3 juli 2022, 14e zondag door het jaar
Overweging 3 juli 2022
Veertiende zondag door het jaar
Jes. 66,10-14c; Ps. 66; Gal. 6,14-18; Luc.10, 1-12.17 – 20
(C-jaar)
Wij zeggen weleens dat het leven grillig en onvoorspelbaar is. Onze levensweg uitstippelen geeft ons schijnzekerheid. Want als wij wat ouder zijn, en we kijken terug, dan zien wij wendingen in onze levensweg die kennelijk noodzakelijk waren om een bepaald doel te bereiken. Mogen wij in dit geval spreken van Gods aanwezigheid tijdens onze levensreis?, ja zeker, denk maar eens aan de reis van Abraham en Mozes en zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen.
In de eerste lezing schildert Jesaja met een prachtige woordkeuze de terugkomst van de Joden uit Babel naar Jeruzalem. Een wending van hun levenspad die zo groots was dat Gods hand hierin ongetwijfeld aanwezig is geweest. Op een wonderlijke wijze brengt Jesaja Gods Woorden ten gehore: “Als een rivier leid Ik de vrede naar haar toe en als een onstuimige stroom de schatten der volkeren”. En de apostel Paulus zegt: “richt je tot Jezus”. “Je bent een nieuwe schepping, de vrede zal voor een ieder gelden” Een andere maar duidelijke woordkeuze.
In het Evangelie van vandaag gaan de leerlingen van Jezus op reis. Zij moeten de komst van het Koninkrijk van God in alle plaatsen verkondigen waar Hij zelf ook heen wilde gaan. Maar makkelijker gezegd dan gedaan. Op reis gaan zonder plan, zonder boeking en zonder tas of schoenen en - last but not least – zonder geld, betekent afhankelijk zijn van anderen, wat betreft het levensonderhoud. Maar Jezus verlost ons van dit probleem door middel van het gebed dat Hij ons gegeven heeft. Wij hoeven ons niet druk te maken over ons dagelijks Brood. Herkennen de mensen de blijde boodschap. Ja zegt Jezus, de oogst zal groot zijn.
Wat is mooier dan in vrede met anderen leven, de Wet van de profeten te volgen, beschikbaar zijn voor de ander en je naaste behandelen, zoals jezelf behandeld wilt worden.
Het huidige Jeruzalem is niet alleen het Huis van God. Het is ook een plaats van geweld, minachting van groepen mensen onderling. Een plaats waar niet alleen God wil wonen, maar waar God ook niet wordt begrepen. Al eeuwen lang kenmerkt Jeruzalem zich door strijd dat gaat om de waarheid die de mens definieert. God doet dan even niet mee.
Wellicht herkennen wij iets van de schets van het roerige Jeruzalem in ons eigen leven. Een soort innerlijke strijd. Tijdens de Eucharistie, Gebedsdienst, wandeling in de natuur of het beluisteren van mooie muziek en de stilte beleven, zijn er momenten dat wij Gods aanwezigheid ervaren. Wij sluiten Hem dan graag in ons hart. En zoals de psalmist het zegt in Psalm 66: “Dan juichen wij van vreugde om Hem die eeuwig regeert door zijn Macht”. Alsof wij in het nieuwe Jeruzalem zijn. Wij horen hem spreken: “vrede zij in dit huis, vrede in je hart”. Op dat moment zijn we ons bewust dat ons levenspad wordt geleid door God. Hij is er, maar niet zonder meer.
Nee, want wij moeten ons telkens er van bewust zijn dat ons levenspad wordt geleid door Zijn Hand. In ons overwegend materiële en rationele bestaan spiegelen wij ons graag aan wat goed gaat, succes oplevert, straalt en glanst. Wij kijken naar anderen waarvan wij denken dat het hun goed gaat. In sommige gevallen adoreren wij deze mensen als ware zij Goddelijk, in de hoop dat het allemaal wel goed komt. En dat blijkt vaak niet zo te zijn.
De huidige problemen ten aanzien van klimaat, armoede, uitbuiting en diverse oorlogen eisen veel mensenlevens. Het is de tijdgeest en de gewoonte waarin wij dagelijks functioneren. Materieel gesproken gaat het nog steeds goed met ons. Hoewel, steeds meer mensen hebben moeite om de touwtjes aan elkaar te knopen.
