17 mei 2020, 6e zondag van Pasen

6e zondag van Pasen, 17.5.20, in TB

Handelingen 8, 5-8.14-17; 1 Petrus 3, 15-18; Joh. 14, 15-21

Het evangelie dat we zojuist hoorden is onderdeel van de afscheidsrede van Jezus. In deze woorden beluisteren we hoe zijn geliefde vriend Johannes, de evangelist, vele jaren later aan Jezus terugdenkt. Wie was Jezus ten diepste, wat had Hij de mensen gebracht en hoe kunnen wij volgeling van hem te zijn?

Wie was Jezus ten diepste? Voor Johannes is er maar een antwoord mogelijk: Hij was het levende beeld van God op aarde. Hij toonde ons de weg van de liefde. Hij leefde als een volkomen vrij mens. In tegenstelling tot andere rabbi’s, hield Hij zich niet krampachtig vast aan regeltjes. Voor hem was God geen strenge boekhouder die jouw zonden nauwkeurig bijhoudt. De mens gaat voor de wet. Vanuit een innerlijke vrijheid was Hij oprecht gericht op het welzijn van de ander. Hij was volkomen zichzelf, niet bezorgd over zijn eigen imago. En ook vele jaren na zijn dood is Hij nog steeds als de verrezen Liefde onder ons aanwezig. Deze ervaring is voor Johannes zo overweldigend dat hij zegt: alleen als je Jezus kunt erkennen als de Zoon van God, is er echt leven mogelijk.

Wat maakte Johannes zo beslist? Wat had Jezus hem en anderen gebracht? Jezus leefde vanuit de overtuiging dat Hij een geliefde Zoon van de Vader was. Hij onderhield een intiem contact met die Vader en zocht te leven volgens diens wil. Vanuit die missie zette Hij zich met al zijn mogelijkheden in voor zijn medemensen. Hij liet zwakken en uitgestotenen weer opbloeien. Waar Hij was, kwamen mensen weer tot leven. Dat maakte de ontmoeting met hem ook zo bijzonder. En dat maakt het ook voor ons nog steeds zo aantrekkelijk om hem na te volgen. Hij leefde werkelijk als een vrij mens, zoals we eigenlijk allemaal wel willen zijn.

Hij leerde ons dat we ons geliefde kinderen van God mogen weten. En Hij toonde ons een weg naar het ware geluk. Gelukkig ben je, zei Hij, als je op zoek bent naar Gods Geest, als je troost biedt, als je zachtmoedig bent. Wat goed ben je als mens als je opkomt voor gerechtigheid, als je barmhartig bent. Zalig ben je als je zuiver van hart bent, als je vrede brengt. Zo leerde Hij ons zijn gebod van liefde. En Hij zei erbij: als je mij lief hebt, zul je mij volgen en kan je dat alles volbrengen.

Daarmee zijn we bij de derde vraag van Johannes: hoe kunnen we een goede volgeling zijn? Jezus zegt: wie mij liefheeft, zal mijn geboden onderhouden. Het gebod van de liefde. En als je dat doet, mag je erop vertrouwen dat mijn Geest je zal begeleiden. Ik zal er altijd voor je zijn.

Durven we daarop te vertrouwen? Voelen we dat de levende Heer in ons midden is, als wij in zijn Naam bijeen zijn? Durven we te vertrouwen op de leiding van de Heilige Geest wanneer we ons zorgen maken over de toekomst van de kerk? Angst is een teken van ongeloof, zal Johannes zeggen.

Laten we ons werkelijk inspireren door die Geest van Jezus? Wordt onze levenshouding gekenmerkt door dankbaarheid voor Gods liefde en door dienstbaarheid aan elkaar? Jezus belofte luidt: als je leeft vanuit liefde voor Mij, zal die Geest van God, die Mij bezielde, ook in jouw leven komen. Zo mogen we ons laten begeesteren om Jezus’ werk voort te zetten.

In de eerste lezing horen we in de persoon van Filippus wat deze liefde van Christus met een mens kan doen. Hij weet groot enthousiasme op te wekken onder de bewoners van Samaria. In de tweede lezing spoort Petrus ons aan altijd bereid te zijn tot verantwoording van de hoop die in ons leeft. Maar, zegt hij, verdedig u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied voor de ander. Een belangrijk advies, ook voor onze tijd.

De wereld zal mij niet meer zien, voorzag Jezus al. We constateren het vandaag om ons heen. Veel mensen hebben de kerk de rug toegekeerd. “Maar jij, jij zult Mij zien, want ik leef en ook jullie zullen leven”. Zij die in Hem geloven zullen door handoplegging en via het doorgeven van de Geest elkaar liefhebben. Dit is de ervaarbare geloofszekerheid dat Jezus leeft onder ons. Wie zijn medemens liefheeft, die houdt Jezus zichtbaar onder ons levend. Uiteindelijk gaat het om de vraag: leef je vanuit verbondenheid met God of leef je zonder God met jezelf als centrum?

Wie zich door de Geest laat leiden, zal Jezus liefhebben en daarom ook een relatie met de Vader onderhouden. Wie zonder veel nadenken het bestaan van God als achterhaald verklaart, zal mogelijk ook Gods liefdesgebod minder centraal stellen. Hoe staan we daarin? Wat doen we om die Geest in ons te laten werken? Bestaat Hij echt voor ons, of hebben we alleen aandacht voor onze eigen prestaties? Hoeveel tijd maken we in ons leven vrij voor de adem van God?

Kort voor zijn dood vertrouwde Jezus de voortgang van zijn werk toe aan zijn leerlingen. Leerlingen van wie we weten dat ze bepaald niet onfeilbaar waren. Toch stelde Hij hen aan als mensenvissers. Jezus was er zeker van dat zijn Geest hen verder zou dragen. Die belofte geldt nog steeds, tot aan het einde der tijden. Laten we daarom vol vertrouwen bidden dat de Geest ook ons in deze tijd zal blijven dragen en inspireren, opdat wij elkaar in liefde blijven ontmoeten en Jezus goede boodschap uitdragen in woord en daad. Amen.   PLK