13 februari 2022, 6e zondag door het jaar

13 februari 2022, 6e zondag door het jaar

Christus, onze hoop

Zegenen en vervloeken zijn het tegenovergestelde van elkaar. De profeet Jeremia spreekt zowel vloek als zegen namens God uit over zijn volksgenoten in Juda. De evangelist Lucas verteld hoe Jezus tegen sommige mensen kritisch zegt: “Wee jullie!’ en anderen nadrukkelijk gelukkig prijst.

Vervloeken is iemand alle kracht ontzeggen en de vernieling in wensen. Wie iemand vervloekt wil dat hij of zij er niet meer is. Wie vervloekt wordt is daarmee buiten de gemeenschap gestoten. Je kunt ook zeggen: hij of zij heeft zichzelf door zijn overtredingen of gedrag buiten de gemeenschap geplaatst. Denk maar eens aan Kain, die na zijn vervloeking geen thuis meer had.

Zegenen daartegen is iemand alle kracht toezeggen, willen dat hij of zij er is en kan groeien met alle mogelijkheden die hij of zij krijgt. Zegenen maakt iemand sterk, geeft kracht. De gezegende krijgt ruimte om te leven en wordt betrokken in de gemeenschap. Iemand wordt ook het beste toe gewenst.

Jeremia vervloekt degene die op mensen vertrouwt. Toen ik dat las dacht ik: wat vreemd? Waarom zou degene die vertrouwt op mensen vervloekt zijn? Waarom zouden we niet op mensen vertrouwen? Dat is toch iets wat nodig is? Vertrouwden we maar wat meer op elkaar, was er maar minder wantrouwen, dan zou de wereld er anders uit zien. Ook in het dagelijks leven hebben we elkaar als mens toch erg hard nodig? De basis daarvoor wordt gelegd door vertrouwen. De profeet kan toch niet bedoeld hebben dat we dit vertrouwen in mensen maar moeten laten schieten en louter en alleen op God vertrouwen? Wat bedoelt hij dan wel?

Er zijn mensen die alleen vertrouwen op zaken die meetbaar en tastbaar zijn. Jeremia zag het om zich heen: vertrouwen op rijkdom, op macht, op geld, op wat op te stapelen is in pakhuizen of banken. Er zijn er die die rijkdom ook nog op oneerlijke manier vergaren, zoals een patrijs eieren uitbroedt die ze niet zelf heeft gelegd, zegt Jeremia.

 Zo zijn er ook politici die alleen maar vertrouwen op meer politie, meer wapens, meer straf en onderdrukking. Of er zijn zakenlieden, directeuren die alleen maar afgaan op macht en winst. Of verzekeraars en managers die alleen maar afgaan op getallen. Dichterbij huis, soms zijn er bijvoorbeeld artsen en of patiënten die bijna alleen vertrouwen hebben in medicijnen, ook bij angst of depressie denken zij direct aan medicijnen. Als zij geen medicijnen hebben, zijn ze ontevreden.

Wat vergeten wordt is het onzichtbare. Dan gaat het om wat bestaat, maar geen zichtbare vorm heeft gekregen: geestkracht, moed, uithoudingsvermogen, liefde, vriendschap, respect. Het bestaat en speelt een rol, een grote, maar is niet direct aantoonbaar, zichtbaar. De arts en patiënt bijvoorbeeld vergeten dat er eerst ook andere bronnen aangeboord kunnen worden om depressie te bestrijden: de eigen geestkracht van de patiënt die altijd ergens aanwezig is.

Waar alleen vertrouwd wordt op het zichtbare, meetbare, tastbare, verdwijnt vertrouwen op het onzichtbare. Anders gezegd: daar verdwijnen aandacht en vertrouwen in de gaven van de Geest: respect en kracht, vuur en creativiteit, troost, verantwoordelijkheid en vergeving. Waar dat wordt weggevaagd, wordt alles kil, koud en hard. Daar kunnen onderdrukking, zelfverheerlijking en onrecht hun gang gaan.

Jeremia houdt een pleidooi voor het drinken aan de bron van de Heilige: zorg dat je erop aangesloten bent, als een boom die zijn wortels in de stroom heeft hangen. De bron van de gaven van God is onuitputtelijk, blijf er om bidden, ervan drinken, dan leef je echt, dan leef je oprecht en je leeft op. Dan ben je gezegend.

EJ