25 augustus 2019 Zijn het er weinig die gered worden?
21C 25.8.2019 in TB Zijn het er weinig die gered worden?
Jesaja 66, 18-21; Heb. 12, 5-7.11-13; Lucas 13, 22-30
“Zijn het er maar weinig die gered worden?”, vraagt iemand aan Jezus. Hij krijgt eigenlijk geen antwoord op die vraag. Jezus zegt wel: “Doe wat u kunt om door de nauwe poort binnen te komen…”.
De nauwe poort. Als kind leerden we waarschijnlijk dat het hier ging om de hemelpoort, waar Petrus je toegang gaf als je goed geleefd had. Op christelijke scholen waren er wandplaten waarop een brede en een smalle levensweg waren uitgebeeld. De brede weg was geplaveid met ondeugden en platte genoegens; hij kwam uit bij de hel. De smalle, ascetische weg leidde uiteindelijk tot de hemel. De boodschap was duidelijk. Als je daar wil uitkomen, moet je je houden aan de geboden en voorschriften van de kerk.
En dat kon ver gaan. Menige christelijke kerk, de katholieke kerk niet uitgesloten, heeft daarmee in het verleden mensen bang gemaakt, en soms nog. “Alleen bij ons is het heil te vinden. Als je geen lid bent van onze kerk, is er geen hoop te verwachten”. En alleen de kerk kende precies het onderscheid tussen dagelijkse en doodzonden, en de gevolgen hiervan in het hiernamaals.
Maar met deze uitbeelding en interpretatie werd de boodschap van het evangelie toch niet helemaal recht gedaan. Jezus lijkt hier te spreken over de toegang tot het Rijk Gods, en dat begint gelukkig al hier op aarde. Voor wie is dat Rijk Gods toegankelijk? Volgens de profeet Jesaja, in de eerste lezing, voor alle volkeren. “Allen zullen zij komen om mijn glorie te zien”. Dat is even wennen voor mensen die zich het uitverkoren volk wanen en denken alleen al op die grond toegang te krijgen. Mensen misschien zoals wij, die zouden kunnen menen een streepje voor te hebben omdat ze op zondag naar de kerk gaan.
Daar denkt Jezus toch heel anders over. Voor hem telt niet het lidmaatschap van een kerkelijke organisatie waar je samen luistert, eet en drinkt. Voor Jezus is het criterium of je in je leven iets bijdraagt aan vrede en recht. Hij vraagt ons het Rijk Gods te doen groeien door gerechtigheid voor alle volken, ja voor iedereen na te streven. Zo komt er een stukje hemel op aarde. Aldus in het leven staan vergt een uiterste inspanning. Het is niet eenvoudig deze nauwe deur open te doen.
In zijn nieuwste boek, “Raak de wonden aan”, stelt de Tjechische priester Tomas Halik dat alleen een kerk die zich laat raken door de wonden van de samenleving een geloofwaardige toekomst heeft. Net zoals de apostel Thomas zich pas liet overtuigen van de realiteit van de verrezen Heer, toen hij zijn wonden mocht zien en aanraken, zo getuigt Tomas Halik: “Voor mij is er geen andere weg naar de verrezen Christus dan die nauwe deur, die geopend wordt door een gewonde hand en een doorstoken hart. Ik kan niet ‘Mijn Heer en mijn God’ roepen als ik niet de wond zie die tot in zijn hart raakt”.
Een geloof dat zich laat raken door de wonden van de ander. Een kerk die functioneert als een veldhospitaal in oorlogstijd (paus Franciscus). Dat geldt ook voor ieder van ons persoonlijk. Laten wij ons echt raken door de nood van onze medemens? Hebben we werkelijk aandacht voor de zieken en eenzamen om ons heen? Springen we op de bres voor mensen die onrecht wordt aangedaan?
Het brood dat wij hier op zondagmorgen delen moet het symbool zijn van onze solidariteit met de vluchtelingen en vertrapten van deze wereld. Ik had honger en jij hebt Mij te eten gegeven, Ik was ontheemd en jij hebt Mij onderdak geboden, zegt Jezus.
Ik las ergens: “Wie groot en breed uitgemeten leeft ten koste van kleine mensen, die is te groot en te breed om door die nauwe deur heen te komen en deel te nemen aan het messiaanse bruiloftsmaal daarachter” (AdelbertAbdij). De vraag is dus: blijven we hangen in het rijk van de mens, waar macht, eer en aanzien tellen, of zijn we op weg naar het Rijk van God, waar het kleine van deze wereld in tel is.
Jezus voorzegt dat volkeren van oost en west, van noord en zuid naar ons toe zullen komen om hier in het koninkrijk van God met ons aan tafel te gaan. Iedereen is welkom op Gods heilige berg. De vraag aan ons is of wij ook bereid zijn ons brood met hen te delen.
De eersten zullen de laatsten zijn, zegt Jezus. Lidmaatschap van een kerk of wat dan ook geeft geen gegarandeerde toegang tot het Rijk van God. Jezus is streng in de richting van degenen die aan de kant blijven staan en weigeren zich te verbinden. Daden van gerechtigheid, werkelijk omzien naar elkaar, dat is wat Jezus vraagt van zijn leerlingen. Jezus komt op voor de laatsten, de mensen die buitengesloten worden, voor hen die er het slechtst aan toe zijn. Doen wij dat ook?
PLK