloof in Gods belofte en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad.
Geloof houden. Het gaat hier niet zozeer om het onderschrijven van een aantal waarheden. Het gaat veel meer om het vertrouwen niet op te geven. De verleiding om de hoop voor de toekomst maar te laten schieten kan soms groot zijn. Denk maar eens aan het klimaat. De problemen kunnen zo overweldigend zijn, dat een mens denkt: laat dit probleem maar over aan de volgende generatie. Toch zijn er gelukkig altijd mensen die ondanks alles ogen blijven houden voor hoe het zou moeten zijn, mensen die blijven geloven in het visioen van een betere wereld. Ze weigeren af te haken. Ze beseffen: niet God, maar de mens is verantwoordelijk voor het meeste lijden. God wil het kwade niet, Hij wil het goede.
In het evangelie vragen de leerlingen aan Jezus om meer geloof. Om wat voor geloof vragen ze? Die vraag moet over Jezus zelf zijn gegaan, over zijn persoon en zijn zending. Of Hij nu echt de door God gezonden heiland, de Messias was. En hoe zij hem in zijn missie konden volgen. Want als je met hem op weg gaat, zal dit je hele leven veranderen. Dan vertrouw je op zijn aanwijzingen. Zo leerde Hij hun (Lucas 17, 17,3) dat zij, als hun broeder iets tegen hen misdeed en spijt kreeg, hem dan van harte moesten vergeven. En wel tot zeven maal zeventig keer toe!
Geloven in Jezus beïnvloedt heel ons leven. De relatie met Hem moet beleefd worden in heel ons doen en laten. Zoals Paulus zegt in zijn brief aan Timotheüs (tweede lezing): “Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade. Schaam u niet van onze Heer te getuigen”. Geloven in Jezus wil zeggen: ik vertrouw U, ik durf te steunen op uw woord, ik wil met U door het leven gaan. Geloven is een vorm van vriendschap, van liefde. Zo ook vertrouwen we, op gezag van Jezus, op God als een Vader die het beste met ons voorheeft. We mogen leven in het besef van zijn nabijheid.
Welke houding vraagt Jezus van ons? Een houding van dienstbaarheid. We horen dat in het evangelie. Maak jezelf niet groter dan je bent. Verwacht geen dingen die het leven je niet kan geven, maar doe gewoon je plicht, zonder pretenties. Je bent niet de Heer, maar de dienaar. Draag zorg voor elkaar. En heb vertrouwen. Ook al is je geloof niet groter dan een mosterdzaadje. Het is genoeg. Want als je het geloof hebt van een mosterdzaadje, ben je in staat tot een moerbeiboom te zeggen: maak uw wortels los uit de grond en plant u in zee, en hij zal u gehoorzamen.
Sterke woorden, vooral als je bedenkt dat een moerbeiboom een stevig wortelgestel heeft. Maar, las ik ergens (Debbaut), misschien moeten we op zoek naar de werkelijkheid achter het beeld. En ontdekken we dat wij mogelijk zelf die boom zijn. En dat Jezus zegt: ruk uzelf los uit uw egoïsme, uw materialisme, uw gehechtheid aan maatschappelijk aanzien. Ruk u los uit uw comfortabel leventje en plant uzelf in zee. De zee, bron van alle leven, als beeld van God. Met andere woorden, blijf niet hangen in de aarde, maar leef in God, met God.
Als we ons durven toevertrouwen aan (het woord van) Jezus, zijn er geen onwrikbare bomen die je niet kunt verplaatsen. Al is je geloof nog zo klein, het is genoeg, zelfs als het leven moeilijk wordt. Zo schrijft Paulus, die zelf als een misdadiger in de gevangenis zit, aan Timotheüs: “Draag uw deel in het lijden voor het evangelie”. Wanneer je leven gebaseerd is op een diep vertrouwen, kan je het lijden dat je onvermijdelijk overkomt misschien ook beter een plaats geven.
Heer, geef ons meer geloof. Amen.
PLK