6 februari 2022, Hoe laten we ons kennen
Overweging W&G viering op 6 -2-202 5de zondag door het jaar C
Thema: Hoe laten wij ons kennen?
In de overweging komen de drie hoofdpersonen Jesaja, Paulus en Petrus ieder twee keer aan bod. De eerste keer horen we in welke situatie, welke gebeurtenis zij zich bevinden, een beschrijving die nog dicht bij de lezingen ligt. De tweede keer krijgen we een idee hoe het verder met hen is gegaan. God wil onze hoofdpersonen nabij zijn, want hij heeft een opdracht, een zending voor ieder van hen. En die opdracht staat ook voor ons klaar.
In de eerste lezing hoorden we dat Jesaja in een visioen een Koning zag, een Majesteit die met vuur en geest werd omringd. Het was even alsof er een aardbeving kwam, maar tegelijk meende Jesaja in de almachtige Koning God te zien en hij werd zich bewust dat hij onreine lippen had en dat hij zo nooit in naam van God een profeet kon zijn. Maar God maakte zijn lippen weer rein waardoor zijn zonden verdwenen en zijn misstappen werden vergeven.
In de tweede lezing benadrukte Paulus dat de verrijzenis van Jezus de bron is voor vergeving. Om onze zonden heeft God zijn enige Zoon naar de wereld gestuurd, Hij werd na zijn dood begraven en was opgestaan op de derde dag, zoals het in de Schrift stond. Ook zei Paulus dat Jezus verschenen was aan de apostelen en later aan nog veel meer mensen. En ten slotte vertelde hij aan zijn broeders en zusters dat hij zwaar had gezondigd. Ik ben de minste onder de apostelen, een misgeboorte, maar zelfs ik kreeg vergeving door Gods grote genade.
In het evangelie ontmoeten we Petrus. Hij voelde door Jezus de nabijheid van God. Maar hij had geen vertrouwen in Jezus voorstel om de netten toch nog een keer uit te gooien. Wat wist Jezus nou van vissen? Vissen op klaarlichte dag dat was toch kansloos! Alleen uit respect voor zijn Meester had Petrus de netten uitgegooid. Maar toen hij de volgeladen boten aan land bracht, drong het tot Petrus door dat hij een misstap had gemaakt, hoe kon hij zo dom zijn! En hij zei: Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens en hij viel aan de voeten van Jezus neer. Jezus echter vertrouwde Petrus en zei: Wees niet bevreesd, voortaan zult ge mensen vangen.
Het is een geruststellende gedachte dat de hoofdpersonen niet allemaal brave zielen waren. God hoeft niet naar brave zielen te zoeken, want die zijn al bij Hem. God zoekt mensen die twijfelen, die soms boos worden op Hem uit onmacht, maar die ook moedig zijn en vanuit hun hart handelen. God zoekt dus mensen zoals u en ik.
Terug naar Jesaja, Paulus en Petrus
Jesaja voelde zich bij het aanzien van de almachtige Koning en Majesteit dat hij veel te nietig en te klein was om Gods zending te volbrengen. Hij wilde graag een profeet van God zijn, maar misschien was Jesaja te bescheiden of ontbrak het hem aan zelfvertrouwen. Waarom koos God juist hem uit? God vertrouwde erop dat Jesaja een goede profeet zou zijn. En daarom vergaf God hem zijn zonden en zo kreeg Jesaja moed en zelfvertrouwen, zodat hij uiteindelijk durfde te zeggen: Hier ben ik, zend mij!
Paulus dacht dat hij door zijn zware zonden geen vergeving meer kon krijgen. en dat hij het ook niet verdiende. Maar zo zag God het niet. Toen Paulus nog Saulus heette heeft hij fanatiek de Christenen vervolgd, maar God maakte daar een eind aan. Hij had een ander plan met Saulus. Zijn nieuwe naam werd Paulus en God nodigde hem uit om een ommekeer te maken in zijn leven. Door Gods grote genade kreeg Paulus vertrouwen en vergeving voor zijn zonden. En hij werd de grootste, fanatieke verkondiger van Gods Woord.
Petrus is een mooi voorbeeld van een gewoon mens. Zo’n stoere visser die denkt dat hij het beter weet dan Jezus, wordt geconfronteerd met zijn eigenwijsheid, totdat zijn ogen opengaan en hij begrijpt wat God met hem wil. Petrus valt neer vol spijt en berouw. Daarom nodigt Jezus hem uit om mensen op te vangen. En zonder een seconde te twijfelen gaat Petrus direct met Jezus mee om Hem te volgen.
En nu wij : Wat doen wij als God ons uitnodigt mensen op te vangen? Jezus laat ons die mensen zien: Het zijn mensen die vluchten en overal weggestuurd worden of mensen die ernstig ziek zijn of dakloos of mensen die niet rechtvaardig worden behandeld. Daar kun je niet voor wegkijken met : Ach, Ik ben maar een druppel op de gloeiende plaat, dat helpt toch niet. Als wij er ècht voor gaan, laat God ons niet alleen ploeteren. Bij Hem telt iedere druppel op de gloeiende plaat.
Net als Jesaja, Paulus en Petrus, hebben ook wij een duwtje in de rug nodig, en dat is Jezus die zich aan ons laat kennen op Zijn levensweg. Hij heeft ons iedere stap op die weg voorgeleefd. Jezus zocht de mensen op; hij was geïnteresseerd in hun dagelijkse doen en laten. Waar hij kon, genas hij zieken, hij ging mee met de tollenaar naar huis en i.p.v, de tollenaar te veroordelen luisterde Jezus naar hem en zat bij hem aan tafel. In alle verhalen, parabels, gelijkenissen kunnen we lezen hoe Jezus in dit soort situaties heeft gehandeld.
Maar de weg van Jezus volgen is niet de gemakkelijkste weg. We zullen onderweg nog veel meemaken. Er zullen vragen opkomen: Wat voor mens ben ik? Kies ik de weg van Jezus en houd ik dat vol, of ga ik mijn eigen weg? Vandaag nodigt God ons uit om onze roeping op te pakken. God schenkt ons Zijn vertrouwen. Nu zijn wij aan zet. Hoe laten wij ons kennen?