13 juni 2021, 11e zondag door het jaar

Overweging 12 en 13 juni 2021

11e zondag door het jaar

Uit eigen kracht, beste mensen, brengt de aarde vruchten voort. Deze grote onbedwingbare levenskracht die in de Schepping plaatsvind brengt voortdurend een prachtig geheel van bomen, bloemen, vruchten voort. Verassende processen.

En dit gebeurt allemaal vanzelf, zo lijkt het. Het ontwikkelt zich voor onze ogen en terwijl wij slapen en opstaan, leeft de natuur haar leven met een ongelooflijke vanzelfsprekendheid.

Jezus betrekt deze levenskracht van het zaad op het Rijk Gods met een vergelijking op het zaad van het Woord Gods, dat wil uitwaaien over de wereld en kiemen in de harten van mensen. Hij wil van de mensen bomen maken die beschutting bieden en voedsel.

Hij wil een kerk boom zien groeien met een ruime kruin waar iedereen thuis is en Hij wil aan de mensen een ladder  geven, zijn Woord, de sacramenten en de liturgie, waarlangs wij naar de hemel kunnen klimmen.

Over bomen gesproken. Vorige week was ik bij een collega in Veldhoven op bezoek. Daar is een bedevaartkerk Maria ter eik. Een mooi klein Mariabeeldje daterend uit de 15e eeuw geplaatst in een enorme eikenboom in de kerk. Maria die als beschutting in de boom over ons waakt.

God laat zich steeds zien door Jezus, met Maria in mensen van goede wil. Hij staat steeds klaar. Hij is de grote zaaier. Van oudsher schenkt Hij zijn Woord: het beeft al in de mysterie van de Schepping.  Hij zaaide het in de harten van de profeten, als een belofte, als een perspectief. Hij maakte ten slotte Zichzelf, woord van de Vader, tot Zaad; Jezus de Heer, zaad voor het leven van de wereld, zaad van liefde, zaad van toekomst.

Wat heeft het zaad nodig? Wat kunnen wij mensen het zaad van het Woord aanbieden opdat het zou groeien?

Twee dingen:

Goede grond, de goede grond, de willige grond van ons hart die zich door het Woord laat zaaien. Doe grond heeft het nodig om te kiemen.

Vervolgens, naarmate het zaad van het Woord vrucht draagt, onze handen om te zaaien, met een gul gebaar in de voren van de akker van de wereld.

Eerst zullen we het Woord ontvangen, het horen, het trachten te begrijpen en dan zullen we zaaien. Zaaien zullen we door goede, zachte woorden, goede gedachten en goede en wijze daden. En verder mogen we vertrouwen op de eigen kracht die in het woord schuilt. We mogen er ons op verlaten, ons aan de kracht van het Woord/Zaad toevertrouwen.  Zoals de natuur zal het levend en krachtig als het is, uit eigen kracht groeien en vruchten voortbrengen. We mogen rustig gaan slapen en weer opstaan: het zaad, hoe klein en onooglijk ook, zal zich verspreiden, de Geest zal het verwaaien: als een vuur zal het om zich heen grijpen. Maar dit alles op het ritme en op de tijd van God…

Onze opdracht is: eerst ontvangen, dan zaaien, met groot geloof, gul en van harte, zonder bijbedoelingen, zonder krampachtigheid, maar blij en vrijmoedig. Het kiemen en groeien laten we over aan God en aan zijn genade die ten gepaste tijd het neergelegde zaad zal besproeien met de dauw van zijn  Geest, om het te doen groeien als een palmboom aan het water.

De natuur leert ons dat sommige zaden jaren kunnen sluimeren voordat het zich manifesteert. Het woord van God is een onverwoestbaar zaad Zijn Woord houdt stand tot in eeuwigheid.

Laten wij dus zaaien en als de tijd rijp is zullen we oogsten.