16 februari 2020, Kiezen voor het goede

6A Kiezen voor het goede, 16.2.20 TB

Jezus Sirach 15, 15-20; 1 Kor. 2, 6-10; Mat. 5, 17-37

Tegenwoordig kom je nog wel eens de opvatting tegen dat de mens eigenlijk weinig keuzevrijheid heeft. Ons gedrag zou, volgens allerlei wetenschappers, zozeer bepaald worden door allerlei omstandigheden dat er van zonde of menselijke schuld nauwelijks kan worden gesproken. Dat is niet de taal van de bijbel. Zo horen we in het boek Wijsheid van Jezus Sirach: “Wanneer gij wilt, kunt gij de geboden onderhouden; gij kunt uw hand uitstrekken naar wat ge verkiest”. Met andere woorden: je kunt kiezen voor het goede en, ook al is het soms moeilijk, je kunt het volbrengen. Uiteindelijk ben je geen slachtoffer van je genen, je moeilijke jeugd of huidige situatie. Je geloof helpt je er bovenuit te groeien.

En wat is dan het goede om te doen? Jezus voert ons daarvoor terug naar de tien geboden, maar verbindt er zijn eigen, dieper gaande interpretatie aan. Hij raadt ons aan verder te kijken dan de regel. Dat doen de schriftgeleerden. Maar Jezus zegt: “Als uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen”. Welke gerechtheid staat hem voor ogen? Hij geeft drie voorbeelden.

Ten eerste het gebod ‘gij zult niet doden’. In zijn commentaar hierop maakt Jezus duidelijk dat dit veel verder gaat dan een moord plegen. Het is ten diepste een opdracht tot broederlijke en zusterlijke liefde. Het is een oproep tot verzoening, waar nodig. Een opdracht tot zegening, de ander het goede toewensen, in plaats van kwaadsprekerij en roddel. Want dat laatste is ook een vorm van doden.

Tweede voorbeeld: ‘gij zult geen echtbreuk plegen’. Ook hier komt Jezus met een diepere en verder gaande interpretatie van de wet. Hij zegt: het gaat er niet alleen om dat je niet breekt, maar het gaat hier om diep respect voor en werkelijke trouw aan elkaar. Een oprechte levenshouding.

Iets dergelijks vinden we in het derde voorbeeld: ‘gij zult geen valse eed doen’. En ook hier weer: dit gebod behelst meer dan alleen maar niet bedriegen. Het is in Jezus’ interpretatie een oproep om recht door zee, als een integer mens door het leven te gaan.

Jezus verzette zich tegen een al te wettische interpretatie van de tien geboden. Hij zag God als een barmhartige Vader, niet als een boekhouder die nauwkeurig bijhoudt of je je wel in alle details houdt aan de wet. Hij wil dat mensen oprecht leven in de richting van het door God in hun hart gelegde ideaal (Kok). Het ideaal vormt het kompas in je leven. Bijvoorbeeld, probeer zo te leven dat je geen mensen kwaad doet, dat je geen wrok koestert of woede laat bestaan. En ga zo met elkaar om dat je de ander niet tot object van jouw begeerte maakt. Wees een mens uit één stuk. Dat we dat ideaal niet elke dag zullen halen, wist Jezus natuurlijk net zo goed als wij. Maar hij spoort ons aan tot een innerlijke houding die gericht is op het evangelie, op het geluk van onze medemensen die op ons pad komen.

Als we zo in het leven staan, leven we naar God toe. De Heer is mijn licht en mijn heil, zo zongen we. Gelukkig de mens die God wil zoeken met heel zijn hart. Zoeken met je hart, dan ga je de houding van farizeeën en schriftgeleerden te boven. Zoals zij denken en doen, staan zij niet in het Rijk der hemelen, zegt Jezus. Want in het Rijk der hemelen gaat het niet om spitsvondigheden of geëerd worden. Daar gaat het om zachtmoedigheid, liefde voor je broeder en zuster, en om wijsheid van het hart.

Jezus roept ons dus op verder te gaan dan de wet ons voorschrijft. En eigenlijk herkennen we dit wel. Als we in onze samenleving alleen maar doen wat per se moet, ontstaat er een kille omgeving. En ook andersom: als we alleen maar laten wat strikt verboden is (zoals soms bepleit wordt), kunnen we nooit een goede gemeenschap bouwen met elkaar. Het gaat dus uiteindelijk steeds om het gebod van de liefde. Nooit afdwingbaar, maar volledig onmisbaar.

Maar misschien verstaan we de wet, de Thora wel helemaal verkeerd. De Thora is een liefdesleer, zegt Huub Oosterhuis, liefde vooral ook in de betekenis van ‘solidariteit’. De Thora is visioen en leefregel van dag tot dag. De Thora zegt ons: ‘Heb lief tot je naaste die is als jij, jouw gelijke’. Het is dus niet zo vreemd als Jezus zegt: ‘Ik ben niet gekomen om Wet of Profeten op te heffen, maar om tot vervulling te brengen’. Aan ons de taak om met dit ideaal te leven. En je kunt het volbrengen, zegt de bijbel.

PLK