28 juli 2019, Hoe bidden?

17C, 28 juli 2019 in TB. Hoe bidden?

Genesis 18, 20-32; Kol. 2, 12-14; Lucas 11, 1-13

Vraag en jullie zal gegeven worden, zoek en je zult vinden. Jezus raadt ons aan vrijmoedig en vol vertrouwen om te gaan met God, zijn en onze hemelse Vader. Maar doen we dat ook? En waar vragen we dan om?

Net als de leerlingen hebben we misschien het gevoel dat bidden geen vanzelfsprekende zaak is. We weten uit ervaring dat je niet alles wat op je verlanglijstje hebt staan onmiddellijk zult verkrijgen. Zo werkt het blijkbaar niet. Hoe wel? De leerlingen merken dat het bidden van Jezus anders is. Voor Jezus is bidden een met God verbonden zijn, een leven in Gods tegenwoordigheid. Bidden gaat uit van het verlangen een God te volgen, die zijn Rijk hier op aarde wil vestigen. Dat is een rijk van liefde. Hij roept ons op te bouwen aan een betere wereld en het geluk van anderen.

Bidden doe je meestal voor anderen. Als je al voor jezelf bidt, is het vooral om een beter instrument te mogen zijn in Gods handen. In de laatste regel van het evangelie zegt Jezus: Uw Vader in de hemel zal de heilige geest geven aan wie hem erom vragen. Gods Geest staat voor kracht, wijsheid en troost. Wie Gods hulp vraagt krijgt meestal niet letterlijk wat hij vraagt, maar wel kracht van boven om verder te gaan, om met de problemen om te gaan. God belooft ons geen reis zonder stormen, maar wel een behouden aankomst.

Bidden voor iemand is eigenlijk iets heel bijzonders. In het bidden leg je je zorgen in de handen van God. Dat geeft aan de ene kant rust. Tegelijk is het een oproep aan onszelf om in actie te komen, om de handen uit de mouwen te steken en een ander te hulp te komen. Als iemand veel bidt voor een betere wereld, maar zelf geen vinger uitsteekt, heeft zijn gebed weinig waarde. Abraham vraagt Gods barmhartigheid niet voor zichzelf, maar voor goede mensen in Sodom en Gomorra, hoe weinigen dat ook zijn. Ook de man uit het evangelie die brood komt vragen, doet dat niet voor zichzelf maar voor een vriend die onverwachts is gekomen.

Ook Jezus vraagt in het Onze Vader niets voor zichzelf. Als Hij ons leert bidden, gaat Hij uit van God de Vader. Hij bidt dat Gods Naam mag worden geheiligd en dat zijn Rijk hier op aarde mag komen. Daar moeten we dus blijkbaar mee beginnen. Dat rijk, die betere wereld mag mede door onze inzet dichterbij komen. En dat kan alleen als we elke dag willen leven met Gods woord, zijn dagelijks brood voor het leven. Als we dat doen mogen we erop vertrouwen dat we als vrije mensen, zonder grote schuldgevoelens kunnen leven. En we zullen ook anderen willen vergeven voor hun tekortkomingen en hen accepteren zoals ze zijn. Om zo te kunnen leven, vragen we de kracht om niet door allerlei oppervlakkige beproevingen te worden misleid.

Soms ontmoet ik mensen die zeggen moeite te hebben met het bidden tot zo’n persoonlijke God. Misschien kunnen zij steun ervaren in de volgende tekst, die wel bekend staat als het “Aramees Onze Vader”.

Bron van Zijn, die ik ontmoet in mijn ontroering over wat is,
ik geef je een naam opdat ik je een plaats kan geven in mijn leven.
Bundel jouw licht in mij – maak het nuttig.
Vestig jouw rijk van eenheid nu,
dan valt jouw en ons verlangen samen in ons handelen.
Geef ons wat we elke dag nodig hebben aan brood en aan inzicht.
Maak de koorden van fouten los die ons ketenen aan het verleden,
opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven.
Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden.
Uit jou wordt de alwerkzame wil geboren,
de levende kracht om te handelen,
en het lied dat alles verfraait en dat zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.

God ontmoeten in de ontroerende momenten in het leven. Een prachtig begin. Deze verwondering en ontroering een plaats willen geven in je hart, hoe mysterieus en ongrijpbaar ook. En dan het verlangen een instrument te mogen worden in het vestigen van dat Rijk. Het gebed om als mens een transparant luik te mogen zijn om het goddelijk licht door te laten, een baken van liefde.

Het gebed om dagelijks voedsel en inzicht waar we naar snakken. Het verlangen naar bevrijding van oude knellende banden en om ook zelf, bevrijdend en vergevend naar anderen in het leven te staan. Het verlangen ook om ons leven niet aan oppervlakkige zaken te verliezen, maar een vol en zinvol leven te mogen leiden, met elkaar. Dat is de weg die Jezus ons voorgaat.

Wat wij aan God vragen, krijgen we als een gezegende opdracht terug. Als ik bid voor een zieke, doe ik dat omdat er een band is tussen die zieke en mij. Het antwoord van God voelt als een oproep die zieke niet alleen te laten. God helpt, redt, bevrijdt door onze handen. Aan het eind van elke viering worden wij gezegend en op pad gestuurd, ook vandaag weer. Want we hebben elkaars liefde nodig. Amen.

PLK