12 april 2020 PASEN
Pasen 12 april 2020
Hand. 10, 34a + 37-43; Kol. 3, 1-4; Joh. 20, 1-9
We zitten midden in de coronacrisis. Niemand weet hoelang het nog gaat duren en hoeveel slachtoffers deze pandemie nog gaat kosten. Angst en onzekerheid beheersen ons leven. En we kunnen dit jaar alleen op afstand bijeen zijn om iets van de hoopvolle boodschap van Pasen te horen.
Pasen: het feest waarop we Jezus’ heropstanding in ons leven vieren. Het mysterie dat God ons door de dood heen sleept, dat de dood niet het laatste woord heeft. Want dat is toch de kern van de paasboodschap en het fundament van ons geloof: dat God ons door alle duisternis heen zal bewaren en bevrijden. Ook al is het lijden nog zo groot en lijkt de toekomst nog zo uitzichtloos, we mogen erop blijven vertrouwen dat onze naam in Gods handen geschreven staat, ook over de grens van de dood heen. Op zijn tijd zal Hij ons wegvoeren uit de duisternis naar het licht. En we zullen echte vreugde kennen.
Waarom is deze paasboodschap soms toch zo moeilijk te geloven? Er kunnen verschillende redenen zijn. Op dit moment worden we overweldigd door telkens nog droeviger berichten over de coronacrisis. Maar misschien was uw leven al zwaar, tobt u al jaren met uw gezondheid of heeft u grote financiële zorgen. Misschien bent u teleurgesteld in uw contacten met kinderen of dierbare vrienden. Het kan ook zijn dat u teleurgesteld bent in uzelf, heel anders zou willen zijn dan u feitelijk bent. We falen dikwijls en kunnen lijden onder de gebrokenheid van het bestaan. Het leven kan dan voelen als duister en zinloos.
Moeten we onze ogen dan maar sluiten voor deze realiteit? Nee, zegt het evangelie. Juist door de pijn bewust toe te laten, door onder ogen te zien wat in je leven doods en duister is, zet je de eerste stap naar nieuw leven. Pasen bereik je alleen via Goede Vrijdag. We moeten door de crisis heen. Erkenning ook van onze eigen beperkingen en tekortkomingen. Maar we hoeven daarin niet te blijven hangen. De vreugdevolle boodschap van de paasmorgen is nu juist dat we onze angst en gebrokenheid mogen plaatsen onder de zegen van God die ons liefheeft (H. Nouwen). Hoezeer wij het af en toe ook verprutsen, God blijft van ons houden. Als we ons dat realiseren, zullen we opnieuw opstaan tot vernieuwd leven.
Geloven in de mogelijkheid van opstanding is niet vanzelfsprekend. Dat lazen we ook al in het evangelie van Johannes. Daar is sprake van geleidelijk beter zien. Maria Magdalena gaat naar het graf van Jezus. Het is nog donker, zegt de evangelist, ze ‘zag’ nog weinig. Wat ze wel zag was dat de steen was weggerold. Ze denkt dat het lichaam van Jezus is weggehaald. Snel roept ze Petrus en Johannes te hulp. Johannes komt als eerste bij het graf en voorover bukkend ziet hij een linnen doek. Dan arriveert Petrus, hij gaat het graf binnen en overziet de hele situatie, maar weet nog niet wat hij ervan moet denken. Tenslotte gaat ook Johannes zelf naar binnen. Hij zag en geloofde, staat er. Kennelijk is er sprake van een andere, diepere wijze van zien. Een zien waarbij angst en verwarring heeft plaats gemaakt voor vertrouwen en geloven.
Wat zag Johannes en wat is hij geleidelijk gaan geloven? Aanvankelijk hadden de leerlingen nog niet begrepen wat er in de Schrift al was aangeduid, namelijk dat een Rechtvaardige niet door God in de steek wordt gelaten. Het zag er ook allemaal zo definitief uit na Golgota. Alle hoop en verwachting lag in puin. De mens in wie velen iets van een Messias zagen was vermoord. Maar Johannes en Maria Magdalena konden zien met de ogen van het hart. Voor hen was het eenvoudig onbestaanbaar dat het hiermee afgelopen was. Die Jezus, die altijd had geleefd voor anderen, die voor hen een beeld van Gods liefde op aarde was, die zou in hen voortleven.
Later zal Johannes schrijven: het Woord is vlees geworden. Het woord van God, de stille stem van ons geweten die ons aanzet tot echte menselijkheid, is in Jezus zichtbaar en verstaanbaar geworden. Heel zijn leven bestond uit het tot leven wekken van mensen. “Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was”, zegt Petrus in de eerste lezing. En nu hebben ze Hem gedood. Maar zijn leven gaat verder, overal waar mensen Hem navolgen op zijn weg. Daar waar mensen tot leven brengen wat dood is, daar waar wij een weg gaan door de pijn heen ten leven.
Het lijden in ons leven, de grote en kleine problemen van alle dag, kunnen het ons soms moeilijk maken nog te geloven in de verrijzenis. Toch wint het leven het van de dood, waar mensen die het niet meer zagen zitten weer uitzicht krijgen, waar mensen die zich verlamd voelden in het leven weer mogen opstaan, waar mensen die zich afgeschreven voelden weer een zinvolle plaats in de samenleving krijgen. Met Pasen mag het mysterie van de verrijzenis opnieuw tot leven komen in ons hart. En wij worden opgeroepen ook onze medemensen te laten delen in de vreugde van het weer opstaan en opnieuw beginnen, juist ook in deze moeilijke dagen.
Dit is de drievoudige paasboodschap: 1) Erken je pijn en gebrokenheid, want die is heel reëel. 2) Blijf er niet in hangen, maar vertrouw op de uitweg van Pasen: ondanks alles houdt God toch van ons en wekt ons telkens opnieuw tot leven. 3) Ga op weg en leef voor de ander, in de voetsporen van Jezus. En weet dat je leven geborgen is in Gods hand, nu en tot over de grens van de dood heen.
Ik wens u een zalig Pasen, vanuit het duister naar het licht.
PLK