Zondag 31 juli 2022, een gelukkig leven
18C Een gelukkig leven, Titus Brandsma 31.7.22
Prediker 1,2; 2,21-23; Kol. 3, 1-5.9-11; Lucas 12, 13-21
De lezingen van vandaag nodigen ons uit om na te denken over wat echt belangrijk en zinvol is in het leven. Wat hebben we nodig om gelukkige mensen te worden? Dat willen we toch allemaal? En wat hebben we er wel niet voor over. We sloven ons uit, een leven lang. We verzamelen alle mogelijke schatten op aarde. En toch voelen we ons vaak leeg en onvoldaan. Hoe komt dat toch?
In de eerste lezing uit het boek Prediker horen we ook zoiets: “Alles is ijdel. Wat heeft een mens aan zijn harde werken, aan al zijn zorgen en tobben onder de zon? Zijn leven is één lijdensweg, zijn werk een bron van ellende. Zelfs ’s nachts vindt hij geen rust”. Zo’n gevoel kan oudere mensen soms overvallen als ze wat meewarig terugkijken op hun drukke leven. Rusteloos werden ze gedreven door hun zucht om steeds hogerop te komen. Ze voelden zich ongelukkig als anderen hen voorbij wisten te streven. Ze sloofden zich af om aardig te worden gevonden en prestige te verwerven. Maar nu vragen ze zich af: was dit het allemaal waard? Ben ik hier nu echt gelukkig van geworden? Het is misschien niet zo vreemd dat het boek Prediker vaak gekozen wordt voor een lezing tijdens een uitvaart. Men is zich de betrekkelijkheid van al dat jagen en jachten gaan realiseren: ‘alles is ijdel’.
Waar in de eerste lezing het accent ligt op presteren, gaat het in het evangelie vooral om het verzamelen van materiële rijkdom. Jezus waarschuwt ons tegen iedere vorm van hebzucht. Ook dat brengt ons niet tot het ware geluk. “Ook al heeft een mens nog zo veel, zijn leven bezit hij niet”. Ook al verzamelt hij enorme schatten in grote, nieuwe schuren, hij mist uiteindelijk zijn doel. Hij heeft niet het gevoel van een ‘gelukt leven’. Want, zegt Jezus, “zo vergaat het iemand die rijke schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God”.
Beste mensen, wat moeten wij hiermee? Mogen we dan niet goed voor onszelf zorgen? Mogen we dan niet genieten van de goede dingen van het leven? Wel, dat zegt Prediker niet. Integendeel, verderop wordt ons aangeraden te blijven genieten van de kleine vreugdevolle momenten in het leven, samen met onze geliefden. En hard werken is op zichzelf niet ijdel. Elders in het evangelie worden we aangespoord onze talenten ten volle te benutten. Als je met plezier en op een eerlijke manier werkt en leeft, is daar niets op tegen. Als iemand een mooi boek schrijft waar anderen van genieten, is daar niets mis mee. IJdel is het als je krampachtig bezit vergaart en daarbij anderen uitsluit. IJdel is het als je behoefte aan status en aanzien onverzadigbaar is, en daarbij anderen niet ziet staan.
Het evangelie sluit hierbij aan. De rijke man die nog weer enorme nieuwe voorraadschuren gaat bouwen, wordt een dwaas genoemd, omdat hij die schatten verzamelt alleen voor zichzelf, maar niet rijk is bij God. Je mag lezen: hij wilde zijn rijkdom niet delen met anderen en bleef daardoor eenzaam. Hij miste het echte doel in het leven, de onderlinge verbondenheid, de liefde. Hij had te laat in de gaten dat het geluk niet in bezit te vinden is. Deze man is beklagenswaardig, niet omdat hij rijk is maar omdat hij zijn roeping niet ziet. Hij is alleen met zichzelf bezig, het leven volgens het Koninkrijk Gods zegt hem niets. Hij zet al zijn troeven op het materiële en mist daardoor het geheim van het leven. Hij vergeet dat de mooiste dingen in het leven altijd genade zijn, gratia, waar ons woord gratis vandaan komt. Zijn fout was niet zijn bezit, maar dat hij dacht daardoor heer en meester van het leven te zijn. Zijn denken werd geheel beheerst door zijn ‘ik’. En dan mis je het echte leven.
Leven in geloof dat is: leven zonder allerlei aardse schatten te verzamelen voor jezelf. Zoals de vogels: “ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren”(Mat. 6,26). Leven in vertrouwen en onderlinge solidariteit.
Een mens kan letterlijk de gevangene worden van zijn bezit- of prestatiedrang. Hij is zo geobsedeerd door zijn bezit dat hij vergeet te leven. Hij is zo bang om te falen of iets te verliezen, dat hij tijd en adem tekort komt. Eigenlijk weten we het wel: dat een te grote aandacht voor het bezit niet echt iets aan ons leven toevoegt, maar er juist iets van wegneemt. Namelijk, de vrijheid om van het leven te genieten, zoals God het ons geeft. De rijke man uit de parabel dacht alleen aan zichzelf. Hij kon niet delen, hij had geen vrienden en ging in eenzaamheid naar zijn eind. Hij had gewoon geen tijd om gelukkig te zijn. Zo kan ook de mens die altijd maar meent te moeten presteren de gevangene worden van zijn of haar agenda. Wie geleerd heeft dat het geluk altijd verdiend moet worden, dat liefde altijd voorwaardelijk is, durft niet met vertrouwen en met open handen in het leven te staan. Toch ligt juist daar een kernboodschap van Jezus’ goede nieuws aan de wereld: Dat God ons liefheeft zoals wij zijn. Dat we Gods liefde niet hoeven te verdienen, Hij schenkt het ons om niet. En wij worden opgeroepen voor elkaar als God te zijn. Wanneer wij leven met en voor elkaar, wanneer wij breken en delen, dan valt het geluk ons vanzelf toe.
De rijke boer had zichzelf geheel afgesneden van de anderen. Echt leven kan je dat niet noemen. Hoe word je rijk voor God? Als je behoort tot diegenen die in het evangelie zalig worden geprezen. Als je leeft als een mens met een nederig hart, die beseft dat hij zijn talenten om niet heeft ontvangen; een mens die oog heeft voor zijn medemensen, die hongert en dorst naar gerechtigheid, die bidt dat Gods wil mag geschieden en die alles doet wat hij kan om dat gebed waar te maken. Als je zó leeft, mag je er op vertrouwen dat God het zaad wat jij zaait doet groeien in de nacht. Dat je naam geschreven staat in de palm van Gods hand. Dat Hij met je zal zijn op al je levensdagen. Vanuit de rijkdom van die innerlijke vrede mogen we leven in vreugde en verbondenheid. Is er een gelukkiger leven denkbaar?
PLK