22 september 2019 Vredeszondag
25C Vredeszondag 22.9.19 in TB
Amos 8, 4-7; 1 Tim. 2, 1-8; Lucas 16, 1-13
Thema: de vrede van Christus
Gisteren was het Internationale dag van de vrede. En in ons land vieren wij deze dagen dat het 75 jaar geleden is dat de eerste delen van ons land weer bevrijd werden. Tegelijkertijd leven we in een tijd dat geweld en oorlogsleed vrijwel dagelijks via de TV en andere media onze huiskamer binnendringen. In allerlei landen is er al lange tijd sprake van telkens weer oplevend geweld en terrorisme. Denk aan Syrië, Jemen, Afghanistan, Eritrea, Mali, Soedan. Soms is er een korte pauze in de gevechtshandelingen, even later wordt er weer gevochten. Vele vluchtelingen laten in hun wanhoop alles achter, in de hoop elders toekomst te vinden. Zullen ze daar vrede vinden?
In de kerk wensen we elkaar de vrede van Christus. Wat wordt daarmee bedoeld? In elk geval heel wat meer dan een periode van wapenstilstand tussen twee oorlogen. Als Jezus zijn leerlingen twee aan twee voor zich uitzendt om de goede boodschap van Gods komende Rijk op aarde te brengen, zegt Hij: Als je ergens een huis binnengaat, groet dan de bewoners met de wens dat de vrede over dat huis mag komen (Mt. 10, 12). En als Hij na zijn verrijzenis aan zijn leerlingen verschijnt is het eerste wat Hij hen wenst: Vrede zij met u.
De vrede die Jezus ons wenst heeft dus alles te maken met de centrale missie in zijn leven. Met het komende Rijk van God, een wereld van gerechtigheid waarin plaats is voor ieder mens. Een wereld waarin de kleinen worden opgetild en de machtigen van hun troon gestoten, zoals Maria zingt in haar lofzang, het Magnificat. Een wereld van solidariteit en omzien naar elkaar. Een wereld waarin allen, goeden en slechten, zijn uitgenodigd aan het feestmaal van God.
Als we dit serieus nemen, valt er nog heel wat werk te doen in deze wereld. Ook in de richting van de vluchteling die vandaag op onze deur klopt. Of in de richting van de armen en eenzamen die niet durven kloppen, maar onze aandacht net zo hard nodig hebben. Echte vrede is niet mogelijk zonder rechtvaardigheid, barmhartigheid en verbondenheid. Een mens leeft niet voor zichzelf alleen.
In de eerste lezing van vandaag hoorden we een aanklacht van de profeet Amos tegen het sociale onrecht. Amos was een boer, afkomstig uit het zuidrijk Juda, die als profeet optrad in het noordrijk Israel. Hij verzette zich tegen de hebzucht van de rijken. Hebzucht maakt niet alleen minder mooie mensen van ons, maar tast ook de rechtvaardige verhoudingen in de samenleving aan. Dat geldt ook voor onze tijd. Geloof dat niet uit daden van liefde en barmhartigheid blijkt, heeft geen aantrekkingskracht.
In het evangelie hoorden we het lastig te begrijpen verhaal van de ’onrechtvaardige rentmeester’. Het moge duidelijk zijn dat hij ons niet ten voorbeeld wordt gesteld door de woekerwinsten die hij maakte. Pas toen hij in de problemen kwam, probeerde hij met handigheid zijn eigen hagje te redden. Hoe dan ook, door omstandigheden gedwongen is hij nu onrechtvaardige rentmeester af en gaat hij zich naar zijn ondergeschikten gedragen zoals de Tora dat vraagt. Hij is een weldoener geworden. En in die zin wordt hij ons zelfs ten voorbeeld gehouden. Misschien moeten wij ook wel een beetje gedwongen worden ons in de wereld wat meer solidair op te stellen.
Echte vrede betekent ook vrede in je eigen hart. Vrede met je leven, met de mens die je geworden bent, met je vreugdevolle momenten, maar ook met je gemiste kansen. Een mens kan soms lange tijd lijden om wat hij ooit fout heeft gedaan. Of onder een minderwaardigheidsgevoel dat maar niet over gaat. Als wij elkaar de vrede van Christus wensen, zeggen we onder meer: ik herken in jou een kind van God, je bent prachtig zoals je bent.
In vele verhalen wordt Jezus ons geschetst als iemand die mensen bevrijdde tot innerlijke vrede. In zijn persoon kreeg de genezende kracht van God gestalte. Hij genas mensen van vele kwalen, zoals blindheid en verlamming, en gaf hen de vrijheid van het echte leven terug.
Vrede verbindt. Misschien is dat wel wat Jezus ons ten diepste kwam brengen. Telkens opnieuw bracht hij mensen die werden buitengesloten weer in verbinding met de gemeenschap en mensen die gezondigd hadden weer in verbinding met God, door hen te vergeven. En wij, die zich zijn volgelingen noemen, worden opgeroepen hem hierin na te volgen. Wanneer wij in onszelf innerlijke rust gevonden hebben, zullen we misschien in staat zijn voor iets meer vrede om ons heen te zorgen.
Een toekomst waarin iedereen meetelt, waar de aarde leefbaar is, niemand een ander nog kleineert en waar rijkdom wordt gedeeld. Het klinkt inderdaad als een droom, de droom van de vrede van Christus. Wensen we elkaar straks die vrede. Amen.
PLK