27 januari 19, Toekomstdromen

3c Toekomstdromen 27 januari 2019 (TB)

Riet en Henk van Schie 65 jaar getrouwd

Nehemia 8, 1-4a.5-6.8-10; Lucas 1, 1-4; 4, 14-21

Thema: hebben wij nog dromen voor een toekomst van de kerk?

Enige tijd geleden had ik op de Tiltenberg met een groep toekomstige pastores voor ons bisdom een gesprek over hun dromen voor de komende jaren. Ik geef u enkele van deze dromen door: bijdragen aan een liefdevolle gemeenschap, meewerken aan verlossing en genezing, de buitenwereld in contact brengen met Christus, liefst in heel eenvoudige woorden, dienstbaar zijn, bevlogen, eerlijk en transparant de blijde boodschap uitdragen.

Maar naast deze idealen was er ook vrees. Want ieder die in deze dagen overweegt zijn of haar hart te geven aan het werk binnen de kerk, wordt elke dag geconfronteerd met tal van problemen. Problemen van buitenaf, bijv. de steeds kritischer wordende samenleving waar het om zaken van geloof gaat. De studenten ervaren steeds meer disrespect en spot in de maatschappij. Maar ook problemen van binnenuit, zoals grote interne meningsverschillen die soms onbarmhartig worden uitgevochten; ook de recente misbruikverhalen leiden soms tot ontmoediging. Het valt dan niet mee je dromen te blijven koesteren.

In de lezingen van vandaag horen we ook iets over toekomstdromen. Er wordt gesproken over heil dat het volk ten deel zal vallen, wanneer het zich weer richt op het woord van God. Het eerste verhaal, uit het boek Nehemia, speelt kort na de Babylonische ballingschap. In grotere en kleinere groepen keren de joden terug naar Jeruzalem. Ze beginnen langzamerhand hun land weer op te bouwen. En na enige tijd kan ook de tempel weer zijn oude plaats in de gemeenschap innemen. Hoe dat gebeurt hoorden we in de eerste lezing. Het volk komt bijeen. Ezra, de priester, gaat op een houten verhoging staan en leest uit het oude boek verhalen die men veelal vergeten was. Verteld wordt over de wijze waarop God zich aan de voorvaderen heeft leren kennen, maar ook hoe mensen zich steeds opnieuw van God afkeerden en zich later toch weer tot hem bekeerden. Ezra maakt duidelijk welke bedoeling God heeft met de mensen; wat het echte volle leven inhoudt. De toespraak maakt blijkbaar veel indruk. Want, zo staat er, “het hele volk was in tranen uitgebarsten toen het de woorden van de leer hoorde”. Dat heb ik in deze kerk nog niet meegemaakt. (Maar misschien moeten de lezingen nog wat beter worden uitgelegd, zoals bij Ezra).

Waar het op aankomt is dat de gemeenschap, na alle ellende van de afgelopen periode in ballingschap, weer nieuw perspectief ziet, een nieuwe toekomst. Het gaat om tranen van blijdschap. Oude dromen lijken toch nog werkelijkheid te worden. Men proeft weer de vreugde van het nieuwe elan: “de vreugde van de Heer schenkt ons nieuwe kracht”.

In het evangelie horen we dat Jezus eigenlijk hetzelfde doet als Ezra. Ook Hij leest voor uit de Schrift, in dit geval een passage uit Jesaja. En ook hier wordt gesproken over een nieuwe toekomst. Jezus verwoordt het visioen van Jesaja, waarin blinden zullen zien, en er goed nieuws is voor armen, gevangenen en verdrukten. En Hij zegt erbij: “heden zijn deze woorden in vervulling gegaan”. In de persoon van Jezus is dit woord van God vlees geworden, werkelijkheid geworden. Het is niet langer een vaag beeld voor de toekomst, maar in Jezus’ woorden en daden wordt het concreet zichtbaar, tastbaar in onze wereld. Hij geneest de zieken, heeft aandacht voor de verschoppelingen van die tijd, haalt mensen opnieuw midden in de samenleving. Voor ieder is er een nieuwe kans. Zo wordt het evangelie een boodschap die mensen opnieuw bijeen brengt, een oproep om de wereld een beetje menselijker te maken.

