Dertiende zondag door het jaar. Thema: Ben ik geschikt als christen?
Inleiding
Vorige week hoorden we Jezus zeggen dat we dagelijks ons kruis op ons moeten nemen. Dat is geen gemakkelijke opgave. Het gaat om een manier van leven waarin je bereid bent andermans lasten tot de jouwe te maken.
Vandaag confronteert Jezus ons met de volgende vraag. Je bent nu wel christen. Maar ben je er echt geschikt voor om Mij te volgen op de weg naar de nieuwe samenleving die we het Rijk van God noemen?
Wij zijn christen aan het worden en kunnen dagelijks onze geschiktheid bewijzen.
Soms lukt dat heel goed. Soms ook helemaal niet.
Willen we in een ogenblik stilte God en elkaar om ontferming vragen.
Overweging
Uit eerlijke bezorgdheid vragen mensen zich af: zal het nog wel beter worden met de kerk? Je ziet alleen maar grijze hoofden. De jeugd van tegenwoordig weet bijna niets meer. In een tv - quiz kwam de vraag voor: wie was de eerste vrouw: Maria, Venus, Eva of Diana? Zegt de kandidaat: “ik geloof toch maar dat ik een joker ga gebruiken”. Geen godsdienst en geen cultuur gehad op school.
Zal het nog beter worden met de kerk? In Tanzania zitten de seminaries vol. In Indonesische parochies nemen de aantallen bekeerlingen hand over hand toe. De basisgemeenschappen in Brazilië die samen komen rond de Bijbel, bloeien. In Kenia is er een Karmelietessenklooster gesticht met allemaal jonge zusters.
Wereldwijd zijn er 1,3 miljard katholieken. Dat is 17 % van de wereldbevolking. Het gaat met de kerk beter dan ooit. We hebben voor het eerste een paus uit een ander werelddeel en de sfeer in de kerk is gelijk anders. “Huur een garage, als er geen geld is en wel behoefte om als christenen samen te komen”, zegt paus Franciscus.
Wanneer gaat het eigenlijk goed met de kerk? Het gaat goed met de kerk als Jezus geschikte navolgers heeft. Dat is het enige juiste antwoord, denk ik. Getallen op zich zeggen niet veel. De innerlijke bewogenheid om het Rijk van God is belangrijker dan wel hoog getal ook.
De eerste zin van de evangelielezing van vandaag is geen gewone zin. “Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling naderde, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem.” Verheffing, vervulling en vastberaden zijn woorden die ver uit gaan boven de mededeling: Jezus ging weg uit Galilea en ging op naar Jeruzalem.
In Galilea stelde Jezus aan zijn leerlingen, en dus ook aan ons, de vraag: “Wie ben ik voor jou? Is jouw band met Mij zo sterk dat jij wel een kruis op je zou willen nemen?”
Het woord ‘verheffing’ doet toch denken aan: aan het kruis omhoog geheven worden.
Vervulling doet toch denken aan een roeping, aan een taak die volbracht moet worden. “Het is volbracht” zegt de gekruisigde Jezus.
Vastberaden betekent toch dat Jezus zich zelf als het ware bijeen gepakt moet hebben om die tocht te aanvaarden. Als Hij in Galilea was gebleven, dan was hem waarschijnlijk niets overkomen. Toen Hij als het ware “dood door moord” op zich af zag komen, is hij niet gevlucht.
Neen, de boodschap dat Gods Rijk op aarde begonnen is, moet tot in Jeruzalem gehoord worden. Uit innerlijke bewogenheid wilde en moest Jezus naar dit centrum van macht en corruptie om Zijn licht te laten stralen.
En de leerlingen: schoorvoetend en lang niet alles begrijpend gaan ze met Jezus mee. Ze volgen Hem wel, maar zijn ze al echte navolgers? Lucas geeft drie keer aan wat het betekent om Jezus echt te volgen. Daarbij gebruikt Lucas het roepingsverhaal van de profeet Elisa.
Elia, de zwervende profeet die in het land Israel de Naam van God hooghield, de corrupte koning Achab tegen durfde te spreken, die het land zuiverde van afgoderij, zoekt een medestander en opvolger.
Die Elisa is een rijke boerenzoon. Hij ploegt het land met twaalf koppels ( = 24) ossen. Als je dat achter je laat, dan laat je een zeker en gegarandeerd bestaan achter. Als zoon vaneen herenboer ben je een notabele in de maatschappij. Elia werpt Elisa de profetenmantel om. De profetenmantel is het enige bezit dat je voortaan zult hebben. Daarmee moet je het land door. Geen hol, geen nest, geen huis. Geen steen om je hoofd op te leggen.
Elisa vraagt om afscheid te mogen nemen. Dat mag van Elia, maar dan kun je de profetenmantel beter terug geven. De Naam van God hooghouden is belangrijker dan je ouders groeten. Elisa begrijpt het en eindigt zijn bestaan als rijke boerenzoon door de ossen te slachten, de jukken te verbranden, het werkvolk te eten te geven.
