26 augustus, overweging EJ
Overweging zondag 26 augustus 2018.
Veel volgelingen van Jezus staan op een zeker ogenblik versteld, Wat die allemaal zegt, stuit tegen de borst, wie kan daar nu blijven staan luisteren? Waren zij hem eerst vol nieuwsgierigheid en verwachting gevolgd. Hadden ze niet een jonge leraar ontmoet die hen uit hun ellendige toestand kon redden? Een man die met zijn woorden kon bemoedigen en hoop geven? Een ziekengenezer? Iemand die brood kon toveren voor hun honger? Die lammen kon doen lopen en blinden doen zien? Hadden ze niet een langverwachte redder gevonden die hen uit de Romeinse onderwerping kon weghalen? En nu begint hij vreemde taal uit te slaan: over levend brood dat hijzelf is, over zijn vlees dat ze moeten eten en zijn bloed dat ze moeten drinken willen ze het volle leven bezitten. Dat klonk voor velen als wartaal van een geestelijk gestoorde.
Jezus weet het, en Hij doet er nog een schepje bovenop. Als je je hier al aan ergert wat zal het dan zijn als ik begin te spreken over mijn lijden en dood, over mijn opstaan uit de doden en het teruggaan naar de Vader vanwaar ik gekomen ben en over mijn terugkeer op de laatste dag? Wie begrijpt er nu zoiets en wat heeft dat te maken met wat hij eerder gezegd en gedaan had? Verwondert het dat velen het voor bekeken hielden en Jezus gezelschap verlieten?
Verwondert het dat velen vandaag de dag Jezus zijn gezelschap verlaten? We weten het ondertussen: de meerderheid van westerse mensen zijn in hun leven niet meer zo op Jezus georiënteerd en ook niet meer zo op de gemeenschap van de kerk. Het geloof en de kerk zijn echt naar de prive wereld verschoven van mensen. Sommigen mensen ergeren zich aan de verkondiging van de verrijzenis omdat ze het een moeilijke gedachte vinden dat het leven niet ten einde is met de dood. Hou dus op met fabeltjes over de opstanding uit de doden, wordt er dan geredeneerd. En spreek ook niet over uit liefde lijden, dat is een gevaarlijk concept waarmee je de mens die naar geluk, plezier en genoegen streeft, zijn levenslust ontneemt. Kortom het perspectief op een hiernamaals is een vals spoor dat belet het leven hier op aarde goed en aangenaam te maken. En verder is er natuurlijk veel kritiek ook op de kerk en de zwarte bladzijden over het seksueel misbruik zijn nog steeds niet gesloten en blijft ons achtervolgen,. Een verschrikkelijk verdrietige zaak. Zo erg…beschamend….
De ergernis bij die eerste leerlingen is dus eigenlijk een beetje hetzelfde als bij vele van onze tijdgenoten.
Wat opvalt is dat Jezus geen moeite doet om diegenen die zich aan zijn woorden ergeren en hem verlaten tegen te houden of te overreden terug te keren. Hij laat de mensen volkomen vrij Hem al of niet te volgen. Daarin tenminste is Jezus op en top modern: de vrijheid is het hoogste goed dat niemand je kan en mag ontnemen. Willen ook jullie misschien weggaan? Die vrijheid hebben jullie! Beslis zelf maar!
De twaalf hebebn in alle vrijheid beslist en zijn in zijn gezelschap gebelevn. Petrus verwoordt hun motivatie: Heer naar wei zoduen wij gaan, U alleen hebt woorden ven eeuwig leven. Zij hadden begrepen wat Jezus hen als blijde boodschap gepredikt en voorgeleefd had: dat de vader ieder mens hartstochtelijk liefheeft, dat Hij de Liefde zelf is die alle mensen tot het ware leven wekt en trekt, dat er in Hem hoop is en levenskracht en diepe vreugde. misschien begrepen ze nog lang niet alles, maar ze vermoedden dat Hij werkelijk Gods zoon was en dat ze zich zonder voorbehoud aan Hem konden toevertrouwen. Niet zonder horten of stoten zijn ze tot dat geloofbesef gekomen, maar ze zijn bij Jezus gebleven met een vertrouwen geworteld in de liefde en de vriendschap die ze bij Hem mochten ervaren. Wie Jezus liefheeft en hem heel zijn vertrouwen schenkt, die krijgt de vreugde van het geloof: dat is het wat de twaalf bezielde niet weg te gaan.