20 februari 2022, Heb je vijanden lief

7C Heb je vijanden lief  20.2.22 TB

1 Samuel 26, 2.7-9.12-13.22-23; 1 Kor. 15, 45-49; Lucas 6, 27-38

Heb je vijanden lief, wees goed voor wie je haten, zegen hen die je vervloeken en bid voor degenen die je smaden. Is dat niet veel te hoog gegrepen? Onze naaste beminnen is vaak al zo moeilijk, nu moeten we er ook nog onze vijand bijnemen! Hoe serieus bedoelt Jezus dit en waarom wil Hij dat van ons?

Laten we eerst maar eens luisteren naar het verhaal over David en Saul. Een verhaal over macht en vijandschap. Saul zit David achterna. Hij heeft zijn legerkamp opgeslagen ergens in de woestijn. Maar David is in de buurt en sluipt samen met zijn knecht Abisai het legerkamp binnen. Voor de tent van Saul staat de koninklijke lans, als teken van macht en eer. Deze weet David weg te pakken zonder dat iemand het opmerkt. In feite had David de kans Saul te doden – Abisai moedigt hem hiertoe aan –  maar hij doet het niet. Wel zoekt hij contact met Saul die hem achterna zit: wat hebt u voor een lijfwacht, we hebben u zo maar kunnen ontwapenen. Stuur maar iemand om uw lans te komen ophalen. Saul verbaast zich over Davids mildheid, over zijn gebrek aan wraaklust. De wapenen zijn Saul nu ook in figuurlijke zin uit handen geslagen, want tegen zo’n houding kan Saul niet op (Van Ogtrop).

Vijandschap doorbreken, daar gaat het ook Jezus om. Behandel de mensen zoals je wilt dat ze jou behandelen. Dat klinkt al wat redelijker. Toch weten we dat er een duivelse neiging in ons leeft om soms pijn te doen, anderen te kleineren. “Oog om oog, tand om tand” is ons niet helemaal vreemd. Niets menselijks is ons vreemd. Maar Jezus roept ons op barmhartig te zijn, zoals onze hemelse Vader barmhartig is. Denk aan de vader uit het verhaal van de verloren zoon. Het woord barmhartig schijnt verwant te zijn met woorden als baren, baarmoeder. Een moederschoot waar geen verbittering of haat gekoesterd wordt, maar vergeving en verzoening. Dat is wat een baarmoeder doet: het nieuwe leven laten groeien, zonder het te beknellen.

Vergeven, de ander een nieuwe kans geven, is vaak heel moeilijk. Ik zag laatst een documentaire (“Gebroken”) over de enorme gevolgen die een vechtscheiding tussen ouders voor de kinderen kunnen hebben. Jaren van boosheid en eenzaamheid kunnen er volgen. Dan vraagt het een grote inspanning om oude wrok en teleurstelling langzaamaan om te buigen in meer begrip en liefde voor elkaar. Waar dat lukt kunnen mensen elkaar terughalen naar het leven.

We worden vandaag uitgenodigd zo gek als God te zijn. God handelt met ons niet zoals wij verdienen, maar vergeeft onze schulden, zo zingt de psalmist (psalm 103, tussenzang). En in zijn naam ging Jezus weldoende rond en maakte mensen vrij uit zonde en veroordeling. Hij ging nog verder. Zelfs op het kruis bad Hij: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Over Titus Brandsma bestaan getuigenissen dat hij in het concentratiekamp nog zijn medegevangenen troostte en wist te bidden voor zijn beulen.

Je vijanden beminnen. Het gaat wel ver. In de praktijk van alle dag gaat het dikwijls om meer ‘kleine’ dingen. Je raakt bijvoorbeeld in mensen teleurgesteld door iets wat ze wel of juist niet gedaan of gezegd hebben. Je hebt dan de keus om ze verder maar links te laten liggen ofwel om ze een nieuwe kans te geven. Bij God is fout niet definitief fout. Wij mensen mogen altijd ergens op terugkomen bij Hem. Iemand mag spijt hebben en om vergeving vragen. Het evangelie nodigt ons uit met diezelfde goddelijke maat te meten. Er staat niet: bemin je vrienden. Dat is gemakkelijk genoeg. Aan christenen is de opdracht: meet niet als een kruidenier af wat je doet voor een ander, maar doe het met de maat van de liefde. Geef ruimte aan je vijand, beschaam hem met daden van liefde en mildheid, hij heeft dan geen reden meer vijand te zijn.

Het kan je helpen als we tot de erkenning komen dat de ander net zo is als jij. Hij is misschien ook egoïstisch, onattent, zoals jij.  Hij maakt, net als jij, fouten en blunders. Maar hij is ook een kwetsbaar mens, heeft ook steun van anderen nodig.

Dat betekent niet dat vergeving altijd gemakkelijk is. In tegendeel. Iedereen kan zich situaties voorstellen, waarin vergeven haast niet te doen is. Als er een kind van je vermoord is. Als je een leven lang verwaarloosd of gekleineerd bent. Als je in de steek gelaten bent door degene die je het diepste vertrouwen had geschonken. Maar toch, we weten ook: woede en wraak blijven koesteren blijkt uiteindelijk een dood spoor. Alleen vergeving biedt een kans op nieuw leven, voor beide zijden.

Bidden we onze hemelse Vader dat we iets van zijn barmhartigheid in ons leven mogen ontvangen en doorgeven. Amen.

PLK