1 mei 2022, 3e zondag van Pasen

Derde zondag van Pasen, 1 mei 22, TB

Hand. 5, 27b-32.40b-41; Apok. 5, 11-14; Joh. 21, 1-19

Op deze derde zondag van Pasen horen we opnieuw een verrijzenisverhaal, zoals dat in de jonge kerk verteld werd. Vervolgens verschuift het accent naar de vraag welke eisen gelden voor leiderschap in die jonge kerk. Een vraag die ook vandaag nog actueel is.

Het verhaal begint met de mededeling dat zeven leerlingen, op initiatief van Petrus, gaan vissen in de nacht. Maar ze vangen niets. We moeten goed letten op de symboliek in de tekst. Zeven leerlingen doet denken aan de zeven kerken in Klein-Azië, die de hele kerk vertegenwoordigen waarover Johannes schrijft. De zeven kerken zwoegen vergeefs in de nacht. De mensenvissers hebben niets gevangen. Ook in die tijd had de kerk het al moeilijk.

De ochtend breekt aan. Op de oever van het meer staat een onbekende die hen aanspreekt. Beste vrienden (in het Grieks staat zelfs paides, “kinderen”), hebben jullie soms iets te eten? Nee, ze hebben niets gevangen, ze zijn teleurgesteld. Werp dan je net uit, rechts van de boot. Ze worden uitgedaagd het over een andere boeg te gooien. Heel ongebruikelijk en riskant, want op die manier zou het net wel eens in het roer verstrikt kunnen raken. Maar ze doen het en vangen een grote massa vis. Dan herkent Johannes, de leerling van wie Jezus hield, in de vreemdeling de verrezen Heer en Petrus springt het water in om Hem tegemoet te snellen.

Het net zat vol grote vissen, 153 stuks. Dat is niet zomaar een getal. Het wordt wel in verband gebracht met alle toen bestaande vissoorten, maar ook met het aantal bekende christengemeenten van dat moment. Het symboliseert dus de universaliteit, de gehele mensheid. En hoewel het net overvol was, scheurde het niet. De eenheid in de kerkgemeenschap bleef bewaard. Op eigen kracht vangen wij niets, is de boodschap, maar met hulp van de verrezen Heer kunnen we de hele wereld aan en blijft de gemeenschap intact. Een scheuring wordt voorkomen.

Aan land gekomen zien de leerlingen een houtskoolvuur, met vis en brood. Ook hier weer symboliek. Vis, ICHTUS in het Grieks. De letters verwijzen naar Jezus, Zoon van God, Verlosser. Vis en brood, dit doet ons natuurlijk denken aan dat verhaal van de wonderlijke broodvermenigvuldiging en aan de eucharistie. Ook de Emmaüsgangers herkenden de Heer bij het breken van het brood en net als bij Maria Magdalena is het de liefdevolle blik die in dit geval Johannes als eerste de ogen opent. Maar het woord koolvuur verwijst ook nog naar één andere plaats in het evangelie van Johannes, namelijk naar de binnenplaats voor het Sanhedrin waar Petrus Jezus tot driemaal toe verloochent. Dat kan niet toevallig zijn.

We komen daarmee op het tweede thema van deze schriftlezing: wat is er allereerst vereist voor goed leiderschap in de kerk? Aan welke kwaliteiten moet bijv. de paus voldoen? Wat voor man kan de kerk in deze moeilijke tijd een nieuwe impuls geven? Moet hij vooral een sterke man zijn die de curie kan hervormen? Moet hij een groot communicator zijn die weet om te gaan met de media? Moet hij een heilige zijn met een perfecte staat van dienst?

Simon Petrus zou bij deze eisen niet door de selectieprocedure zijn gekomen. Maar Jezus stelt een andere vraag: Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief, meer dan de anderen hier? En Simon antwoordt: Ja Heer, U weet dat ik van U houdt. En zoals Petrus Jezus tot driemaal toe had verloochend, toen het erop aankwam, wordt hem nu tot driemaal toe gevraagd om zijn liefde voor de Heer te betuigen, voordat hem de taak van herder over de kudde wordt toevertrouwd. Liefde voor Christus en zijn kerk is voor Jezus kennelijk het allerbelangrijkst.

[In de grondtaal, het Grieks, is er nog een bijzonder detail dat ons allen kan troosten. In het gesprek tussen Jezus en Petrus worden twee woorden voor liefde gebruikt: filia, dat wij misschien het best vertalen met vriendschap, en agapè, dat wordt beschouwd als een meer volmaakte, onzelfzuchtige vorm van liefde. Het bijzondere is nu dat Jezus twee keer het woord agapè gebruikt, maar Petrus antwoordt met filia. De derde keer gebruikt Jezus hetzelfde woord als Petrus: filia. Bijbelexegeten leggen wel dit aldus uit: blijkbaar legt Jezus zich erbij neer dat Petrus niet in staat is te voldoen aan de hoge eis van liefde die agapè genoemd wordt. Hij heeft Jezus in moeilijke omstandigheden driemaal verloochend. Dat dit voor Petrus mag gelden, kan een grote troost zijn voor allen die geroepen zijn om in de kerk leiding te geven.]

We leven in een tijd van oorlog, maar ook van hoop. We zien hoe paus Franciscus zich presenteert aan kerk en wereld en we proeven in zijn woorden en gebaren iets van de liefde die ook van Petrus gevraagd werd.

In de eerste lezing wordt duidelijk hoe de aanvankelijk zo bange Petrus uitgroeit tot een moedig leider die God meer gehoorzaamt dan de mensen, ook wanneer daarmee zijn eigen leven in gevaar komt. Laten we bidden en vertrouwen dat ook paus Franciscus ons mag blijven voorgaan in moed en liefde om de christelijke boodschap van vrede in deze wereld te blijven uitdragen, juist ook in deze moeilijke tijd. Amen.   

PLK