2 september 2018, Rein van binnen of buiten?
22B Rein van buiten of van binnen? (startzondag TB, 2 sept. 2018)
Deuternomium 4, 1-2.6-8; Jacobus 1, 17-18.21b-22.27; Marcus 7, 1-8.14-15.21-22
Huichelaars! Jullie eren Mij met de lippen, maar jullie hart is verre van Mij. Wat jullie als de ware leer van God verkondigen, zijn in feite voorschriften van mensen.
Waarom is Jezus zo scherp tegen zijn gesprekspartners, de Farizeeën? Neemt Jezus afstand van de Wet van Mozes, van de traditie van zijn eigen volk? Zeker niet. Jezus omarmt zijn eigen traditie volkomen. Daarom is het goed dat we in de eerste lezing de bedoeling van de Wet en de tien geboden nog eens horen. Want die geboden zijn ons gegeven uit liefde, opdat we echt ten volle en in vrijheid SAMEN zouden leven. Het zijn richtlijnen voor een goed leven, niet om mensen eronder te houden. Integendeel, ze zijn bedoeld om ons dichter bij God te brengen en dichter bij elkaar.
Wijsheid en inzicht bevatten de geboden, zegt Mozes. Wie ze nauwkeurig volgt zal God in het leven nabij weten en zuiver van hart zijn. Nee, waar Jezus tegen ageert is een houding van lippendienst. Hij beschuldigt de Farizeeën ervan dat ze mensen zware lasten opleggen waar ze zich zelf niet aan houden. Dat ze zich teveel richten op de verpakking in plaats van op de inhoud, op de letter in plaats van op de geest van de wet. Dat de regels teveel zijn losgeraakt van hun oorspronkelijk doel. Uiterlijkheden, zoals handen wassen voor het eten, zijn teveel op zichzelf komen te staan. Maar het gaat Jezus om de innerlijke reinheid, de zuiverheid van het hart. Is ons hart op God gericht?
Net als Mozes wil Jezus God dichter bij de mensen brengen. Hij wil dat wij diep in ons hart door God geraakt worden. Daarom worden wij, evenals Israel, opgeroepen te LUISTEREN naar het woord. God heeft zijn Wet in ons hart geplant, zegt de profeet Jeremia. Het is een wet die ons vrijmaakt en die ons oproept erop uit te trekken, om te zien naar elkaar, vooral naar de zwakkeren zoals de weduwen en wezen. Want we moeten het woord vooral DOEN, zegt Jacobus in de tweede lezing.
Regels en rituelen kunnen heel zinvol zijn, ook in de kerk, zolang ze verwijzen naar hun oorspronkelijke bedoeling. Denk maar aan de voetwassing op Witte Donderdag en het delen van brood en wijn in de eucharistie. Zo fungeerde de handwassing als een liturgisch moment, voordat de hogepriester het heilige der heilige binnenging. In onze kerk bestaat nog de gewoonte dat de priester de vingers wast bij het begin van het eucharistisch gebed, een gebaar van eerbied.
Het gaat Jezus altijd om de diepere bedoeling achter de regel of het gebaar. De betekenis van de handwassing is dat we van binnen een zuiver mens willen zijn. Op die manier is de uiterlijke reiniging een uitdrukking van een innerlijke houding. Regels en rituelen zijn ervoor bedoeld God voor ons dichterbij te brengen. Daarom is het goed ze regelmatig tegen het licht te houden met de vraag of ze die functie nog vervullen of dat het lege hulzen zijn geworden of mensen zelfs knechten. Ook in de kerk. Zijn er regels die mensen neerdrukken en buitensluiten in plaats van opbeuren en omarmen? Welke groepen voelen zich vandaag door kerkelijke regels liefdeloos buitengesloten? Denk aan homo’s of mensen die opnieuw, buitenkerkelijk getrouwd zijn.
De Farizeeën worden bekritiseerd omdat ze blijven steken in lippendienst. Ze weten het te goed. Maken God als het ware tot een gevangene in hun eigen stelsel van regels. Maar hun hart is er niet bij. Hoe zit het met ons eigen hart, als wij hier zo bij elkaar zijn? Zijn wij met ons hart bij de Heer? En zijn wij met ons hart bij elkaar als we de kerk weer hebben verlaten? We vieren vandaag de startzondag in onze kerk. Een nieuw jaar van samen gemeenschap vormen staat voor de deur. Daarbij mogen we ons geliefd weten door onze Vader in de hemel. Die liefde mogen we doorgeven aan elkaar.
God wil dat wij gelukkig kunnen leven, mét elkaar. Om dat goede leven mogelijk te maken kregen we de tien richtlijnen. Gegeven uit liefde. Opdat we elke dag zo dicht mogelijk bij God zouden zijn. En in vrijheid kunnen leven. Gods geboden en de geboden van de kerk zijn er, als het goed is, niet om ons te pesten of het leven zuur te maken. Het doel is te groeien in liefde en de mens te worden die wij al zijn in Gods ogen.
Een goed christen ben je van binnenuit. Leven vanuit je hart. Dat is wat Jezus ons vandaag leert. Maar Jezus is niet naïef. Hij weet dat ons hart een smeltkroes is van goede en kwade neigingen en gedachten. Het is nog een hele kunst om ons hart rein te houden. Hoe doe je dat? Niet door je krampachtig vast te houden aan allerlei onduidelijke regels of nietszeggende rituelen. Wel door te luisteren naar de liefdevolle stem van God, die ons in de tien woorden oproept tot echte vrijheid en verantwoordelijkheid voor elkaar. Alleen zo worden we een echte gemeenschap van Christus, samen vormen wij zijn lichaam.
Moge het een liefdevol nieuw kerkelijk jaar worden.
PLK