Ik wil graag de aandacht vestigen op de vreemdelingen die steeds meer een beroep doen op onze gastvrijheid. Zij zoeken een veilige haven en een menswaardig bestaan. Zij verlaten hun thuis en gaan geestkrachtig op pad. Vaak zonder plan, geboekte reis en (meestal) zonder geld. Zij voeden zich met eten dat wordt aangeboden en slapen met vreemden. In welke angst en uitzichtloosheid van het bestaan moet je verkeren om te beslissen huis en haard te verlaten. De vreemdelingen kloppen bij ons aan en wij zullen dit accepteren.
Wij kunnen best iets missen. Wij leven in relatief luxe omstandigheden en daar werken wij met z’n allen hard aan.
Wij zijn Christenen die door zijn Zoon Jezus Christus, Gods Woord volgen. Ons Geloof is onze wegwijzer hoe wij met onze medemens, wel of niet vluchteling, moeten omgaan. Naastenliefde geven is een manier om God te eren. Een beschikbaarheid voor de ander, zonder dat je er zelf beter van wordt. Je geeft een stukje van jezelf weg. Laat ons hart groot en open zijn.
Gastvrijheid staat centraal in ons geloof. Maar mogen wij wel spreken over gasten. Door ons “wij en zij” denken bestaat het gevaar onbewust onderscheid te maken tussen een vreemdeling en een ingezetene. Maar op de keper beschouwd zijn wij allemaal gasten op deze wereld. Wij hebben deze aarde als woonplaats van onze schepper gekregen, zonder een duiding van landen en grenzen. En wij hebben allemaal de opdracht gekregen goed voor ons eiland in het heelal te zorgen.
Maar toch, wij zijn ook maar mensen. Het komt voor dat wij de nieuwkomers met enig voorbehoud bekijken. Zo was het in de tijd van Jezus ook. Samaritanen en Joden konden aanvankelijk moeilijk met elkaar omgaan. Maar de soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Zeer bekend is Jezus gelijkenis van de “barmhartige Samaritaan”, zie Lucas 10: 25-37. En zo zijn er nog andere verzen in het Evangelie die gaan over verschillen tussen volkeren die worden overbrugd. De 72 leerlingen die er op uitgestuurd worden, verwijst naar alle volkeren op aarde. Er zijn geen verschillen die niet overkoepeld kunnen worden.
In het Oude Testament zijn mensen vaak op weg. God is altijd bij hen. Ook in de geschiedenisboeken worden volksverhuizingen beschreven. Het lijkt wel of het inherent is aan de mens om onderweg te zijn . Mijn voorvader was van Franse komaf. En zo zijn er in ons land veel Nederlanders met een buitenlandse herkomst. Een smeltkroes van culturen.
Om een Hemel op aarde te creëren zullen wij Jezus moeten navolgen. Hij stuurt ons er op uit. En wij weten dat de weg die wij moeten nemen moeilijk te gaan is Een weg die genomen moet worden met dan weer stijgen en dan weer dalen. ”Sta op, geloof, volg mij en het komt goed met U”. Geloven is in het diepe duiken en vertrouwen dat het goed komt. Ik worstel en kom boven met behulp van Gods Geest. Jesaja leert ons zien dat in situaties van onzekerheid God zich openbaart als een beschermende moeder en troostrijke vader. Hij geeft ons ook mee dat het mogelijk is op weg te gaan naar een rechtvaardige wereld. Deze wereld kan tot stand komen wanneer wij gastvrouw/gastheer worden. Dat wij ons niet vastklampen aan bezit, maar in beweging komen.
Lucas laat ons zien dat wij mensen ontmoeten die net zo in elkaar steken als wij. Met sommigen hebben wij een klik, anderen inspireren ons. Wij wisselen ervaringen uit en hebben een gemoedelijk gesprek. Het voedsel wordt eerlijk gedeeld en wij eten en drinken samen. Een sfeer van Geloof, Hoop en Liefde ontstaat. Overtollige ballast en vooroordelen laten wij achter ons. We zijn beschikbaar voor de ander. Wij durven ons te geven, zoals Jezus ons heeft voorgedaan. Samen gaan wij de klus klaren. De klus die leidt tot een wereld waarin een ieder tot zijn recht komt, zoals bedoeld door onze Vader. Want Hij schiep ons naar zijn aangezicht.
Amen
KJB