6 oktober 2019, Heer, geef ons meer geloof

HEER, GEEF ONS MEER GELOOF

Zondag 6 oktober 2019

27e zondag door het jaar - C

 

50-jarig huwelijk van Cock en Paul Koopman.

Lezingen: Hab. 1:2-3+2:2-4 en 2 Tim. 1:6-8+13-14 en Lucas 17:5-10

Beste Cock en Paul, familieleden, vrienden en parochianen.

Het evangelie begint vanmorgen met het verhaal dat de apostelen aan Jezus vragen: ‘Heer, geef ons meer geloof’. Nou weet ik dat er geen mens is die niet gelooft. Dat wil zeggen: een kleinere groep van mensen geloven het wél, maar de meesten geloven het tegenwoordig wel. Het is daarom goed dat in deze jubileumviering ons geloof centraal staat, en niet woorden als Liefde en Trouw. Maar toch… je mag toch verwachten dat vandaag de Liefde centraal staat? Maar hebben Geloof en Liefde dan niet alles met elkaar te maken? Je zou zelfs kunnen zeggen dat de Liefde het Hart van ons Geloof is. Zoals de apostel Paulus dat in zijn eerste brief aan de Korintiërs zo mooi zegt: ‘Geloof, Hoop en Liefde vormen de grote drie, maar de Liefde is daarvan de grootste. (1. Korintiërs.13:13)

Onze Latijnse Geloofsbelijdenis bijvoorbeeld begint met het woord CREDO. We vertalen dat met ‘ik geloof’. Toch heeft het woord Credo een veel diepere betekenis. Het Latijnse woord Credere (geloven) bestaat eigenlijk uit twee verschillende woorden. Het zijn de woorden COR en DARE. Het woord ‘cor’ betekent: ‘hart’ In het Grieks is dat het woord ‘Kardia’. Daar komt ook ons woord cardioloog vandaan, een dokter die zich heeft gespecialiseerd in het genezen van ons hart. En het woord ‘Dare’ betekent ‘Geven’. Dus de woorden cor en dare, waaruit het woord Credo is ontstaan, betekenen samen: IK GEEF JE MIJN HART. Dat is de eigenlijke betekenis van het woord Credo. Zo kun je alleen in God en in elkaar geloven, als je je hart bij God en bij elkaar hebt liggen. Dus, ook in de lezingen van vandaag staat de Liefde centraal.

Geloven, dat doe je met je hart. Tegenwoordig heb je op de tv van die Date-programma’s, waarin voor elkaar onbekende mensen een ander voor het eerst ontmoeten bij een etentje in een restaurant. Na het etentje klinkt dan een holle stem die vraagt: ‘en komt er nog een tweede date?’ Het antwoord is dan vaak: het eten was heerlijk, en we hadden een goed gesprek, maar het klikte niet tussen ons. Om in God, en om in elkaar, te geloven heb je blijkbaar een klik nodig. Het moet klikken tussen de ander en mij, ook tussen God en mij. Geloven is de bron van wederzijds liefde. Als je je hart openstelt, dan pas kun geloven in elkaar en geloven in God.

In het evangelie vragen de leerlingen vandaag aan Jezus: ‘Geef ons meer geloof’ Er zijn mensen die zeggen: ‘het geloof begint waar het weten ophoudt’. Voor hen maakt elke wetenschappelijke ontdekking het geloof minder belangrijk. Maar is dat waar? Weten we dan zoveel? Al weten we tegenwoordig wat beter hoe een mens in elkaar zit en dat alles het gevolg is van een samensmelting van eicel en zaadcel. En al weten we tegenwoordig wat beter wat er met de mens gebeurt als hij begraven ligt in het stof van de aarde, wat weten we eigenlijk meer dan een paar duizend jaar geleden? Nog steeds staan je grote levensvragen overeind. Vragen als: waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe. Wat is de zin van mijn leven? Waartoe ben ik op aarde? Wij hebben tegenwoordige fraaie computers, maar die hebben geen antwoord op onze eeuwenoude levensvragen. In feite zijn de vragen rond geloof, hoop en liefde dezelfde gebleven. En de vraag van de leerlingen: ‘Heer, leer ons bidden’ is na tweeduizend jaar actueler als ooit.

