31 mei 2020, Hoogfeest van Pinksteren

Pinksteren: Inspiratie voor een nieuw begin, tb/rtva 31 mei 2020

Hand. 2, 1-11; 1 Kor. 12, 3b-7.12-13; Joh. 20, 19-23

Pinksteren, het feest van hoop en nieuwe moed. De apostelen hebben hun angst en ontgoocheling overwonnen. Ze hadden zich opgesloten achter dichte ramen en deuren, maar nu treden ze naar buiten. Ze zijn begeesterd door de overtuiging dat het met de dood van Jezus niet is afgelopen, maar dat Hij in hen voortleeft. Het is Zijn Geest, de heilige Geest die hen bezielt en moed geeft. Ze vertellen aan ieder die het maar horen wil over hun ervaringen met Jezus, die bijzondere mens – in Wie voor hen God zelf zichtbaar was geworden.

Als wij vandaag via tv of livestream bijeen zijn, kunnen we dan iets van dat enthousiasme meevoelen? Ook wij hebben ons wekenlang achter dichte deuren schuilgehouden, bang voor verdere besmetting. Maar de laatste tijd hunkeren we weer naar ons oude leven. Stap voor stap hopen we terug te keren naar normaal. Of misschien iets meer dan dat? Een wat menselijker samenleving misschien? En zou het verhaal van Pinksteren ons daarbij kunnen helpen?

Pinksteren vieren heeft alleen zin als we durven geloven dat het wonder van vuur en enthousiasme niet alleen tweeduizend jaar geleden gebeurd is, maar ook vandaag nog, aan ons gebeurt. De vraag is dus: durven wij nog te geloven dat dit verhaal van Jezus Christus toekomst heeft? Durven wij zijn heilige Geest werkelijk de ruimte te geven in ons leven? Als we Hem in ons binnenlaten moeten we weten dat we een risico nemen. Hij zou ons wel eens kunnen omvormen van bange in moedige mensen; van zelfgerichte naar op anderen gerichte mensen. Want de heilige Geest brengt ons in herinnering wat Jezus heeft gezegd en ons voorgedaan: breken en delen, leven voor anderen.

Wie zich echt geraakt voelt door de heilige Geest, komt ook zelf in beweging. Wie zich echt geliefd en bevrijd voelt, kan het niet nalaten op zoek te gaan om ook anderen te bevrijden van alles wat een mens beklemd en gevangen houdt. Wie meent het geheim van het leven op het spoor te zijn gekomen, is soms in staat dit uit te dragen aan buitenstaanders, over alle taalgrenzen heen. Er wordt gezegd dat men de eerste christenen herkende aan hun onderlinge solidariteit en eensgezindheid. Welke gaven durven wij te verwachten van de heilige Geest? {Regie: Beeld op zevenarmige kandelaar}.

In de lezingen van vandaag vinden we zeven woorden die ons kunnen helpen te leven in Jezus’ Geest (Van Dijk), zeven kaarsen die ons pad kunnen verlichten in deze onduidelijke tijd.

In het evangelie stuiten we allereerst op het woord vrede, de eerste gave van de heilige Geest. Jezus noemt dit bij herhaling als Hij zich na Pasen vertoont aan de leerlingen. Shalom, de vrede die ieder nodig heeft in zijn eigen hart, om in vrede te kunnen leven met jezelf en met elkaar. Vrede ook in de samenleving, werkelijk respect voor elkaars overtuiging. Streven wij naar die wereldvrede en internationale solidariteit?

Het tweede woord als gave van de heilige Geest is vreugde. De leerlingen zijn vervuld van vreugde als ze Jezus weer zien. De nachtmerrie is voorbij, ze voelen zich niet langer aan hun lot overgelaten. Durven ook wij vol nieuw vertrouwen te zeggen: de Heer is waarlijk onder ons aanwezig? En laten we ons vervolgens inspireren om te leven in Jezus’ geest?

De derde gave is die van het vuur. Zoals we in de eerste lezing lazen is het vuur van de Geest zo sterk dat angstige mensen uit hun schulp durven te kruipen. Het zijn mensen geworden die in vuur en vlam staan. Hoe begeesterd staan wij in ons geloof? Durven wij in te gaan tegen alle lauwheid en scepsis die ons in deze wereld zo dikwijls omringt?

De vierde gave houdt daarmee verband, de gave van de verkondiging. We horen in beide lezingen dat de leerlingen een opdracht, een zending krijgen. Ze moeten het goede nieuws niet voor zichzelf houden, maar ervan getuigen in woord en daad. Ze moeten een missionaire kerk worden, die geroepen is om heilzaam in de wereld te staan. Durven wij nog uit te komen voor ons geloof? En geven we het ook praktisch handen en voeten? Staan we bijv. voor een beter milieu voor mens en dier?

De vijfde gave is die van de verbondenheid. We hoorden in het evangelie hoe de leerlingen, de elf apostelen samen met de vrouwen en anderen, op de avond van Pasen bijeen zijn, als Jezus plotseling in hun midden staat. En ook op de vijftigste dag, als ze het Pinksterfeest vieren, zijn ze eensgezind bijeen. Hoe staat het met onze eensgezindheid? En hoe solidair zijn wij met elkaar? Werkelijk mondiaal denken is meer dan globalisering, gericht op economische machtsvorming.

De zesde gave is de gave van de vergeving. Jezus zegt “Als gij iemand zonden vergeeft, zijn ze vergeven”. Dus wij mogen vertrouwen op vergeving, ook in de hemel. We hoeven niet te blijven vastzitten in onze tekorten en fouten. We mogen nieuwe wegen gaan. Geven wij ook elkaar nieuwe kansen? Kunnen we die liefde en goedheid opbrengen? Kunnen we wat geduld met elkaar hebben?

De zevende gave van de Geest is de gave van het verstaan. We worden, net als toen in het Pinksterverhaal, toegesproken in onze eigen taal. Worden wij ook echt aangeraakt door wat wij verstaan? Raakt het ons in ons diepste zelf en weten we dus wat ons te doen staat? Zullen we eruit komen als betere, wijzere mensen? Minder gericht op consumptie en met meer oog voor de armen en de natuur? En koesteren onze politici nieuwe idealen om herhaling van dit soort wereldwijde ziektes te voorkomen?

Zo brengen de schriftlezingen van vandaag ons op het spoor van zeven gaven van de Geest: de Geest van vrede en vreugde, de Geest van vuur en verkondiging, de Geest van verbondenheid en vergeving en de Geest van het verstaan. Voor een samenleving met iets meer saamhorigheid en echte aandacht voor elkaar. Moge die heilige Geest het aanschijn van de aarde vernieuwen. Een aarde waarin ruimte is voor iets dat groter is dan wijzelf. Amen.

PLK