9 mei 2021, 6e zondag van Pasen

6e zondag van Pasen, 9 mei 2021

Handelingen 10, 25-26.34-35.44-48; 1 Joh. 4, 7-10; Joh. 15, 9-17

De gelovigen uit de besnijdenis, dat wil zeggen de joden, waren verbaasd dat ook over de heidenen de gave van de Heilige Geest was uitgestort.

Een van de eerste conflicten in de jonge kerk ging over de vraag aan welke voorwaarden je moest voldoen om volgeling van Jezus, dus christen te kunnen worden. Sommigen waren van mening dat deze nieuwe broeders zich eerst moesten laten besnijden, zoals in het Jodendom gebruikelijk was, en zich ook verder aan de wet van Mozes moesten houden, omdat ze anders niet konden worden gered.

Tegenover hen stonden Paulus en Barnabas, die bepleitten dat men de nieuwkomers geen onnodige lasten zou moeten opleggen. De genade van de Heer Jezus zelf volstond om hen te redden. God zelf had blijkbaar het plan opgevat om hen tot bekering te brengen. De vreugde van het geloof was bestemd voor alle mensen. Deze laatste visie gaf de doorslag.

Hierin volgden de apostelen Jezus’ leer, waarin het accent niet op het uiterlijke maar op het innerlijke ligt. Uiteindelijk gaat het altijd om de liefde. En die liefde begint bij God, zegt Johannes. Hij heeft ons het eerst liefgehad. Het is Zijn initiatief.

Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar ik jullie.  Deze zin stond, in het Latijn natuurlijk, geschreven in de koepel van de kapel van het kleinseminarie Hageveld, waar ik als jochie van 12 naar toe ging. En ik weet nog goed dat hij grote indruk op mij maakte. Het was ook een bemoedigende gedachte voor de momenten waarop je twijfelde over je roeping. Een gedachte die ik uiteindelijk ook koos als openingstekst voor de uitnodiging voor mijn diakenwijding, vele jaren later. Een citaat dat me lief geworden is. Maar deze boodschap geldt natuurlijk voor ons allemaal. We mogen ons door God geroepen en uitgekozen weten.

Jezus noemt ons zijn vrienden. Hij heeft ons uitgekozen, niet andersom. Hij heeft ons ook een taak gegeven, namelijk om vruchten voort te brengen die blijvend zijn. Zijn liefde mogen wij doorgeven. Als wij ons geliefd weten, kunnen we de ander centraal stellen in ons leven. In Jezus’ Naam mogen wij elkaar tot zegen zijn, heilzaam zijn in onze omgeving, elke dag weer. En we mogen erop vertrouwen dat Hij ons geen al te zware lasten oplegt. Wanneer we met Hem verbonden blijven, als een rank aan de wijnstok, zullen we het kunnen volbrengen.

Jezus geeft het grootste offer omwille van de liefde. Hij weet dat de liefde geduldig is en vol goedheid. Hij weet ook dat we alles wel kunnen bezitten, maar dat we zonder de liefde eigenlijk niets bezitten. We kunnen menen dat we wijs zijn en alles rationeel kunnen oplossen of verklaren, maar als we daarbij geen liefde hebben, dan stelt het allemaal niets voor. Onze geestkracht wordt juist door de liefde versterkt, wij worden bezield door de liefde. Dat houdt ons gaande, dat houdt ons in leven en dat geeft ons weer nieuwe moed.

Als we ons geraakt weten door Zijn liefde, kunnen we aan elkaar de hoop doorgeven dat het leven de moeite waard is. Wat een mooie gedachte, vandaag in het bijzonder op moederdag. De liefde van God wordt vaak tastbaar in de liefde van een moeder of vader. Een kind dat deze liefde mag ervaren,  hoeft niet bang te zijn dat hij of zij niet goed genoeg is. Dat kind voelt intuïtief kostbaar te zijn in Gods ogen. En het geeft de liefde weer door.

Aldus mogen we leven, bevrijd van allerlei vormen van angst en verslaving. Vanuit die vreugde mogen we moedig door het leven gaan, op weg naar elkaar, niet bang om te worden geraakt door de pijn van de ander. We zullen mild zijn voor elkaar, beseffend dat we allen kinderen van God zijn.

Zoiets zullen misschien ook die eerste apostelen hebben ervaren. Ze moeten vol geweest zijn van de persoon van Jezus. Het gaf hen de moed en inspiratie om Hem te volgen tot hun laatste levensadem. Laten we proberen ons voor te stellen wat het ons doet, dat God ons zegt: JOU heb ik uitgekozen. Voor jou heb ik een persoonlijke opdracht op aarde. In jou mogen de mensen iets herkennen van Mijn gelaat.

In een egoïstische samenleving, waarin veel mensen vooral aan zichzelf en hun eigen geluk denken, is dat een bijzondere opdracht. Dat kunnen wij niet gemakkelijk uit onszelf. Alleen als we de vreugde van de liefde van God ervaren in ons hart, zullen we spontaan zijn liefde kunnen doorgeven aan elkaar. Ook aan buitenstaanders. Moge dat zo gaan in ons leven. Amen.

PLK