28 augustus 2022 Ware bescheidenheid

22C Ware bescheidenheid, 28.8.2022

Wijsheid van Jezus Sirach 3, 17-18.20.28-29; Heb. 12, 18-19.22-24a; Lucas 14, 1.7-14

Een groot deel van mijn leven heb ik gewerkt aan de universiteit. Meestal met veel plezier. Ik kijk er met dankbaarheid op terug. Ik heb daar veel ontvangen. Toch was er één ding wat me vaak een beetje tegenstond: de enorme status- en prestatiecultuur. En dan niet alleen de hoge verwachtingen, maar vooral het idee dat je jezelf constant groter moest voordoen dan je je voelde. Liever hoogmoedig dan bescheiden. Voor bescheiden mensen is er aan de universiteit eigenlijk geen plaats of geld beschikbaar. Wordt een mens daar gelukkig van? Mijn eigen ervaring luidt: niet echt.

Wat geldt voor de universiteit geldt goeddeels voor vele sectoren in de westerse samenleving. In onze wereld van vandaag lijkt het wel verboden bescheiden te zijn. In het bedrijfsleven, in de politiek, in de sociale media, bijna overal is de boodschap: bescheidenheid is voor de zwakkelingen. Je moet jezelf goed voordoen, stevig opkomen voor jezelf, desnoods je ellebogen gebruiken. Zonodig ten koste van een ander. Anders tel je niet mee.

In de lezingen die wij vandaag horen wordt ons een andere houding aanbevolen. De wijsheidsleraar Jezus Sirach roept op tot deemoed. Ware wijsheid bestaat volgens hem hierin dat men zijn eigen kennis en mogelijkheden niet overschat. De bescheidenheid waartoe hij ons oproept, wordt niet alleen op basis van puur menselijke motieven aangeraden, maar ook krachtens een visie dat God juist in de nederige mens aan het licht komt. In vele Bijbelse verhalen horen we dat de mens die uit zichzelf te zwak is om de dingen naar zijn hand te zetten door God wordt uitverkoren. Jezus Sirach zegt zelfs: Mijn kind, blijf bescheiden en je zult geliefd worden. Voor een hoogmoedige is er geen hoop op genezing.

In het evangelie treffen we Jezus aan in het huis van een voorname Farizeeër, op een sabbat nog wel, de dag die door God geheiligd is om te rusten. Jezus vertelt een gelijkenis, waarin meestal een dubbele bodem zit. Hierin gaat het op de eerste plaats om onze verhouding tot God. De gelijkenis gaat over een bruiloft, een dag om feest te vieren, een dag waarop het Koninkrijk Gods zichtbaar wordt. Maar de deelnemers aan dat feestmaal blijken geen echte sabbatvierders te zijn. Ze zijn uit op de voornaamste plaatsen aan tafel. Het zijn statusgerichte carrièremakers.

Jezus geeft hen een ironisch advies: ga aanliggen op de minste plaats. Want in het Rijk Gods werkt het zo: wie zich verheft zal vernederd en wie zich vernedert zal verheven worden. Niet de theologisch geschoolde Farizeeën zitten bij God op de eerste rij. Nee, de achterblijvers van de samenleving: armen, verdrukten, gebrekkigen (Adelbert Abdij).

God heeft een voorkeur voor wie klein en onaanzienlijk is. Niet Esau, Isaacs oudste en sterkste zoon, maar de jongere Jacob wordt zijn erfgenaam. Niet Jacobs oudste zoon Ruben, maar Jozef, de jongste van allen, wordt de redder van zijn stam. En later kiest God niet de grote Eliab, maar de jongere broer David als koning. En nog later wordt Gods eigen zoon geboren in een stal, uit eenvoudige ouders.

Blaas jezelf niet op, zegt Jezus. Wees nederig en bescheiden. Gewoon, zoals je bent. Niet groter dan je je voelt. Winnen we daar iets mee? Nou misschien geeft het ons een zekere onbezorgdheid om het bestaan. Als je je niet stoerder hoeft voor te doen dan je bent, als je jezelf mag zijn, sta je meer ontspannen in  het leven. God zet onze dagelijkse ideeën en omgangsvormen op zijn kop. Hij verwacht dat wij zijn zorgzaamheid voor de armen en zwakken handen en voeten geven.

Een zekere bescheidenheid maakt gelukkig. Je hoeft niet constant op je tenen te lopen. Het is ook fijner voor je omgeving. Want zeg nu zelf, het is toch gewoon prettiger om met bescheiden mensen om te gaan. Ik bedoel niet valse bescheidenheid, maar mensen die zonder poespas zichzelf zijn. Van God mogen we zijn zoals we zijn. Tegenover Hem hoeven we ons niet te bewijzen. Hij kent ons door en door (Psalm 130). We hoeven ons tegenover hem ook niet te vernederen, want al onze talenten danken we aan zijn scheppende hand.

Laten we ons dus niet dik maken, want anders is er geen ruimte voor God en voor elkaar. Amen.

PLK