29 december 2019, H. Familie
29.12.2019 H. Familie
Sirach 3, 2-6.12-14; Mat 2, 13-15.19-23
Thema: staan in een traditie die je heilig is
Het liturgisch jaar zit soms wat vreemd in elkaar. Terwijl de wijzen uit het oosten nog moeten arriveren (dat vieren we op 6 januari, het feest van Driekoningen ofwel de Openbaring des Heren), horen we vandaag al het slot van het geboorteverhaal van Matteüs. De wijzen zijn weer vertrokken via een andere weg dan ze gekomen zijn. Koning Herodes, die bang is voor het verlies van zijn troon, begrijpt dat hij bedrogen is en geeft opdracht om in Betlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen.
Jozef, die in dit verhaal een hoofdrol speelt, krijgt in een droom een opdracht van een engel van de Heer: “Sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte”. En zo wordt het kind in veiligheid gebracht, net zoals vroeger met Mozes gebeurde. Toen ooit de farao van Egypte alle joodse kinderen liet ombrengen uit vrees dat het joodse volk te machtig zou worden, werd Mozes gered in een biezen mandje op de Nijl.
Maar het evangelie legt het accent niet zozeer op de vlucht naar als wel op de terugkeer uit Egypte. Want nadat Herodes gestorven is krijgt Jozef opnieuw een opdracht van een engel: nu om het kind en zijn moeder naar Israel te brengen. Zoals Mozes indertijd met heel het joodse volk terugkeerde naar het beloofde land, zo reist Jezus als een nieuwe Mozes uit Egypte naar het nieuwe beloofde land. Aldus tekent Matteüs de persoon van Jezus als tredend in de voetsporen van de grootste profeet van Israel. Van jongs af aan staat Hij in de heilige traditie van zijn volk. En Jozef, immers de zoon van David, gaat Hem hierin voor.
Geboorteverhalen beschrijven in een notendop de betekenis van beroemde mensen. Zo ook het verhaal over Jezus. Met kerstmis hoorden we al hoe God, in de geboorte van zijn Zoon, alle traditionele waarden en denkbeelden op zijn kop zet. Niet in kracht en status valt het heil te verwachten, maar juist in het zwakke, het kleine openbaart God zijn liefde. Vandaag horen we over de jonge Jezus zeggen dat Hij, net zoals Mozes, zijn volk zal bevrijden uit allerlei vormen van slavernij en verdrukking. Hij zal het leiden naar een land waar het goed toeven is; waar echt menselijke relaties bestaan. Hij zal ons voorleven hoe een mensenleven pas echt vruchtbaar wordt wanneer wij leven voor elkaar. Hij ging daarin tot het uiterste: Hij gaf zijn leven voor zijn vrienden.
Zoals gezegd, Jezus stond van begin af aan in een traditie die Hem heilig was. De traditie van het Joodse volk. Jozef en Maria gingen Hem hierin voor. In hun huis vond Hij warmte en geborgenheid. In dat kleine gezin mocht Hij ervaren hoe God onder de mensen verblijft. Daar werd Hij zich bewust van zijn relatie met God en zijn bijzondere roeping in het leven. Over enkele weken zullen we hier meer over horen, als het verhaal over de doop in de Jordaan opnieuw verteld wordt. Voor ons is van belang dat we ons realiseren dat de geschiedenis van Jezus ook onze eigen geschiedenis is. Welke traditie is voor ons heilig? Welke waarden hebben wij meegekregen en proberen we door te geven aan onze kinderen?
In de eerste lezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach worden ons enkele handreikingen gedaan. De eerste geven we graag door: eer u vader en uw moeder. Daar hebben ouders alle belang bij! Maar draaien we het ook wel eens om? Eren wij als ouders onze kinderen, ook als ze soms wegen gaan die wij niet zo begrijpen en die ons pijn doen? Hoe moeilijk is het toch voor velen om een goede relatie met de ouders te onderhouden. Hoeveel pijn en teleurstelling kan een mens oplopen in de kleine context van het gezin. En hoe moeilijk kan het dan soms zijn om op latere leeftijd toch nog tot verzoening te komen.
Op het feest van de H. Familie is het goed dat wij ons herinneren dat we leven van Gods barmhartigheid. Zoals God ons liefheeft, zo zijn wij geroepen te leven met elkaar, in die kleine gemeenschap van vergeving, opdat iedereen in zijn eigenheid en zwakheid aanvaard wordt. Hoeveel vrede en vreugde kan het een kind geven als het na lange jaren van strijd en onbegrip, met andere ogen naar zijn vader of moeder kan kijken. Met meer begrip en vergeving. Ja, er waren allerlei fouten en beperkingen, maar misschien kon hij of zij ook niet beter. En er was toch ook liefde! En hoe blij kan een kind soms zijn als het merkt dat er, na jaren van onbegrip en verwijdering, toch acceptatie ontstaat door ouders. Want dat is wat ieder kind wil.
Bidden wij vandaag dat liefde en wederzijdse eerbied de betrekkingen binnen onze gezinnen bepalen. En denken wij ook aan al die gezinnen die in onze dagen op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. En vergeten we in onze gebeden niet diegenen die door het leven gaan zonder de warmte van liefdevolle, hechte relaties. Mogen zij en wij allen, net als Jozef, open blijven staan voor een aanwijzing van een engel van de Heer waar wij nieuw land kunnen vinden waar het goed toeven is. Amen.
PLK