18 juli 2021, 16e zondag door het jaar

Overweging 18 juli 2021

Zestiende zondag door het jaar

Jer. 23,1-6; Ps. 23; Ef. 2,13-18; Mar. 6, 30-34 (B-jaar)

Wanneer ik een kudde schapen zie met een herder en zijn afgerichte hond word ik in mijn binnenste geraakt. Het samenspel tussen de herder, zijn hond, de schapen en de natuur waarin de kudde zich voortbeweegt doet mij denken aan liefkozende herderlijke muziek. Muziek die uitnodigt om een dansje te maken, of in alle rust naar te luisteren.

De herder en zijn schapen worden ook als metafoor gebruikt voor de Heer die zijn volk als een herder leidt. Dit doet Hij door mensen aan te stellen die namens Hem zijn opdrachten uitvoeren. Opdrachten die omlijst zijn met Gods Woord.

De eerste lezing speelt zich af in plus/minus 550 v. Chr. In die tijd profeteerde Jeremia. Hij was in de eerste plaats de verkondiger van Gods wil, maar hij had ook het vermogen om voorspellingen te doen. De lezing gaat over de herders die in de fout gaan. Zij laten de schapen verlopen en omkomen. Het toenmalige koningshuis en hoogwaardigheid bekleders verkeerde in grote wanorde. Hier was sprake van slechte herders of te wel “rust roest”. Jeremia doet zijn beklag. Hij voorspelt dat een nieuwe tijd zal aanbreken waarin gerechtigheid van de Heer regeert.

De profetie vond plaats twee en half duizend jaar geleden. Nog steeds zijn er rijke en leidende naties die arme landen laten verkommeren. Het Woord van God wordt daar kennelijk beperkt of in het geheel niet verkondigd. Alhoewel, de psalmist schrijft in psalm 90, vers 4; “duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht”. Misschien zijn wij iets te ongeduldig.

De Evangelist Marcus beschrijft in zijn evangelie van vandaag twee activiteiten die op elkaar volgen maar ook tegenover elkaar kunnen staan. Ten eerste ons leven met zorgen en werk om in ons levensonderhoud te voorzien. Ten tweede de broodnodige rust die wij bij tijd en wijle nodig hebben om een evenwicht te krijgen in actie en bezinning. Kortom het lichaam moet na gedane arbeid de kans krijgen om afval te verwijderen en nieuwe brandstof aan te maken.

Een herder zorgt dat zijn schapen een evenwichtige verhouding van eten, drinken, actie en rust hebben. Jezus geeft als goede Herder zijn apostelen die vermoeid terugkomen van hun drukke werkzaamheden en intensieve leergesprekken de rust die zij verdienen. Hij stelt voor naar eenzame plek te gaan om alleen te zijn om tot innerlijke rust en evenwicht te komen en wellicht God te ontmoeten in de hoorbare stilte. Daar aangekomen, staat een grote menigte te wachten op Jezus. Deze mensen hunkeren naar houvast, naar onderricht over Gods Koninkrijk. Jezus voelt een diep medelijden. Hij wordt in zijn hart geraakt. Hij treft schapen aan die geen herder hebben. Hij begint hen uitvoerig te onderrichten. En zij worden naar volle tevredenheid opgenomen in de kudde.

Paulus benadrukt de christenen in Efeze dat Jezus ons verbindt met de Vader en dat wij vrede mogen vinden. Mensen die vrede hebben met hun leven, voelen zich tevreden. Het ontbreekt hen aan niets. Kortom (misschien wat recht door de bocht) schapen die goed in hun vacht zitten.

Ik zie iets van mijzelf in deze lezingen, namelijk het schaap dat blij is dat de Herder naar hem heeft gezocht, dat het onderricht heeft gekregen en dat het deel uit mag maken van de kudde. (zie ook Mat. 18, vers 12-14; het verloren schaap)

Het is fijn in een kudde met een goede herder opgenomen te zijn, je thuis en veilig te voelen. Er zijn vele goede herders in onze kerk en samenleving. Maar waaraan herken je nu echt een goede herder ? Een goede herder zal er in de eerste plaats zijn voor alle schapen. Voor alle groepen in de kudde of te wel de samenleving. Hij/zij trekt geen scheidslijnen en is gewoon mens, bereikbaar en eenvoudig. Geen opsmuk ! En als laatste, maar niet de minste; het gaat nooit om eigenbelang, eigen succes, macht of rijkdom.

