30 december H. Familie
- Familie, 30.12.18 in OU
1 Samuel 1. 20-22.24-28; Lucas 2, 41-52
Thema: Waar is Jezus te vinden? Wie is Hij?
Het evangelie van Lucas handelt vandaag over de vragen: Waar is Jezus te vinden? En wat betekent dat voor wie Hij is?
In het kerstverhaal vragen de wijzen uit het oosten aan Herodus: waar is de pasgeboren koning der Joden te vinden? En zijn adviseurs zeggen: in Bethlehem. Vandaag blikt Lucas al een beetje vooruit met ons. De eerste hoofdstukken geven als het ware een korte samenvatting van de echte betekenis van Jezus’ leven. Kort gezegd: Hij is de ware mens, die zijn leven geheel richt op God. Die in God zijn hemelse Vader ziet. Waar kunnen we die mens vinden? In de tempel, zegt Lucas. Het hele Lucas-evangelie draait om de tempel, als de plaats van de echte godontmoeting. Daar vindt Jezus de bestemming van zijn leven: het doen van de wil van de Vader. En dat hield in: totale beschikbaarheid voor de medemens, allereerst voor hen die in de knel zaten.
De kerk viert vandaag het feest van de heilige familie. En het is dan verleidelijk wat romantische praatjes te houden over het vrome gezin van Jozef, Maria en Jezus. Maar Lucas laat een heel ander geluid horen. Volgens Lucas was Jezus helemaal niet dat ideale kind dat ouders zich wensen. Dat horen we al in het evangelie van vandaag. Als Maria zegt: “Kind, hoe kon je ons dit aandoen? We waren zo ongerust”, zegt Jezus (enigszins verwijtend): “Wisten jullie dan niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?”. Ze begrepen hem niet. Later zal Lucas nog andere voorbeelden geven. Zoals op de bruiloft van Kana, als Jezus een vraag van zijn moeder beantwoordt met: “Vrouw, wat is er tussen u en mij?” En op een ander moment, als ongeruste familieleden hem willen spreken, zegt Hij: “Wie zijn mijn broeders en zusters? Dat zijn zij die de wil van God doen”. Kortom, verwijdering en afstand. Jezus heeft andere prioriteiten die soms ten koste gaan van de familie. Anders gezegd, Hij ziet zijn familie veel breder: allen zijn geliefde kinderen van God, naar hen allen dient zijn aandacht uit te gaan om de liefde van de Vader te verkondigen.
Kortom, Jezus valt ernstig uit de toon van de ideale familieverhoudingen. Hij lijkt rond zijn 12e jaar als bar mitswa (zoon van de wet) zijn ware bestemming gevonden te hebben. Jeruzalem, met de tempel, zal zijn echte levensdoel bepalen. Wie zijn familie belangrijker vindt dan de missie van Jezus kan beter naar huis gaan. En die missie is: het doen van de wil van de Vader, je hele leven richten op God. En daarmee op het lot van de verdrukte medemens. Daarmee treedt Hij in het spoor van de profeet Samuel, over wie we hoorden in de eerste lezing. Maar waar Samuel door zijn moeder Hanna naar de tempel gebracht wordt om een godgewijd leven te leiden, maakt Jezus zelf de keuze om in de tempel achter te blijven. En pas na drie dagen werd Hij daar door zijn ouders gevonden. Loopt Lucas hier al een beetje vooruit op die andere ‘drie dagen’ waarin Jezus zoekgeraakt was in de dood?
Terug naar het feest van de H. Familie. Wat maakt een familie heilig? Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een plek waar nooit problemen zijn, waar nooit een hard woord valt, waar mensen elkaar nooit teleurstellen? Kent u dergelijke families of gezinnen? Ik niet. Heilig mogen we verstaan als op God gericht. In de praktijk betekent dat denk ik vooral twee dingen. Allereerst dat men zich daar werkelijk thuis voelt. Hoe vaak komt het helaas voor dat kinderen zich vanaf hun vroegste jeugd niet welkom wisten. Hoe vreselijk is dat te beseffen dat je er beter niet had kunnen zijn. In een heilige gezinsomgeving mogen kinderen ervaren dat ze niet alleen geliefde kinderen van hun ouders zijn, maar ook van God.
Het tweede punt gaat over loslaten en ruimte geven. Daarover gaat ook het evangelie van vandaag. Als kinderen groter worden, gaan ze een eigen weg zoeken. Dat is soms een weg die voor de ouders moeilijk te begrijpen is. Het kan pijn doen als zelfs de meest waardevolle zaken lijken te worden losgelaten, zoals de kerk. Jezus ging ook een eigen weg op zijn twaalfde jaar en zijn ouders begrepen hem niet. Maar zijn moeder bewaarde alles in haar hart, staat er. Maria zou hem een leven lang trouw blijven, welke gevaarlijke weg Hij ook ging.
De heilige familie. Twee godvrezende mensen, die de wet getrouw volgden, Jozef en Maria, brachten Jezus op het spoor van de tempel. Jezus voelde zich thuis bij God, en daarmee thuis bij de mensen die zijn aandacht vroegen. Als wij dat richtsnoer aan onze kinderen kunnen meegeven (al is het maar een korte tijd), mogen we hen verder loslaten en vertrouwen hebben in de eigen wegen die onze kinderen gaan.
Als wij Jezus willen volgen, moeten ook wij ons kompas richten op de Vader, zoeken naar wat zijn bedoeling met ons leven is. En dat in ons gezin en onze verdere omgeving gestalte geven. Moge Gods Geest ons daarbij inspireren. Amen.
PLK