Nu pas kan Elisa Elia achterna. Leven als profeet is radicaal: God alleen is genoeg.
Lucas toont ons drie mensen: Een optimist die denkt: “Jezus volgen kan ik wel. Ik ben echt een fan van Jezus en ik ga waarheen Hij gaat”. “ Ga je ook nog mee als je je bestaanszekerheid moet opgeven?” , vraagt Jezus. Wij weten niet of die optimist is meer gegaan
Er zijn ook mensen in wie Jezus iets ziet. “Die lijkt me geschikt voor het Koninkrijk”.
“Volg mij”, vraagt Jezus. “Mag ik eerst mijn vader begraven. De doden begraven is toch een hele hoge religieuze plicht. Die mag je nooit verwaarlozen”.
Jezus zegt: “de verkondiging van het Rijk God brengt nieuw leven tot stand. Dat is jouw roeping en taak. Het andere redt zich zelf wel.” We weten niet of Jezus zich vergist heeft. Het lijkt erop van wel. Ook deze man ging niet mee.
Tenslotte de kandidaat met de goede bedoeling. “Ik zal u volgen, maar ik heb wel een voorwaarde. Ik moet eerst mijn huisgenoten gedag gaan zeggen. Dan kom ik zo bij u.” “Ga maar rustig naar huis en je hoeft niet terug te komen. Wie zijn sociale binden niet los kan laten, is ongeschikt om een nieuwe maatschappij op te bouwen waarin alle mensen elkaar zussen en broers zijn. Wie het verleden niet kan los laten om zich met hart en ziel aan de toekomst te wijden, is ongeschikt.” Ook deze kandidaat komen we niet meer tegen in Jezus’ gezelschap.
Het wordt tijd om de vraag die Jezus aan u en aan mij stelt onder ogen te zien:
Ben ik nu wel geschikt om navolger van Jezus te zijn? Dat kruis, dat zwerven, dat loslaten, dat delen met elkaar, die zuster – en broederschap…… voel ik daar wel voor? Is mijn band met Jezus sterk genoeg om de weg te gaan die Hij gaat?
Misschien moet ik toegeven dat ik niet de meest geschikte christen ben en dat ik faal in christen zijn. Misschien is het eerlijk om te zeggen: “ Ik ben nog geen christen. Ik ben het aan het worden. Of ik het zijn zal laat ik aan het oordeel van de Heer over” Tijdens mijn leven wil ik mijn keuze om in Jezus’ geest en gezindheid te leven steeds meer verdiepen. Ik kies ervoor om meer en meer christen te worden.
We moeten van het idee af dat christen -zijn iets vanzelfsprekends of iets vrijblijvends is. Je zult vaak dwars tegen wat men denkt, zegt en vindt, in moeten gaan. Je zult als iemand die in een nieuwe samenleving gelooft altijd tegenstand ondervinden. Je wordt vanwege je geloof niet meer gedood, maar wel uitgelachen of doodgelachen. Christen- zijn is een keuze. Die keuze maak je dagelijks in kleine dingen.
Soms moet je een beslissende keuze maken.
Zou het nog beter worden met de kerk? Dat hangt af van hoe wij christenen zijn.
Of het beter wordt hangt niet af van getallen. Het hangt af van de sterkte van mijn en uw keuze. Een overtuigd christen brengt het Rijk Gods méér nabij dan een hele kerk vol ja knikkende mensen die er niet aan denken eraan te beginnen. Misschien bent u wel de kandidaat in wie Jezus iets zit. Laten we dan hopen dat Hij zich niet nog een keer vergist. Amen.
Voorbede
Pastor
God hoor ons bidden en verhoor ons.
Lector
Bidden wij voor de kerk die hier kleiner wordt en elders bloeit.
Dat de keuze voor vrede en gerechtigheid,
voor eerbied voor het leven en liefde voor de armen
wereldwijd ons kenmerk is.
S T I L TE Laat ons bidden.
Lector
Bidden wij voor de wereldsamenleving.
Dat de boodschap van Gods Koninkrijk verstaan mag worden
door allen die leiding geven en verantwoordelijkheid dragen.
Dat zij open staan voor de gezindheid en de geest van Jezus.
S T I L TE Laat ons bidden.
Lector
Bidden wij voor onszelf .
Om moed om christen te zijn in deze samenleving en in deze tijd.
Dat wij de Naam van God hoog houden de wereld van vandaag.
Dar krachtig en sterk zijn in onze keuze voor Christus en zijn kerk.
S T I L TE Laat ons bidden.
Pastor
Maak ons geschikt voor uw Koninkrijk opdat wij daarin mogen delen.
Dit vragen wij U door Christus de Heer.