28 oktober 2018, Ziende blind of blind en toch ziende?
30B, Ziende blind of blind en toch ziende? 28.10.18 in TB
Jeremia 31, 7-9; Marcus 10, 46-52
Thema: Zien we werkelijk waar het in het leven op aankomt? Het evangelie van vandaag vormt een soort tweeluik met dat van vorige week. Vorige week hoorden we dat Jakobus en Johannes, toch niet de minsten onder de apostelen, Jezus een onmogelijke vraag stelden. Ze willen in het komende rijk aan Jezus’ rechter- en linkerzijde zitten en aldus de voornaamste erebaantjes opstrijken. Jezus’ reactie was duidelijk: jullie weten niet wat je vraagt, jullie snappen er nog steeds niets van, jullie zijn ziende blind.
Vandaag horen we eigenlijk het omgekeerde. Nu is er sprake van een blinde die, als het erop aankomt, toch ziet of aanvoelt waar het om gaat. Bartimeüs, uitgesloten van de gemeenschap, gedwongen tot bedelen langs de kant van de weg. Hij voelt aan dat de Jezus over wie hij gehoord heeft, zijn redding is. Daarom laat hij zich door niemand tegenhouden en roept, zo hard als hij kan: “Jezus, zoon van David, heb medelijden met mij”. En net als vorige week bij Jakobus en Johannes vraagt Jezus: “Wat wil je dat ik voor je doe?”. En Bartimeüs durft hem het grootste geschenk te vragen dat hij zich kan voorstellen: “Rabboeni, geef dat ik kan zien”. Bartimeüs wil gewoon een plekje tussen de mensen hebben, geen ereplaats. Dan zegt Jezus: “Je vertrouwen is je redding”. En Bartimeüs, die in zijn blindheid al meer zag dan Jakobus en Johannes, ziet nu scherper dan ooit. Hij die Jezus al zoon van David noemde, volgt vanaf nu Jezus op zijn weg naar Jeruzalem. Hij ziet in hem de ware gestalte van de Messias, die niet heerst en erebaantjes uitgeeft, maar die een dienaar is en zijn leven geeft voor allen.
Komen wij ook ergens voor in dit verhaal? Wat zouden wij aan Jezus willen vragen? Herkennen wij onszelf in de bedelaar aan de kant van de weg die zich bewust is van zijn zwakke positie, maar toch het vertrouwen bij elkaar raapt om te roepen: Jezus, zoon van God, ontferm U toch over mij. En laat mij zien waar het in het leven om gaat: je leven inzetten voor het geluk van anderen. Of zijn we eigenlijk stiekem toch meer zoals Jakobus en Johannes: gericht op een beetje meer status en prestige in het leven?
Of misschien herkennen we onszelf wel een beetje in die omstanders die Bartimeüs toesnauwden dat hij zijn mond moest houden en hem aldus trachtten weg te houden bij Jezus. Een lastige vraag voor kerkgangers die soms moeite hebben met anderen die er niet precies hetzelfde over denken als zij. Een gewetensvraag voor ons allen. Houden we voor elkaar de toegang tot Jezus open? Of houden we hem liever voor onszelf?
De evangelist Marcus lijkt ons te zeggen: de eenvoudige bedelaar Bartimeüs heeft het beter begrepen dan Jezus’ naaste leerlingen. De visueel gehandicapte is de ware ziener. Hij ziet Jezus als degene die redding brengt. En dat geloof, dat vertrouwen is nu precies waar het om gaat. Jezus kan niet genezen zonder geloof. En dat vertrouwen toont Bartimeüs: hij werpt zijn mantel af. Hij neemt als het ware afscheid van alles wat hem verbindt met zijn verleden en sluit zich aan bij de weg van Jezus. Ook voor ons geldt: als je wilt ontdekken wat werkelijk belang heeft, wat het leven mooi maakt, moet je soms anders leren zien en je vervolgens durven toevertrouwen aan een nieuwe weg.
Durven wij als Bartimeüs te zijn? Durven wij al onze kaarten te zetten op Jezus als onze redder, onze weg naar God? En anderzijds, zijn wij bereid en instaat onze ogen open te houden voor de bedelaars die zich bevinden aan onze weg, voor mensen die leven in duisternis en uitzichtloosheid, in de marge van de samenleving? Maar ook voor mensen die eenvoudig verlangen naar een beetje aandacht en liefde?
Dromen van een nieuwe weg, een nieuwe toekomst. Dat doet ook de profeet Jeremia in de eerste lezing. Hij droomt en voorspelt dat God het joodse volk uit de ballingschap zal bevrijden en terugvoeren naar Israel. En daarbij heeft Hij extra aandacht voor de zwakkeren: de blinden, de lammen, de zwangere vrouwen. En Hij zal hen leiden naar fris stromende beken, over een veilige weg.
Zijn wij nog gevoelig voor zulke dromen? We kunnen er misschien wel wat gebruiken! We kunnen vaak zo somberen over de toekomst. Over de toekomst van de kerk. Over de toekomst van de samenleving als geheel. Er komen zoveel problemen op ons af, letterlijk en figuurlijk. Hoe moeten we al die vluchtelingen gaan opvangen die een beroep op ons doen? En we worden al met zoveel andere problemen geconfronteerd: werkeloosheid, onzekerheid over toekomstig inkomen, noem maar op.
Een deel van de crisis in onze jaren lijkt te zijn dat het ons ontbreekt aan vaste bakens, dat we geen herkenbare wegwijzers meer zien. Iedereen leeft in zijn eigen kleine waarheid en zoekt zijn eigen genoegens, en er is nog weinig dat ons samenbindt (DeClercq). Vandaag worden wij uitgedaagd om, net als Bartimeüs, te gaan zien waar het werkelijk op aankomt. Om Jezus te zien als het ware Licht en ons bij hem aan te sluiten op zijn tocht naar Jeruzalem. En ja, op die weg zullen ook wij niet ontkomen aan lijden en dood. Dat hoort bij het leven. Maar we mogen erop vertrouwen dat op die weg ook onze diepste levensvervulling te vinden is.
Zien zoals Jezus zag, in het leven staan zoals Hij dat deed. Hoe was dat? Een goede vraag om mee naar huis te nemen. Om met die bril het evangelie nog eens te lezen. Een paar voorbeelden. Jezus stond tamelijk onbezorgd in het leven en raadt ons aan dat ook te doen. Wees niet bang , vrees toch niet zei Hij herhaaldelijk. Je bent immers in Gods hand. Kijk naar de bloemen in het veld.
En verheug je, wees blij dat je leeft, want je bent geliefd. Jezus kon dit zeggen omdat Hij altijd in nauwe relatie met zijn Vader stond. Vanuit die relatie wist Hij zich ook gezonden. Allereerst naar de zwaksten. Hij liet zich diep raken door mensen die in de problemen waren gekomen. Zo ging Hij genezend rond, zo zag Hij de wereld om zich heen. Zien zoals Jezus zag, kunnen we daar iets mee de komende week? Van Bartimeus wordt gezegd: hij sloot zich aan bij Hem op zijn tocht. Hij werd een echte navolger. Amen.
PLK