11 september 2022 De barmhartige vader

24C De verloren zoon, de barmhartige God , 11.9.22

Exodus 32, 7-11, 13-14; 1 Timoteus 1, 12-17; Lucas 15, 1-32

Een lang evangelie vandaag met drie vergelijkingen waarin Jezus duidelijk maakt hoe Hij God ziet. Jezus werd weer eens bekritiseerd door de Farizeeën en schriftgeleerden omdat hij omging met tollenaars en zondaars. Als goedgelovige jood hoor je dat niet te doen. Wie zich niet gedraagt volgens de regels van de Wet, plaatst zichzelf buiten de gemeenschap.

Maar Jezus zegt: in de hemel is meer vreugde om één zondaar die zich bekeert dan om 99 zogenaamde rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben. En dit thema keert terug in alle drie de verhalen. Drie keer is er iets verloren (een schaap, een drachme en een zoon) en drie keer eindigt het met grote vreugde.

Het ene schaap verliest het contact met de kudde, zeg maar met de gemeenschap. Los van die verbinding met anderen is een mens eenzaam, onveilig, verloren. De vrouw die een drachme is kwijtgeraakt, heeft eigenlijk haar ziel verloren. De verbinding met het echte leven is kapot. Haar leven is zijn sprankeling kwijt. Zo is het ook met de verloren zoon. Het leven dat hij najaagde bleek een vergissing, een illusie. De liefde was eruit verdwenen. Maar gelukkig had hij nog een herinnering waarop hij kon terugvallen en zo een weg terug zoeken.

Vandaag wil ik het vooral hebben over het derde verhaal, dat wel bekend staat als het verhaal over de verloren zoon. U denkt misschien: dat hebben we toch al gehad dit jaar? Dat klopt, in de veertigdagentijd. Blijkbaar is de populariteit van dit verhaal in de kerk altijd heel groot geweest.

Maar wie was uiteindelijk de echte verloren zoon? Daarbij moeten we blijven bedenken dat dit verhaal een antwoord vormde aan de klagende Farizeeën. Net als de oudste zoon in dit verhaal vonden zij het ongepast dat er een feest gegeven werd ter ere van de terugkomst van de weggelopen broer. En eerlijk gezegd kunnen we ons daar allemaal wel iets bij voorstellen. Altijd hard gewerkt, nooit een feestje gehad, en nu komt die stomme broer terug, die al zijn geld er doorheen gejaagd heeft in een wild leven, en nu moeten we zo nodig vrolijk zijn. Ik dacht het niet, zou ik zo zeggen.

Maar de vader in dit verhaal is anders. Hij heeft twee zonen, die verschillend in het leven staan. De oudste gedraagt zich zoals vaders (en moeders) zich dit vaak wensen. Hij werkt hard, maakt lange dagen en voelt zich verantwoordelijk voor zijn vaders bezit. Maar of hij er ook gelukkig van wordt, staat nog te bezien. De jongste heeft het zo eens aangezien en denkt: misschien moet ik mijn geluk eens elders beproeven. Hij vraagt vervroegd zijn erfdeel op. De vader zal hierdoor pijnlijk verrast zijn, maar hij geeft zijn kind de ruimte de wijde wereld in te trekken.

Een herkenbaar beeld, ook vandaag de dag. Kinderen die het ouderlijk huis en vaak ook de kerkelijke traditie waarin ze zo liefdevol zijn grootgebracht verlaten en hun heil elders zoeken, daarbij hun ongeruste en soms teleurgestelde ouders achterlatend. Ik hoor het mensen vaak vertellen. Toch hebben ze hun kinderen zo lief dat ze hen deze ruimte gunnen. En intussen staat de deur altijd open. En soms kan het dan gebeuren dat er nieuw contact ontstaat, een andere wijze van elkaar verstaan. Verloren gewaande kinderen kunnen opnieuw thuiskomen, maar misschien heel anders dan vroeger. En hoe groot kan de vreugde over de onverwachte hereniging dan zijn!

Een vader had twee zonen. Misschien kunnen we in onszelf wel iets van beide zonen herkennen. Iets van de trouw en verantwoordelijkheid van de oudste. En iets van het avontuurlijke van de jongste. En wat hebben we nodig voor een geslaagd leven? Misschien wel iets van allebei. Jezus maakt intussen aan zijn critici duidelijk dat het leven meer inhoudt dan je alleen maar aan de regeltjes houden. Wanneer een mens zich zijn leven lang uitslooft, alleen omdat hij het als zijn plicht ziet, zoals de oudste zoon, dan is er bijna sprake van een slavenbestaan. Je zou haast zeggen: dan ben je pas echt een verloren zoon. Zeker als je intussen je broer de vreugde in het leven misgunt. In elk geval is er geen sprake van een liefdevolle vader-zoon relatie.

En wat te vinden van de jongste zoon? Het verhaal laat er geen twijfel over dat hij in den vreemde zijn geluk niet vond. Maar hij had nog genoeg realiteitszin om te beseffen in welke richting hij het moest zoeken en welke mentaliteit daarbij paste. Hij wist dat hij het nu even niet moest hebben van zijn eigen prestaties; hij had het grondig verprutst. Zijn toekomst zou nu in handen liggen van een liefdevolle en barmhartige vader, die hem een tweede kans zou willen geven. Een situatie die de meesten van ons zullen herkennen. Hoe vaak ligt het geluk in ons leven niet voor een deel in handen van anderen die ons liefdevol omringen. Zijn wij niet zelf het verloren schaap dat voor zijn geluk afhankelijk is van de Goede Herder?

Twee godsbeelden botsen vandaag, de prestatie-eisende God van de Farizeeën, en de eindeloos barmhartige God die de mens de ruimte geeft om in vrijheid zijn eigen weg te gaan en die zijn falende kinderen weer liefdevol ontvangt met een feestelijke maaltijd. Dat laatste is Jezus’ godsbeeld. Hieraan proberen we ons op te trekken.

Die liefdevolle aandacht moet intussen wel handen en voeten krijgen door mensen. We beseffen dat nog eens extra nu het vandaag ziekendag is. Gelukkig zijn er in onze Titus Brandsmagemeenschap nog steeds vrijwilligers die zich regelmatig inzetten voor onze ouderen en zieken. Maar een extra bezoekje is altijd welkom. Laten we in die zin proberen een beetje in het spoor te blijven van de Goede Herder.

PLK