12 januari 2020, Doop van de Heer
Amstelveen 12 januari 2010 – Doop van de Heer – A
Jesaja 42, 1-4, 6-7
Matt. 3, 13-17
Stel dat het helemaal tegenzit in je leven. Alles gaat verkeerd. Je verliest je baan, je partner gaat er vandoor, je verliest een dierbare. Waar kun je dan op terugvallen? Natuurlijk zijn er onder ons mensen die zoveel innerlijke krach hebben dat ze overeind blijven.
Of dat ze zoveel steun van hun familie krijgen dat ze binnen korte tijd weer op orde zijn. Maar dat is maar bij weinig mensen het geval. De meesten onder ons hebben die kracht niet. Je moet soms heel diep gaan, soms kopje onder zoals Jezus in de Jordaan bij zijn doopsel.
De verhalen die we in de kersttijd krijgen, zijn verhalen met veel symboliek.
Jezus wordt gedoopt door onderdompeling, een hemel gaat open, een duif komt aanvliegen en de heilige Geest wordt opgeroepen. Er klinkt een stem: ‘Dit is mijn zoon, Mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb’.
De symboliek is compleet. Het is mooi dat er tegen je gezegd wordt, dat er van je gehouden wordt.
Ik las een bericht over een jonge vrouw. Ze heeft lange tijd aan de grond gezeten, schuldhulpverlening, drie jonge kinderen, voedselbank, verkeerde relaties. Een en al ellende. Gelukkig dat haar familie haar trouw blijft, maar die kan ook niet veel.
Ieder mens blijft zijn persoonlijke vrijheid houden. Er komt een schuldhulpmaatje in beeld, een soort buddy, een begeleider vanuit de Vincentius Vereniging vanuit de kerk aangeboden. Ze krijgt weer richting in haar leven en greep op haar dagelijks leven.
Ze zou gezegd hebben: Mijn vader kan weer trots op me zijn. ‘Dit is mijn dochter, mijn veelgeliefde’. Het is zo oer. Het is zo belangrijk in ieders leven dat er heel diep van je gehouden wordt. Bij Jezus’ doop in de Jordaan wordt dat tegen hem gezegd.
Het lijkt opgeschreven om ons, opdat wij er aan herinnerd worden dat bij ons doopsel het ook tegen ons is gezegd, omdat onze ouders het ook zo meenden. Eigen ouders en God onze Vader, het zou zo dicht bij elkaar moeten liggen.
We leven in een tijd waarin nogal wat mensen onverschillig door het leven gaan. ‘Het zal mijn tijd wel duren’. ’Als ik maar aan mijn behoeften toekom dan is het al lang best’.
Er hoeft maar iets te gebeuren en dan hebben de anderen het gedaan, of de samenleving, of de gemeente, of de regering. Soms breekt het besef door dat er ook mensen zijn die midden in de ellende hun hoofd niet laten hangen en de ellende aankijken.
‘Kijk, dit is mijn dienaar’, zegt de profeet Jesaja. En Johannes de Doper herkent zo iemand in Jezus die bij hem komt om zich te laten dopen. Wat is het kenmerk van deze sterke mensen?
Ik meen dat het is, omdat ze zich niet boven anderen verheffen maar gewoon willen blijven dienen. Het gaat hen om het geluk van de mensen die aan hen zijn toevertrouwd. Het gaat hen om de zaak van God. Ze zijn vaak door een moeilijke periode gegaan.
Ze zijn vaak kopje onder gegaan, net zoals bij de doop. Ze zijn er doorheen gekomen en kunnen anderen weer helpen.
De meesten van ons zullen gedoopt zijn toen we pas enkele dagen of enkele maanden oud waren. We waren er ons toen niet van bewust. Onze ouders wel, wellicht om heel verschillende redenen. Vandaag mogen we stilstaan bij dit oorspronkelijke gebeuren.
Ook zoveel jaren later kunnen we tot ons laten doordringen wat het doopsel aan ons gedaan heeft.
We kunnen door de ellende heen komen of die nu economisch is of op een ander vlak ligt, op het relationele of in onze verhouding tot bepaalde mensen. Er is tot ons gezegd: ‘Jij bent onze zoon, onze dochter, we houden van je’.
Maar ook God heeft bij ons doopsel tot ons gezegd: ‘Jij bent mijn zoon, mijn dochter, mijn kind. Ik houd van je. En dat niet alleen voor dit ene moment van de viering van het doopsel, maar voor je hele verdere leven.
Dat is het beschermlaagje dat bij het doopsel bij ieder van ons is aangebracht.
Gelukkig hoven we niet onverschillig te zijn. Gelukkig kunnen we meeliften met de voorspoed en de tegenspoed in ons bestaan. In alle omstandigheden mogen we ons herinneren dat er van ons gehouden wordt. Niet alleen een herinnering aan eens, aan vroeger.
Nee, ook vandaag wordt er van ons gehouden, door mensen, door God. Dat is het wat ons op de been houdt. Amen.