8 november 2020 Titusfeest
Overweging zondag 8 november 2020 Titusfeest
Onze taal is rijk aan spreekwoorden. Samengebalde waarheden in een enkele zin die zich gemakkelijk en herkenbaar laat uitspreken.
Ook het evangelie heeft zo zijn gezegdes, bekende en vertrouwde woorden. Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten. Het beeld van de ene wang en de andere of van de maat die overloopt.
Het zijn bijna spreekwoorden geworden. En jammer genoeg gebruiken we ze ook vaak zo. We hangen ze als een vrome spreuk aan de wand op een tegeltje, aan de rand van ons leven, buiten handbereik, los van ons doen en laten.
Jezus trekt ze van de muur af en gooit ze midden op onze levensvloer, legt ze voor onze neus. Het zijn voor Hem geen spreek, maar werkwoorden.
Zo was het ook met Titus Brandsma. Titus die zelf veel geschreven heeft in zijn leven. En Titus heeft vanuit de bijbel ook evangelies op zijn manier, in zijn tijd uitgelegd. Alleen bij hem bleef het niet alleen bij woorden, maar hij heeft daadwerkelijk de vijand onder ogen moeten zien, sterker nog hij heeft moeten leven , de laatste maanden van zijn leven, in een concentratiekamp, met die vijand samen, met alle verschrikkingen van dien.
Als er iemand recht van spreken heeft om zijn vijand te haten is het Titus Brandsma wel. Maar wat deed hij? Hij bleef vriendelijk, gaf een deel van zijn portie eten weg en hij had humor en hield zijn geloof. Medegevangenen kwamen zijn troost en zegen vragen en steeds drong hij er bij hen op aan ook voor de kampbewaarders en pijnigers te bidden. Ja, pater, maar dat vind ik zo moeilijk. Titus: Je hoeft het ook niet de hele dag te doen. Titus werd geranseld, maar hij bleef blijmoedigheid uitstralen verklaarde een van zijn medegevangene later, in zwakheid sterk, door zijn diep geloof.
Van Titus Brandsma is ook bekend dat hij op Goede vrijdag in het kamp van Amersfoort een meditatie hield over het lijden. Staande op een kistje tussen de britsen, een papiertje met aantekeningen in de hand. Volgens ooggetuigen liet hij zich gaan in een innerlijke bubbel van enthousiasme en zei hij, zeer diepe dingen die de harten raakten, een meditatie op het lijden van de Heer, waar zijn hart zo vol van was.
Een paar aantekeningen die ik citeer:
Jezus is ons voorbeeld, Jezus is onze kracht. Het leven van Jezus. Het lijden van Jezus, het eerste voorwerp van onze beschouwing. Het grote middel van onze vereniging met God, door God ons geschonken. Het menselijke in God. Allen moeten wij op Gods lijden gericht zijn.
Zo streed de zalige Titus Brandsma als een soldaat voor het geloof. Hij leefde vanuit het Geloof in die mens Jezus en deelde van dit geloof ook in zijn diep menselijke ellende.
Vanuit Amersfoort kwam Titus Brandsma uiteindelijk in Dachau terecht. En ook daar zonder ophouden, vermaande hij zijn medegevangenen, verval niet in haat, wees geduldig. Wij, zijn in een donkere tunnel maar wij moeten voorwaarts gaan. Aan het einde zal het eeuwig licht ons bestralen.
Dat kwam voor Titus op 26 juli 1942 door een dodelijke injectie. Toen mocht Titus Brandsma gaan naar dat eeuwige licht. Moge hij ruste in vrede.
Titus vond dat het in het Christelijk geloof allereerst om God gaat. En God kan ons alleen naderbij komen wanneer wij oprecht en eerlijk naar Hem zoeken.
Titus Brandsma heeft eerlijk naar God gezocht en in de diepste duisternis heeft hij Gods aanwezigheid ervaren.
Wij mogen Hem vereren en wij kunnen van hem leren: zorg voor gerechtigheid en waarheid in deze wereld en het zoeken naar God.
Ook wij maken in onze tijd heel veel mee door de pandemie die ons is overkomen. Wij worden beproefd, wij allemaal en wij ondervinden ook de lasten van deze pandemie, in het groot en in het klein.
Dat wij, net zoals Titus Brandsma, de moed niet verliezen en toch ook blijmoedig en vol goede moed verder gaan op onze levensweg.
Zalige Titus Brandsma bid voor ons.
Amen.