8 juli, kleur bekennen

Overweging zondag 8 juli 2018

Kleur bekennen betekent voor je mening uitkomen. Onder gelijkgestemden is dat niet moeilijk. Je vindt elkaar in de gemeenschappelijkheid van meningen. Wellicht gaat het zelfs om gelijkheid in opvatting hoe het leven in elkaar steekt. Of getuig je van een gemeenschappelijke politieke kleur. Ja, ja daar hebben wij het vaak over: welke politieke kleur heb jij of heb ik.

Ik heb nogal snel mijn oordeel klaar. Niet altijd terecht of onterecht. Ik oordeel of veroordeel nogal snel. Dat is vaak niet goed maar de mate waarin wij kleur willen bekennen heeft ook te maken met de vrijheid van meningsuiting. Er zijn machthebbers die niet zitten te wachten op anders denkenden. Er zijn voorbeelden genoeg in deze wereld die de gevolgen weergeven wat er gebeurt met mensen die ongecensureerd voor hun mening uitkomen.

In de lezingen van vandaag speelt het informeren van mensen een rol. Het gaat hier echter niet om zo maar informatie. Het gaat hier om het overbrengen Gods voornemen met het volk van Israël. In een visioen verschijnt God aan de profeet Ezechiël.

Een profeet is iemand die door God diep geraakt is. Hij geeft invulling aan zijn roeping die door Godswege is ingegeven. Maar zo zijn er meer mensen. Een profeet is echter anders. Hij onderscheidt zich van de anderen doordat de profeet door God in de toekomst wordt geplaatst. Ezechiël uit de lezing van vandaag is niet de enige profeet, die net zoals de profeten Jesaja en Jeremia het heden hebben doorzien en voorspellingen gedaan hebben die ook zijn uitgekomen. Zij spaarden de mensen niet. Hun uitspraken waren hard. Daarom zond God Ezechiël naar de kinderen van Israël. Een opstandig, nukkig en weerbarstig volk. De bedoeling van God was dit volk weer in het gareel te krijgen. Ezechiël was geen valse profeet. Hij verkocht geen zoete broodjes, maar wees het volk op hun verantwoordelijkheid om voor God te kiezen. God wist dat zij niet zouden luisteren. Maar één ding was zeker, zij wisten dat een profeet in hun midden was. Ezechiël profeteerde onder eigen volk. Dat maakte zijn werk zo moeilijk aangezien hij vervreemd was van eigen bodem. God had beslag op hem gelegd, zodanig dat hij geestelijk niet meer de persoon was die men kende. Hij profeteerde door God ingegeven. Hij sprak (voor de mensen) een rare taal doordat hij vanuit Gods toekomst keek. Het lijkt wel of dit in onze tijd speelt. Door de secularisatie wordt de invloed van de normen en waarden van het Christendom steeds minder. Geld speelt de beslissende rol. Een menswaardige samenleving is steeds minder van belang. We zijn steeds meer op ons zelf betrokken.

Zelfs Jezus van Nazareth krijgt op zijn thuisbasis te maken met het stadsvolk dat geen aanstoot neemt aan zijn Woord. Zij vroegen zich veeleer af waar Hij de inhoud vandaan had. Met zijn handen had Hij wonderen verricht. Maar kon de Zoon van een timmerman dit wel. En dan die wijsheid. Waar kwamen deze vaardigheden en het “weten” vandaan. Zij konden het niet plaatsen. Ongeloof had zich meester gemaakt van de toehoorders. Jezus was ook zeer verwonderd over dit ongeloof.

Beste broeders en zusters wederom refereer ik graag aan onze huidige samenleving. Er wordt al snel over “toeval” gesproken. Het plotseling volledig genezen van een ongeneeslijk terminaal ziek mens valt al snel onder het “nieuwe geloof in toeval”. Je gaat bijna geloven dat “toeval” het nieuwe evangelie van de        21-ste eeuw is. Geloven in de Heilige Schriften is niet meer van deze tijd. Er wordt meewarig gekeken wanneer je in bijzijn van niet gelovigen kleur bekent door te verklaren in God en zijn Zoon Jezus Christus te geloven.

Ik ben een nieuw katholiek. Mijn katholieke leeftijd is ruim 5 jaar. Mijn doop, vormsel en eerste communie blijven in mijn geheugen gegrift als een hele emotionele en gelukkige gebeurtenis. Mijn toetreding heeft echter bij sommige familieleden, vrienden, kennissen en bekenden tot een als het ware meelijwekkende verbazing geleid. Men vroeg zich af wat ik bij een “club” te zoeken had die nogal belast was met compromitterende voorvallen. Voorts werd ik er fijntjes op gewezen dat het geloof door de moderne wetenschap al lang was achterhaald. De wonderen en ongelooflijke voorvallen in het leven werden afgedaan als toeval. Kortom; ik moest eigenlijk weer gewoon op de aarde terugkeren en weer normaal doen, want dan deed ik al gek genoeg. De meest droevige ondersteuning die ik kreeg was gevat in een welgemeende wens, namelijk dat, als ik er gelukkig van werd, mij zeker moest laten dopen. Ik wil graag bekennen dat geloven ook hard werken is. Ga er maar aan staan. Leven naar Gods Woord. Ik ben ook maar een mens.

Mijn 5 jaren Rooms Katholiek zijn hebben mijn geloof verdiept, ik heb mooie mensen leren kennen en een fijne manier gevonden om mij als gepensioneerde nuttig te maken voor de gemeenschap.

Onder mijn vrienden en kennissen voel ik mij een etnische minderheid. Ik heb het gevoel dat ik mij altijd moet verdedigen omdat ik mij heb laten dopen en in God geloof.

Onder u zullen er velen zijn die dat misschien ook ervaren. Als je regelmatig de dienst op zondag bezoekt en misschien ook nog wel extra dingen voor en binnen de kerk doet of kan doen wordt je vaak voor gek verklaard. Waarom moeten wij ons altijd verdedigen? Wij geloven in God onze Heer.

Ik denk zeker dat wij zo langzamerhand een eigen taal spreken, die gezien de leegloop van de kerken, als vreemd wordt ervaren. Een taal die er niet meer toe doet, alleen de meerderheid van wat de mensen denken is nog belangrijk.

In Psalm 123 staat geschreven: tot U sla ik mijn ogen op, tot U, die woont in de hemel.

Dit geeft ons houvast onze “eigen” taal te spreken. Wij mogen echter nooit vergeten dat die ander ook in zijn “eigen taal” spreekt.

Wij moeten er voor waken dat wij een ander niet veroordelen die ook zijn “eigen” boodschap heeft.

Uit voorgaand verhaal leren wij dat wij niet mogen vergeten dat in welke richting het geloof van de mens zich ook beweegt, deze zeer zinnige dingen zegt. Wij leren hieruit dat wij altijd open moeten staan voor wat de ander te zeggen heeft.

Wij zijn tenslotte allen mensen die naar Gods gelijkenis zijn geschapen.

Ik zou willen afsluiten met het gebod van onze Heer Jezus.

Een uitspraak waar ik (helaas) niet altijd aan voldoe.

Namelijk:

Oordeel, beoordeel en veroordeel de medemens niet.

Laat ieder in zijn waarde.

Amen

Karel J. Berrier