Het is moeilijk om een definitie van geloof en liefde te geven. Jezus houdt niet zo van definities, hij omschrijft zijn antwoord in een parabel. Hij spreekt over het verplaatsen van een moerbeiboom. Een moerbeiboom kan erg oud worden, tot zeshonderd jaar! Hij kan het uithouden in dorstige grond, omdat hij diepe en wijdvertakte wortels heeft. Zoals aan de moerbeiboom beveelt God aan de mens: maak je wortels los! Dat is geloven: je wortels losmaken, niet vastroesten. Een boom kan dat niet uit eigen kracht. De mens ook niet... Ook als mens zitten wij diepgeworteld in de maatschappij waarin wij leven. Jij leeft, ook jij bent geworteld in je werk, in je tradities, in je relaties. Geloven betekent: je laten ont-wortelen. Een gelovig mens is een ontworteld mens die niet meer leeft van brood en geld alleen.

‘Maak je los’, zegt Jezus. Dat is de ene kant. Dan volgt de andere kant: plant je in zee! Water is de oorsprong van alle leven, dat weet elke tuinman. De zee is het Bijbelse beeld geworden van de machtige en geweldige God. Een gelovig mens zal niet sterven door zijn ont-worteling, als hij in en vanuit God leeft. Dan red je niet alleen je eigen leven, maar je geeft een rijkdom aan leven verder door aan anderen. Zoals tienduizenden missionaris­sen die zich hebben losgemaakt van eigen geboortegrond, om heil aan te zeggen - in Gods naam. Dat herdenken wij vandaag op deze Wereldmissiezondag.

Geloof en een hoop liefde. Onze betrokkenheid bij God en bij elkaar. Elkaar kunnen vertrouwen. Ik ken een man die altijd met verhalen komt, waarvan je denkt: dat kan niet waar zijn! Ik heb dat een keer aan zijn vrouw gevraagd: geloof jij je man altijd wat je man zegt? Ze zei toen: ‘hij maakt zijn verhalen altijd veel groter dan ze zijn. Ik geloof niet vaak wat hij zegt, maar ik geloof wel ín hem, want bij hem ligt nog steeds mijn hart, ook na al die jaren, want het is een man van goud, een betere man kan ik me niet voorstellen. Dat is ook het verschil tussen ‘geloven in’ en ‘geloven dat’. Dat houdt in dat je niet alles hoeft te geloven van je partner, als je maar in elkaar blijft geloven, met je hart op de juiste plaats. En daarmee is de bron van elk geloof en elke liefde, een gave, louter genade.

Wij mogen er om vragen, zoals eertijds de apostelen dat deden. Waar geleerde mensen soms hun hele leven naar zoeken, wordt eenvoudige vissers in de schoot geworpen. Als we het zouden aandurven om ons los te maken uit de grond van zelfverzekerdheid, en ons laten ont-wortelen, zouden we ons mogen wortelen in de blijvende Liefde van God en in elkaars liefde. Dan leven we in een wereld waarin de liefde het wint van vergelding. Een wereld die niet in geld en bezit is uit te drukken, maar alleen in woorden als: geloof, en een hoop liefde!

50 jaar geleden hebben ook jullie, Cock en Paul, elkaar trouw beloofd voor Gods aange­zicht. Ik weet en voel dat bij jullie, als het gaat om geloof en liefde, dat er bij jullie een klik is ontstaan. Jullie hebben elkaars woorden verstaan en waar gemaakt, meer dan 50 jaar. Tegenwoordig is niet meer zo vanzelfsprekend dat mensen hun Gouden huwelijksfeest niet willen beginnen zonder eerst naar het huis van God te gaan. Want wie durft in onze dagen in het openbaar zijn of haar geloof nog uit te dragen? Voor velen is het kerkge­bouw de korenmaat geworden waaronder wij bij elkaar op zondagmorgen kunnen schui­len en samen ons licht verbergen. Maar, Cock en Paul, vanmorgen mag iedereen het weten dat jullie 50 jaar lang in God getrouwd zijn. En jullie weten nu als geen ander dat het grote werk gebeurt ‘terwijl de boer slaapt’. Na 50 jaar mogen jullie daarvan de vruch­ten plukken. Jullie zijn in die 50 jaar een echt-paar geworden. Of zoals Lucas dat ergens zegt: ‘Jullie hebben een grote rijkdom voor je liggen, rust nu uit, eet en drink en geniet ervan! Ik wens jullie van harte proficiat met jullie gouden bruiloftsfeest dat jullie mogen vieren in jullie geloof en een hoop liefde.

Ambro Bakker s.m.a.

Pastoor-deken RK Amstelland

Locatie: Titus Brandsma