17 januari 2021, geroepen om te zien

2B Geroepen om te zien ( 17.1.21 )

1 Samuel 3, 3b-10.19; Joh. 1. 35-42

Het lijkt allemaal zo gemakkelijk te gaan, de roeping van de eerste leerlingen van Jezus. Zo heel anders dan in onze tijd, waarin de kerken steeds leger worden en met sluiting worden bedreigd. Het lijkt wel of we toch ergens iets niet goed doen. Nee, onze tijd toont langzamerhand meer gelijkenis met de eerste lezing. Daar wordt over de jonge Samuel gezegd: hij kende de Heer nog niet: een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard. Dat geldt vandaag voor vele mensen.

In de eerste lezing staan twee woorden centraal: roepen en luisteren. Tot drie maal toe wordt Samuel door de Heer geroepen, maar zijn kompas staat verkeerd gericht. Pas als Eli hem de juiste richting wijst, en de Heer bij hem komt staan, is hij in staat te horen: Samuel, Samuel. En te antwoorden: Spreek, uw dienaar luistert. Twee elementen worden benadrukt: een ander die je de juiste weg toont en de intimiteit van de Heer waarin je tot twee maal toe bij je naam genoemd wordt. Samuel betekent overigens: hij die naar God hoort. In de naam was zijn roeping al aangeduid.

In het evangelie gaat het om de woorden: verwijzen, zoeken, verblijven en zien. Ook hier is er weer iemand die de weg wijst, in dit geval Johannes de Doper. Hoe verwijst hij? Hij zegt tegen twee van zijn leerlingen: Daar is het Lam van God. Niet erg duidelijk zou je misschien zeggen. Maar Andreas en de andere leerling (we nemen aan Johannes de evangelist) worden nieuwsgierig en gaan op zoek. En als Jezus vraagt: zoeken jullie iets?, vragen ze: Meester, waar houdt u verblijf? En Jezus zegt: Kom en zie. Geen leerstellige discussies, die je van een rabbi wellicht zou verwachten. Nee, een uitnodiging om binnen te komen in zijn vertrouwelijke omgeving. Om kennis te maken met zijn ware identiteit. En tijdens dat verblijf, dat mocht duren tot het tiende uur, het getal der volheid, kwamen ze tot zien. Ze mochten zien en ervaren hoe God zichtbaar wordt in de gestalte van een mens.

Het is ontroerend te lezen hoe Johannes zich dit tafereel op het eind van zijn leven, wanneer hij dit evangelie schrijft, herinnert. De persoon van Jezus moet vanaf het eerste moment een grote indruk op hem gemaakt hebben. De meest geliefde leerling was meteen verkocht. Maar ook Andreas zit niet stil. De eerste die hij opzoekt is zijn broer Simon. We hebben de Messias gevonden, roept hij. En hij bracht Simon bij Jezus. Wederom iemand die de rol van enthousiaste doorverwijzer op zich neemt. En ook Simon ziet en hij krijgt een nieuwe naam die een nieuwe opdracht inhoudt: Petrus, steenrots.

Zoeken, verblijven en zien. Het is voor velen in onze dagen geen gemakkelijke opgave. God past niet meer zo gemakkelijk in ons denkraam. Onze hele omgeving lijkt te zeggen: godsdienst is van gisteren, dat hebben we niet meer nodig. Het zorgt alleen maar voor ruzie en oorlog. Als er een God bestond, dan kon er toch niet zoveel ellende zijn. God past ook niet meer zo goed in ons gewoonteraam: we hebben het al zo druk met sporten, allerlei clubjes, etc. Pas als we tegen grote problemen van verlies of ziekte aanlopen, of wanneer het leven zijn zin lijkt te verliezen, komt de vraag naar God schoorvoetend terug. Maar waar gaan we dan zoeken? Wie dient ons als richtingwijzer en hoe leren we zien?

De lezingen van vandaag spreken over (opnieuw) leren luisteren en zien. Wat betreft luisteren: het is goed mogelijk dat we eerst moeten loskomen van allerlei vroegere godsbeelden uit onze jeugd, die ons het zicht op de levende God, die ons liefheeft, ontnemen. Want het belangrijkste zit in het zien, het ervaren. Het kan zijn dat je, na lange jaren, voor het eerst vrede kunt ervaren met jezelf. Het kan een ervaring van diepe liefde en vergeving zijn. Misschien ook een inzicht dat je je levensvervulling hebt gevonden. Dat je je naam, je identiteit kunt omarmen. Het is bijna altijd een ervaring van verbondenheid, liefde en vrede. Het voelt als een echte ontmoeting. En deze ontmoeting zet je op weg, naar de ander. Want geloven doe je samen. We hebben elkaar nodig.

Wat zagen de twee leerlingen die een hele dag mochten verblijven bij deze nieuwe rabbi? De tekst zegt er niets over. Maar we mogen aannemen dat hij hun niets te bieden had van wat wij meestal belangrijk vinden: een vast inkomen, bestaanszekerheid, prestige. Nee, en toch willen ze vanaf die dag bij Hem blijven. Hoe kan dat? Misschien omdat Hij hun heeft laten inzien en ervaren dat hun leven ten diepste niet kan worden gevuld door iets, maar door iemand. Zij verbleven die dag bij Hem, zegt Johannes. Het is vanuit die ervaring van Jezus’ innige verbondenheid met zijn Vader, dat de leerlingen later worden uitgezonden. Ze mogen delen in de droom die God met mensen voorheeft. En die blijde boodschap mogen zij uitdragen.

In zijn bemoedigende brief de Vreugde van het Evangelie (Evangelii Gaudium) benadrukt paus Franciscus dat we alleen vanuit de ervaring van Gods onvoorwaardelijke liefde en vergeving in staat zijn om als enthousiaste christenen in het leven te staan. Net als de eerste leerlingen hebben we het nodig af en toe te verblijven in het huis van de Heer, in de intimiteit van Gods liefde voor de mens. Alleen vanuit die ervaring van wezenlijk geraakt zijn kunnen we aan anderen zeggen: het is de Heer, de Messias. Zonder die ervaring lopen we het risico wat lauwe christenen te zijn, die anderen niet kunnen inspireren.

De leerlingen mochten ervaren: Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld op zich nam en dat ons in staat stelde als bevrijde mensen in het leven te staan. Hij hanteerde slechts wapens van liefde. Hij was solidair met de zwakken en achtergestelden. Vanuit zijn verbondenheid met God ging Hij genezend rond en verdreef tal van kwade machten. Hij zette mensen die verlamd of gewond waren weer op hun benen, zodat ze opnieuw aan het leven konden deelnemen.

Wie is toch deze Jezus, die aan Simon de nieuwe naam Petrus gaf, de rots aan wie Hij later de toekomst van zijn missie toevertrouwde? Niet omdat Simon zo perfect was of alles zo goed begreep. Het tegendeel is eerder waar. Nee, Petrus kreeg deze titel op basis van zijn grote liefde voor Jezus. Dat moet ons te denken geven. En misschien kan het ons ook troosten als we er weer eens weinig van bakken. Bidden we dat we vanuit de ervaring van verbondenheid met de levende Heer elkaar kunnen dragen en bemoedigen. Want echt zien duurt soms maar even. Amen.

PLK