20 oktober 2019, Bidden als levenshouding

29C Bidden als levenshouding, 20 oktober 2019, TB

Ex 17, 8-13; Lc 18, 1-8

Bidden, doen we het nog weleens? Ja, hier in de kerk doen we het samen, dat is niet zo moeilijk. Maar voor onszelf, zien we ons als mensen die biddend in het leven staan? Is het niet vaak zo dat we liever vertrouwen op onszelf? We vragen liever niet anderen om hulp. We zijn graag onafhankelijk. En trouwens: helpt het eigenlijk wel, dat bidden? Hebt u wel eens gemerkt dat uw gebeden verhoord worden?

De kerk houdt ons in de liturgie van vandaag twee lezingen voor die ons op weg kunnen helpen bij het vinden van antwoorden op onze vragen. Allereerst dat wonderlijke verhaal van Mozes uit het boek Exodus dat ons overigens gemakkelijk op het verkeerde been kan zetten. Want moeten we wel bidden om een oorlog te winnen? Wat is het geval? Bij hun binnentrekken in het beloofde land worden de Israëlieten aangevallen door Amalek. Wie is Amalek? Amalek symboliseert voor Israel alles wat vijandig is, de oervijand die het volk belemmert de weg te gaan die God voor zijn volk heeft uitgestippeld. Amalek steekt zijn kop op, overal waar men macht laat prevaleren boven recht. Amalek zit ook in onszelf. Wij zijn medeschuldig als wij bij onrecht en onderdrukking de andere kant opkijken.

Wat doet Mozes in zijn strijd tegen Amalek? Hij gaat ervan uit dat de strijd uiteindelijk niet zal worden beslecht op het slagveld, maar in het gebed. Het is God die het volk de overwinning zal schenken. Mozes strekt zijn weerloze, ongewapende handen ten hemel. En dat gebaar geeft zijn volk de overhand op het kwaad. Wanneer hij zijn vermoeide handen laat zakken, krijgt Amalek weer de overhand in de strijd. Dat kwaad valt niet te bestrijden met tegengeweld. Alleen opgeheven armen kunnen hier nog helpen. In dat volhardende gebed wordt Mozes ondersteund door twee helpers. Zo gaat het soms ook in ons eigen leven. Alleen in het gebed kunnen we ons zuiveren van de Amalek in ons. En het gebed van de gemeenschap kan ons daarbij ondersteunen (AdelbertAbdij).

In het evangelie hoorden we het verhaal over een rechter die zijn taak schromelijk verwaarloost. Hij is ook een soort Amalek. Hij stoort zich aan God noch gebod. Hij heeft geen oog voor de zwakken van deze wereld. Gerechtigheid lijkt in zijn woordenboek niet voor te komen. Als hij ten slotte toegeeft aan de weduwe die zijn deur blijft platlopen is het slechts om een klap in zijn gezicht te voorkomen. Het komt ons bekend voor. Hoe vaak zien wij niet in onze hedendaagse wereld hetzelfde gebeuren? De machtigen maken de dienst uit, en dat gaat ten koste van het lot van velen.

Hoe geloofwaardig vinden we dan het antwoord van Jezus: “God zal hen spoedig recht verschaffen”? Geloven we dat echt? Maar we moeten ook de laatste zin lezen: “Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?” Misschien mogen we dit zo verstaan: zonder het geloof, zonder de handen en voeten van de mensen kan ook God weinig uitrichten. Om gerechtigheid bidden is mooi, maar vervolgens moeten wel de handen uit de mouwen om eraan te werken. Pas als we er zelf alles aan gedaan hebben, mogen we God vragen ons werk te voltooien. Dat is biddend in het leven staan. Wij zaaien, daarna mogen we het loslaten en erop vertrouwen dat God het laat groeien in de nacht.

Bidden is een levenshouding. Erop vertrouwen dat het niet alleen van ons hoeft te komen, maar dat God het voltooit, op zijn tijd en zijn wijze. Zijn wegen zijn niet onze wegen. Dat wordt mooi verwoord door een onbekende bidder:

Ik vroeg aan God om mijn trots weg te nemen.
God zei: Neen. Het is niet aan mij om hem weg te nemen.
Het is aan jou om hem op te geven.

Ik vroeg aan God om me geduld te geven.
God zei: Neen. Ongeduld is het gevolg van bezorgdheid.
Geduld wordt beoefend. Het wordt verdiend.

Ik vroeg aan God om me gelukkig te maken.
God zei: Neen. Gelukkig worden is jouw levenstaak.
Ik wil je wel mijn zegen geven.

Ik vroeg aan God om mij van mijn ziektepijn te sparen.
God zei: Neen. Pijn geduldig gedragen doet groeien.
Dat kan je dichter bij mij brengen.

Ik vroeg aan God om me geestelijk te doen groeien.
God zei: Neen. Groeien is iets dat uit jezelf moet komen.
Ik zal je wel snoeien zodat je beter vruchten draagt.

Ik vroeg aan God om me te helpen zoveel van mensen te houden als Hij van mij houdt.
God zei: Ah, eindelijk heb je het begrepen!

Bidden is een vorm van in liefde bij de ander zijn, gericht op zijn of haar welzijn. Bidden is vragen om de heilige Geest. Bidden is vragen dat Gods wil op aarde mag geschieden, dat zijn Rijk mag komen, en dat wij samen het brood in deze wereld mogen delen. Dat willen we ook vandaag weer samen vieren. En daarin houden we elkaars handen opgeheven naar de hemel.

De liefde van Christus en de zin en vreugde die deze geeft aan ons leven biedt ons ook een richtsnoer op deze Wereldmissiedag. De kerk nodigt ons vandaag uit nog eens na te denken over de vraag waarom wijzelf eigenlijk nog gelovig willen zijn. Welke zin en vreugde geeft het geloof aan ons leven? Welke verborgen schat koesteren wij? En is dat aan ons te zien? Zijn wij nog ambassadeurs van dat geloof? Wat is missie anders dan de wereld leefbaar maken. Bevrijding van honger, angst, minderwaardigheid. Bevrijding ook van egoïsme, en de neiging tot geweld. Koesteren wij nog een missie in ons leven of kijken we weg? Laten we een moment stil zijn en daarna samen ons geloof uitzingen.

PLK