Laten we eens proberen Jezus wat dichterbij te halen. Een nog jonge man van een jaar of dertig, opgegroeid in een onrustig land dat bezet is door de Romeinen. Opgevoed door vrome ouders die proberen te leven volgens de richtlijnen van de Thora. In deze context probeert Jezus zijn eigen weg te vinden. In de voorbereiding op zijn openbaar leven als leraar beschrijft de bijbel twee belangrijke gebeurtenissen. Over de eerste hoorden we twee weken geleden: de doop van Jezus in de Jordaan. Dit moet een ongelooflijk indrukwekkende visioenervaring zijn geweest. Een stem die hem zegt: jij bent mijn geliefde zoon. Hij mocht zich Gods representant op aarde weten. En voelde zich geroepen Gods liefde door te geven aan alle mensen om zich heen.

De tweede gebeurtenis betreft een serie beproevingen in de woestijn. Juist als geliefde vertegenwoordiger van God moest Jezus alle ik-gerichtheid achter zich laten en zich volledig beschikbaar stellen voor het heil en geluk van zijn medemensen. Hij vond woorden voor zijn identiteit bij Jesaja. En Hij begon te spreken over een betere toekomst, waarin de regels van het Rijk van God zouden gelden. Gerechtigheid en omzien naar elkaar. Liefde en vergeving zouden de menselijke omgang moeten gaan bepalen. Wat een visioen!

Kunnen wij daarin nog geloven? Als wij om ons heen kijken hoe het dezer dagen met de gemeenschap van de kerk en de samenleving gesteld is, raken we wellicht wat somber gestemd. Het voelt soms alsof ook wij ons bevinden in een woestijnfase, waarin loutering moet plaatsvinden en nieuwe inzichten moeten worden verworven, binnen en buiten de kerk.

Dat geldt misschien ook voor het gesprek met onze protestantse broeders en zusters. We sluiten vandaag de week van de eenheid af en bidden om nieuwe wijsheid in het verstaan van ons geloof. Te lang hebben christenen van verschillende richtingen hun eigen gelijk benadrukt en geweigerd elkaars inspiratie oprecht te verstaan. Juist in een tijd waarin de christelijke boodschap in onze samenleving steeds minder welkom lijkt te zijn, is het van groot belang dat christenen onderling zo open en verstaanbaar mogelijk zijn. Laten we leren van elkaars visies en visioenen!

Maar ook in ons persoonlijk leven zijn wij als christenen geroepen iets van dat visioen van Jezus te helpen realiseren. In onze doop zijn ook wij door God toegeroepen als geliefde dochters en zonen, en uitgenodigd deze liefde door te geven. En in het sacrament van het huwelijk, voor Henk en Riet nu 65 jaar geleden, zijn wij gegeven aan elkaar om samen dat visioen gestalte te geven.

Net als de toekomstige pastores waarmee ik mijn overweging begon, zult u zich over de nabije toekomst van de kerk in onze samenleving wellicht grote zorgen maken. Kerkelijke leiders doen dat ongetwijfeld ook. Maar van de heilige paus Johannes Paulus II kunnen we iets leren. Over hem gaat het verhaal dat hij, voor het slapen gaan, soms bad: Heer, ik heb vandaag gedaan wat ik kon. Wilt u nu waken over de toekomst van uw kerk. Want het is UW kudde.

Ondanks alle problemen waarmee we ook dit jaar weer geconfronteerd zullen worden, mogen we optimistisch zijn dat de vrede die ons met Kerstmis is toegezongen ons zal begeleiden en dat de vreugde van Gods Geest ons zal sterken op onze gezamenlijke weg. Vragen we hiervoor Gods zegen. Amen.

PLK