6 december 2020, 2e zondag vd Advent

Amstelveen, 6 december 2020 – 2 advent – B

Jesaja 40, 1-5, 9-11

Marcus 1, 1-8

Johannes de Doper was een profeet. Jezus, die hij aankondigt, is ook een profeet. Veel andere profeten zijn hen voorafgegaan, zoals we lezen in het Eerste Testament.

Zijn er alleen maar profeten heel lang geleden? Of zijn er ook vandaag nog profeten en als dat zo is, wat is dan hun missie?

Er is altijd chaos nodig, willen profeten opstaan. Als alles goed gaat hebben we andere mensen nodig. Als er overvloed is dan hebben we mensen nodig die alles goed weten te verdelen, ook zo, dat de armen niet worden vergeten.

Als er rampen gebeuren, dan hebben we mensen nodig die ingrijpen en de handen uit de mouwen steken, zoals in deze coronatijd de medische wetenschappers, artsen en de mensen in de zorg.

Maar als er tramalant is, als verhoudingen in de soep gelopen zijn, staan mensen op, die goed geluisterd hebben en een idee hebben hoe het anders kan.

Een profeet is een vrouw of een man die geluisterd heeft naar God en op de puinhopen van wat hij of zij tegenkomt zegt: God wil dit niet. En eigenlijk willen jullie mensen dit ook niet.

Want je wilt toch geen onmin, geen onrecht, geen fraude, geen leugens, corruptie en criminaliteit. Je wilt toch vrede, je wilt harmonie, je wilt dat mensen instaan voor elkaar.

Johannes de Doper was zo’n profeet en hij zegt: Maak bochtige wegen recht. Baan een weg voor de Heer, voor God die vrede brengt.

Jezus was zelf ook een profeet en hij klaagde de gevestigde orde aan.  Hij zette zich in voor verzoening en ontmoetingen tussen mensen.

Hebben we tegenwoordig ook profeten en wat zien ze als hun taak?

Profeten staan op als er omstandigheden zijn die niet deugen, als er wanorde heerst. Is die er vandaag? Je zou zeggen van wel. Zowel op maatschappelijk vlak als in de religieuze wereld is er veel dat niet deugt.

Alleen al het feit dat kinderen niet veilig zijn, dat ouderen niet meer ’s-avonds laat de straat op durven, dat medelanders met of zonder hoofddoek zich geweerd voelen, dat het financiële systeem tot grove misstanden heeft geleid.

Dat vluchtelingen hun leven op het spel moeten zetten om tenslotte aan te komen in landen waar ze niet welkom zijn. Dat mensen onder erbarmelijke omstandigheden eindeloos moeten wachten achter de hekken rond Europa en dat kinderen in oorlogsgebieden sterven van de honger.

Dat het doel de middelen heiligt en mensen lang niet altijd opkomen voor elkaar, maar juist voordeel willen halen ten kost van elkaar.

Dat alles maakt, dat kerk en wereld in de war zijn, dat er wanorde heerst.

Staan er vandaag profeten op? En durven we ze te herkennen en te erkennen.

Ook vandaag zijn er inderdaad profeten: zowel mensen die de krant en de televisie halen, als mensen die onopvallend hun werk doen. Ze proberen orde te scheppen waar wanorde heerst.

In de afgelopen jaren hebben velen zich gekeerd tegen het financiële graaien van mensen die alleen maar zelf rijker willen worden. Johannes de Doper zou zeggen; de bijl ligt reeds aan de wortel.

Jezus maakt van touw een zweep en werpt de tafeltjes van de geldhandelaren in de tempel van Jeruzalem omver.

Tegenwoordig doen mensen het op een minder luidruchtige manier, maar niet minder duidelijk.

Mensen gaan naar de brandhaarden van vandaag en proberen het leed te verlichten van mensen die lijden aan onrecht en chaos. Zij stellen het onrecht aan de kaak.

Gelukkig dat er vandaag ook profeten zijn, want in de wanorde van onze dagen hebben we mensen nodig, die op een eerlijke manier de paden recht maken, opdat er wat meer rust en vrede groeit.

Kunnen wij zelf profeten zijn? Ongetwijfeld. Niemand hoeft te schrikken en te denken: maar dat kan en ik toch niet?

Alleen lijkt het misschien moeilijk, maar samen kunnen we het zeker zijn.

Het mooie van ons christelijk geloof is, dat we het niet in ons eentje hoeven te doen. We zijn samen die Jezus die de wanorde niet wil, maar de mensen een weg van vrede biedt.

We zijn samen één lichaam met hoofd, handen en voeten en vooral een hart dat klopt voor anderen. Alleen is de taak vaak te groot voor ons, maar samen kunnen we ons hart laten spreken, onze mond open doen en ook onze handen uitsteken om de wanorde te helen.

Want profeet zijn hoort onlosmakelijk tot consequent christen zijn. Hoe kunnen we immers een weg banen voor de Heer als we zelf geen rechte wegen gaan?

Hoe kunnen we samen de christelijke belofte van een betere wereld waarmaken als we ons niet aansluiten bij de christelijke gemeenschap? Als we dat wel doen is dat op zich al een profetisch gebaar.

Zoals we hier bijeen zijn, zijn we al profeten voor al die anderen om ons heen. Wie bijeenkomt in de kerk, geeft al een boodschap af. Wie luistert naar de verhalen van de bijbel onderscheidt zich.

Op zoveel manieren zijn we samen al profeet. Op zoveel manieren banen wij al een weg voor de Heer voor dat kleine beetje vrede dat onze wereld zo hard nodig heeft. Amen.

G. van Tillo