2 december 2018, waakzaamheid en verlossing

Advent 1C Waakzaamheid en verlossing 2.12.18 in TB

Jer 33, 14-16; Luc 21, 25-28.34-36

De tijd komt dat Ik de belofte vervul die Ik Israël gedaan heb, zo horen we bij de profeet Jeremia in de eerste lezing.

Dan schenk Ik David een afstammeling die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt.

Vorige week sloten wij het kerkelijk jaar af met het feest van Christus koning. Een koning die niet, zoals Pilatus veronderstelde, uit was op status en macht, maar die gericht was op het dienen van elkaar en het streven naar gerechtigheid. Het veiligstellen van het eigenbelang maakt plaats voor het krijgen van een oog voor de ander.

Een visioen van de toekomst waarin sprake is van een complete omkering van waarden.

Vandaag beginnen we een nieuw kerkelijk jaar, met de eerste zondag van de advent.

Deze zondag begint elk jaar met een oproep tot waakzaamheid.

Waakzaam zijn om de tekenen des tijds te verstaan en het visioen van de komende heerlijkheid, zeg maar een vol menselijk leven, niet te missen.

Want hoe chaotisch de wereld ook is en hoe diep we misschien ook zelf in de put kunnen zitten, onze verlossing is nabij, zegt het evangelie.

Mis het goede nieuws dus niet!

Het klinkt allemaal nogal onheilspellend: angstwekkende tekenen aan de hemel, mensen die het besterven van de schrik.

De verwoesting van Jeruzalem en de toenmalige verwachting van een spoedige ‘dag des oordeels’ spelen op de achtergrond ongetwijfeld een rol.

Maar het evangelie is geen boek over astronomie, wel over menselijk leed en geluk.

En wat voor de mensheid als geheel geldt, speelt ook een rol voor elk individu. Ieder mens kan het in zijn of haar leven meemaken dat het einde der tijden lijkt te zijn aangebroken.

Bij een ernstige ziekte of het verlies van een geliefde.

Wanneer je je baan kwijtraakt of grote problemen in de familie hebt.

Dan kan het leven soms wegzinken onder je voeten.

En juist dan, wanneer je voor je gevoel op de bodem van de put bent beland en geen enkel vooruitzicht meer hebt, zegt Jezus:

‘Sta op, recht en fier, want je verlossing is nabij. Je zult de Mensenzoon zien met veel macht en heerlijkheid, komend op een wolk’.

Wat is dat voor taal, wat kan een mens daarmee, wanneer hem elke grond onder de voeten ontvalt?

Het klinkt haast als een loze belofte. En toch, het is de belofte van God die ons vandaag wordt gegeven.

En het is ook de ervaring van vele generaties christenen vóór ons, dat we de vervulling van ons menszijn uiteindelijk niet in eigen hand hebben.

Ons leven moet voltooid worden door God en bij God.

Hoe dat gebeurt weten we niet.

Maar we mogen erop vertrouwen dat ons leven in Zijn handen is.

Hij zal alles wat ons angstig en bezorgd maakt, teniet doen.

Maar het evangelie van vandaag biedt meer dan een boodschap van troost en vertrouwen.

Het is ook een oproep tot waakzaamheid en tot het doen van gerechtigheid.

We mogen ons niet laten versuffen door de roes van de dronkenschap, noch door de zorgen van het leven.

Want beide kunnen ons afhouden van waar het in het leven om gaat.

We kunnen onszelf verliezen door overmatig genieten of door ons overmatig zorgen te maken over onbelangrijke zaken.

Daardoor zouden we niet toekomen aan het wezenlijke in het leven.

Alleen als onze geest waakzaam is, zijn we in staat te dromen, te verwachten en uit te zien.

Wanneer we dat doen, is onze verlossing nabij. Wanneer we Christus in ons leven willen ontvangen, zal ook in ons het Rijk van God naderbij komen.

Advent is, las ik ergens, ‘midden in de nacht geloven in de morgen’.

Het betekent met open handen in het leven staan, alles durven loslaten om God werkelijk in ons leven toe te laten.

Dat vraagt dat we God durven zien in de mensen die we ontmoeten. En dat we ons laten raken door die ander.

Als we het zo verstaan, spreekt Jezus vandaag niet over het einde van de wereld. Hij spreekt over het einde van de oude mens, die zo zeer gericht is op zichzelf.

Deze dient plaats te maken voor de nieuwe, de meer onthechte mens, die thuishoort in de ‘stad der gerechtigheid’ waarover Jeremia spreekt.

Dat is waartoe de advent ons moet aanzetten: meer aandacht hebben voor elkaar, vooral voor de zwakkeren en voor hen die in de knel zitten.

Want dat is waar de komende Messias voor staat.

Laten we samen op weg gaan naar kerstmis, het feest dat ons uitnodigt om Christus opnieuw in ons leven geboren te laten worden. En mogen we dan, net als Maria, zeggen: ‘Hier ben ik. Laat Uw wil geschieden in mijn leven’. Amen.

PLK