Zwakke herders zijn er ook. Niet zo lang geleden waren zij in opspraak.. Ik denk hierbij aan de “toeslagenaffaire”. De herders van de belastingdienst hadden naar blijkt een kudde schapen gevormd, die zo hun eigen begrazingsbeleid hadden ontwikkeld en toegepast. Desastreus voor een grote groep hulpeloze en integere ouders (die overigens ook oprechte herders zijn voor schapen). Zij zijn jarenlang onschuldig beticht van oplichting. Een mensonterend beleid werd er gevoerd om zogenaamd onrechtmatig verkregen gemeenschapsgelden terug te vorderen. Door twee Kamerleden is deze affaire aanhangig gemaakt en hebben zich vastgebeten in dit dossier. Uiteindelijk heeft een Parlementaire ondervragingscommissie direct en indirect betrokkenen ondervraagd. Opmerkelijk was dat het herinneringsvermogen van de ondervraagden nauwelijks was ontwikkeld. De ouders zijn gelukkig in hun gelijk gesteld.

Op politiek niveau had en heeft men nog steeds grote moeite om deze affaire op een christelijk- herderlijke wijze op te lossen. Er zijn veel toezeggingen gedaan. Maar tot nog toe is er nog steeds sprake van een verwarde streng wol.

Er zijn in onze samenleving meer misstanden. Het blijft niet beperkt tot de toeslagenaffaire. Er zijn nog steeds leiders die de groep laten verdwalen. Herders die anderen de schone schijn voorhouden. Die mensen aan zich verbinden met mooie verhalen die natuurlijk niet uitkomen, waarin goud, juwelen en een rijk leven aan de Costa del Sol wordt beloofd. Deze Herders zijn niet uit op een gemeenschappelijk gewin. Zij zijn gericht op het stillen van hun honger naar hebzucht.

Wij, gelovigen, willen dat de omgang met mensen geschiedt vanuit Gods Woord. Christelijke waarden die inhouden dat een ander net zo behandeld wordt zoals jezelf behandeld wilt worden. Geen groepsvorming, geen scheidslijnen. Menselijke en eenvoudige werkwijzen, met voor ieder begrijpelijke richtingwijzers. Geen vooringenomen standpunten. Zoals Paulus in zijn brief aan de Romeinen schrijft: “Wie de ander  liefheeft, heeft de gehele Wet vervuld. (Rom, 13, 8).

Hoe kunnen wij hier aan meewerken. Onze gemiddelde leeftijd licht redelijk hoog. Door onze lange levensweg hebben wij nogal wat meegemaakt. Wij hebben door onvoorziene omstandigheden omwegen moeten maken om het reisdoel te bereiken. Het ging niet altijd de helling af, want vaak moesten wij veel energie zetten op het nemen van heuvels en misschien wel het bestijgen van bergen. Maar wij zijn toch op onze plaats van bestemming aangekomen. Door onze lange levensweg hebben wij veel ervaring opgedaan. Ons vertrouwen in eigen kwaliteiten als herder is toegenomen. Dit gebruiken wij om in alle vrede onze dierbaren te wijzen welke weg in het leven het beste gegaan kan worden. Maar ook om als herders over elkaar te “herderen”. Elkaar te zien staan en ruimte te geven. Een ieder gebruikmakend van zijn door God gegeven talenten en vaardigheden. Laten wij ons daarbij leiden en steunen door Psalm 23. Deze psalm vertelt ons hoe God ons bij de hand heeft genomen tijdens onze levensreis maar ook nu weer ons zeker zal leiden in ons “herderen”.

Laten wij onze verantwoordelijkheid nemen en zoeken naar rust voor onze ziel. Een rust die wij vinden in de wereld om ons heen waarin een ieder tot zijn recht kan komen en waar het herderslied vredig op de achtergrond klinkt.

Amen

KB