14 februari 2021, Als U wilt kunt U mij rein maken

6B, Als U wilt, kunt U mij rein maken. 14.2.21, TB

Leviticus 13, 1-2.45-46; 1 Kor. 10, 31-11,1; Marcus 1,40-45

 

Er komt een man op Jezus af, valt op zijn knieën en zegt: Als U wilt, kunt U mij rein maken. En Jezus is diep ontroerd door het geloof van de man, raakt hem aan en zegt: Ik wil het, word rein. Wat een tafereel!

De man lijdt aan melaatsheid of huidvraat, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling luidt. Dat is waarschijnlijk zoiets als lepra, een besmettelijke en moeilijke te genezen ziekte. Mensen die hieraan leden, werden min of meer buiten de samenleving geplaatst om verdere uitbreiding te voorkomen. Het was dus nog strenger dan wat wij kennen rond het corona-virus. Wie melaats was, diende afstand te houden en van verre te roepen: onrein, onrein. En natuurlijk was het anderen verboden de melaatse aan te raken.

Ziekten als melaatsheid werden in het Israël van de tijd van Jezus geïnterpreteerd als een straf van godswege. Jezus ziet dat anders. Hij trekt op met mensen die uitgestoten zijn, geïsoleerd zijn, buiten de gemeenschap staan, dood zijn voor hun omgeving. Een ontmoeting met Jezus betekent: niet meer alleen zijn, weer volwaardig lid worden van de  gemeenschap. Wie geraakt wordt door Jezus, wie zich aan Hem over durft te geven, wordt ook innerlijk rein en vindt het leven.

Rein worden betekent ten diepste: leven in verbondenheid met God. Onreinheid staat voor verwijdering, vervreemding van God. Rein zijn wij als we kunnen leven zonder schuld of schaamte; als we ons voor niemand hoeven te verbergen, maar mogen zijn zoals we zijn. Als we leven volgens het gebod in het boek Leviticus (eerste lezing): “heb je naaste lief, hij is een mens zoals jij”.

Wie rein is wordt opgenomen in het mysterie van de levende Heer, in een leven zonder avond, zonder nacht. Als dit ons overkomt, worden we op onze beurt betrokken bij deze helende en genezende werking: ook wij worden uitgedaagd om mensen die geïsoleerd zijn op te nemen in deze gemeenschap. Zo worden we waarachtige getuigen van Jezus Christus.

In het evangelie van Marcus gaan verkondiging en genezing altijd samen. Als Jezus spreekt, gebeurt er iets. Het gaat om een leer met gezag. Jezus overtreedt de regels door de melaatse aan te raken. En juist deze aanraking is genezend en helend.

De genezen melaatse is natuurlijk uitzinnig van vreugde. Hij wil het vertellen aan wie het maar horen wil. Maar Jezus wil liever dat het nog niet bekend wordt. Hij wil geen hocus pocus wonderdoener zijn. Hij vreest de reacties van de mensen. Maar hoe meer Hij in de openbaarheid treedt, hoe lastiger het voor hem wordt om nog ‘eenzame plaatsen’ te vinden die Hij zoekt om zijn verbondenheid met zijn Vader te beleven.

Waar komen wij voor in dit verhaal? Hoe ziet onze melaatsheid eruit? Van welke kwetsbaarheid willen wij al jaren worden genezen? Hebben we misschien al tijden het gevoel dat we er eigenlijk niet bij horen? Dat we niet goed genoeg zijn? Dat we buitengesloten worden? Wij mensen zijn vaak zo broos. Voor Franciscus van Assisi zijn mensen zo breekbaar als brood. Ze kunnen gemakkelijk gekwetst worden (Sevenhoven).

Maar we kunnen elkaar ook in broosheid dragen en voor elkaar opengaan. Kwetsbare mensen kunnen buiten zichzelf treden en bij elkaar thuiskomen. Het gaat er maar om of we ons door de wonden van de ander laten raken. In het boek Wijsheid (18, 1) lezen we: “Gelukkig de mens die zijn naaste in diens broosheid draagt zoals hij door hem gedragen wil worden, als hij in een soortgelijke situatie verkeert”.

In de tijd van Franciscus waren melaatsen voorzien van een ratel zodat je ze al op afstand kon horen. Contact met melaatsen moest je tot elke prijs zien te vermijden. Voor een melaatse betekent zachte aanraking precies het omgekeerde van wat het voor andere mensen betekent: het risico om de gevreesde ziekte over te dragen. Franciscus wendt zich bij zijn ommekeer niet meer van de melaatse af, maar keert zich naar hem toe. Hij springt van zijn paard en raakt de hand van de melaatse aan. Dan ontvangt hij van de melaatse de vredeskus. Mogen ook wij zo moedig in het leven staan.  Amen.

PLK